De circulaire economie is een systeem bedoeld om hergebruik van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging zo beperkt mogelijk te houden. Dat is anders dan in het huidige lineaire systeem waarin grondstoffen worden omgezet in producten die aan het einde van hun levensduur worden vernietigd.

Afvalmanagement

Een van de meest prominente aspecten van een duurzame of kringloopeconomie is de zogenaamde waardeterugwinning; het toekennen van waarde aan afval. Nederland produceert jaarlijks ruim 530 kilo afval per persoon. In totaal gaat het naar schatting om ruim 60 miljoen ton. Dat is vier keer zoveel als halverwege de vorige eeuw. Anders dan in de jaren ’50 wordt nu ruim de helft van het hedendaagse huishoudelijk afval gescheiden ingeleverd. Papier en glas staan met ongeveer 70 procent aan kop. Van het groente-, fruit- en tuinafval, het gft, wordt ruim de helft gescheiden. Plastic verpakkingen en drinkpakken winnen terrein als het gaat om de gescheiden inzameling. Daarmee is Nederland op de goede weg, maar Milieu Centraal, een onafhankelijk voorlichtingsinstituut, heeft berekend dat ruim 80 procent van de totale hoeveelheid afval gescheiden ingeleverd kan worden. Dat is 30 procent meer dan nu.

Afvalberg versus economie

Nu de economie weer aantrekt, zal ook de hoeveelheid afval toenemen, verwachten onderzoekers, want er is een verband tussen de groei van de afvalberg en de conjuncturele ontwikkeling. In de afgelopen zestig jaar is in een aantal perioden de hoeveelheid afval weinig of niet toegenomen. Dat was bijvoorbeeld het geval gedurende de oliecrisis in het begin van de jaren zeventig en tijdens de economische recessie in de jaren tachtig van de vorige eeuw. Daar staat tegenover dat met de economische groei van de jaren zestig en de tweede helft van de jaren negentig de hoeveelheid afval weer toenam. Deskundigen gaan ervan uit dat de daling van de hoeveelheid afval tussen 2008 en 2013 vooral het gevolg is geweest van de recente crisis in de financiële wereld. Nu er weer sprake is van economische groei, zal waarschijnlijk de hoeveelheid afval wederom toenemen.

Dat levert een nieuwe uitdaging op, want Nederland mag dan vooroplopen als het gaat om de verwerking van afval, er zijn veel meer mogelijkheden dan het nu veel toegepaste composteren, verbranden of recyclen van afval. Daarvan wordt nog te weinig gebruikgemaakt, terwijl de grens van het hergebruik nagenoeg is bereikt, vindt Ton Bastein van TNO. “Eigenlijk is recycling het laatste wat je met afval kunt doen. Meer aandacht voor andere opties lijkt me dan ook gerechtvaardigd.”

Om dat te realiseren is een omslag in denken nodig, stelt Bastein, want grondstoffen raken op en de uitstoot van CO2 moet worden verminderd. Dat zijn volgens hem redenen om toe te werken naar een kringloopeconomie waarbij alle materialen opnieuw, op een hoogwaardige manier, worden hergebruikt. Ook economisch gezien kan circulair ondernemen winst opleveren. Jaarlijks is daar alleen al in de maakindustrie drie- tot zeshonderd miljard euro mee te besparen, becijferde onderzoeksbureau McKinsey. Wel moet dan aan randvoorwaarden worden voldaan die vooral de overheid bepaalt, vindt Bastein. Als voorbeeld noemt hij het hergebruik van grondstoffen voor de kunststofindustrie. Wanneer de zuiverheid daarvan minder is, terwijl de prijs hetzelfde blijft, is het voor producenten niet aantrekkelijk er gebruik van te maken. Daar zou de overheid iets aan kunnen doen, door onder andere een gunstigere heffing voor deze grondstoffen te hanteren.

Frikandellen en hamburgers

Optimaal gebruik van grondstoffen is ook vereist om in de toekomst de mensheid te kunnen voeden. Als de wereldbevolking over 35 jaar naar verwachting is gegroeid van zeven naar negen miljard, komt extra druk te liggen op het wereldwijde voedselsysteem en op de beschikbaarheid van landbouwgrond, water en grondstoffen. Daar komt bij dat nu jaarlijks twee miljard kilo voedsel, dat is meer dan eenderde van het beschikbare eten, in de keten van keuken tot consument in de afvalbak verdwijnt of als diervoeder wordt gebruikt. Wie bij de snackbar een frikandel bestelt of in de supermarkt enkele hamburgers uit de diepvries haalt, zal er waarschijnlijk niet bij stilstaan dat Nederland een vooraanstaande positie inneemt als het gaat om het optimaal gebruik maken van dierlijke grondstoffen.

In dit geval gaat het om de ontwikkeling van machines die zogeheten separatorvlees in miljoenen kilo’s van de botten van geslachte dieren schrapen. Dit restproduct wordt niet alleen verwerkt in snacks, maar komt ook in de voederbak van de drie miljoen katten en anderhalf miljoen honden in Nederland terecht. Uit onderzoek van de faculteit diergeneeskunde van de Universiteit van Utrecht blijkt dat de wijdverbreide afkeer van separatorvlees niet terecht is. Door strenge eisen die in Nederland gesteld worden aan de hygiëne is dit ‘afvalvlees’ geschikt voor menselijk consumptie. Wel adviseren deskundigen het niet rauw te consumeren, maar altijd te verhitten of te frituren.

“Welke regeling je ook bedenkt, het succes ervan begint met een goede inzameling van het afval.”

Grenzen aan bereidwilligheid

Consumenten spelen in talrijke opzichten een cruciale rol bij de vormgeving van de circulaire en vooral de duurzame economie. Hun medewerking is daarom onontbeerlijk, vindt Dick Hoogendoorn van de Vereniging Afvalbedrijven die de belangen behartigt van bedrijven die actief zijn in de afvalketen. “Welke regeling je ook bedenkt, het succes ervan begint met een goede inzameling van het afval. Dat betekent bijvoorbeeld dat je het publiek duidelijk moet maken wat er met het ingezamelde materiaal gebeurt.”

Bovendien moet het voor burgers zo gemakkelijk mogelijk worden gemaakt, want de goede wil is er, maar er zijn grenzen aan de bereidwilligheid, stelt Hoogendoorn. Als voorbeeld noemt hij dat in sommige gemeenten het restafval niet meer wordt opgehaald, maar dat bewoners dit zelf weg moeten brengen Dat stimuleert niet en kan zelfs averechts werken. “Zo wordt wat we noemen ‘verkeerd weggooigedrag’ in de hand gewerkt”, zegt hij, en dan ligt het risico van verontreiniging op de loer. “Op die manier loop je de kans dat het afval in de verkeerde bak terecht komt. Dan bereik je dus het tegenovergestelde van wat je wilt.” Beter is om goed gedrag te belonen. Ook zouden gemeenten een variatie in de tarieven kunnen hanteren. Bijvoorbeeld door de afvalheffingen te relateren aan het aantal mensen in een huishouden in plaats van systemen waarbij voor restafval moet worden betaald en recyclebare stromen gratis kunnen worden aangeboden.

Over het algemeen doen de gemeenten in Nederland het goed als het gaat om de inzameling van afval, vindt Hoogendoorn, maar meer eenheid in inzamelsystemen is gewenst. De rijksoverheid moet de kaders vaststellen waarbinnen lokale overheden als uitvoerders kunnen opereren. Jaarlijks kopen de gezamenlijke overheden voor circa 73 miljard euro in, en meer nadruk op duurzaam inkopen kan volgens Hoogendoorn de afzetmarkten voor secundaire grondstoffen een geweldige impuls geven.

Voor de realisatie van de nationale circulaire economie is internationale samenwerking onontbeerlijk. Hoogendoorn benadrukt dat Nederland een open economie heeft en ook op Europees niveau een vooraanstaande plaats inneemt in de verwerking van afval. Nederland importeert restafval waardoor de capaciteit van de afvalenergiecentrales effi ciënt wordt benut. Ten opzichte van de winst van duurzameenergieproductie en de emissies van broeikasgassen die bij het storten van dat afval vrijkomen, is de milieubelasting die het transport met zich meebrengt volgens hem te verwaarlozen.

Inzameling bedrijfsafval

Hoewel de inzameling van huishoudelijk afval in de meeste Nederlandse gemeenten soepel verloopt, vormt regelgeving die onderscheid maakt tussen bedrijfsafval en huishoudelijk afval een hoofdpijndossier voor de lokale overheden, weet Olaf Prinsen van de NVRD (Koninklijke Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement). Zijn organisatie vertegenwoordigt circa 500 leden en ruim 90 procent van de gemeenten en nagenoeg alle bedrijven die actief zijn op het gebied van afvalbeheer en reiniging voor gemeenten zijn aangesloten bij de NVRD. Over de inzameling van bedrijfsaval zegt Prinsen: “Voor veel gemeenten is het inzamelen van huishoudelijk afval een effi ciënt logistiek proces, waarbij goed wordt gescheiden. Anders is het gesteld met de inzameling van bedrijfsafval bij winkels, kantoren en scholen. Het is natuurlijk gek dat op school of op kantoor het afval anders gesorteerd wordt als thuis. Daarnaast ervaren gemeenten soms overlast rondom de inzameling van dit afval. Zo zie je dat op hetzelfde tijdstip, op dezelfde plek verschillende voertuigen eenzelfde soort afval inzamelen.” Om de overlast te bestrijden, ontplooien lokale overheden initiatieven om de knelpunten in de logistiek op te lossen. Ook wordt er geëxperimenteerd door op scholen op dezelfde manier in te zamelen als in de rest van de gemeente en hierover les te geven.

De scheiding tussen huishoudelijk afval en het bedrijfsafval is lastig uit te leggen, vindt Prinsen. “Als bewoners hun afval scheiden voor de inzameling krijgt de gemeente daar een vergoeding voor van het verpakkend bedrijfsleven. Bij bedrijfsafval is dat niet het geval. Dit is een voorbeeld van regelgeving die het pad naar een circulaire economie blokkeert.”

Over één ding zijn de betrokkenen het eens. Samenwerking tussen alle partijen binnen de gehele keten van gebruik tot inzameling en verwerking is noodzakelijk om de circulaire of kringloopeconomie daadwerkelijk vorm te geven. Met name de overheid moet in de regelgeving ruimte scheppen voor particulieren en ondernemers. Alleen zo kunnen de ambities worden waargemaakt om in 2050 een volledig circulaire economie te realiseren.

Afval in Nederland
Totale jaarlijkse afvalproductie
61 miljoen ton
Afval dat wordt gerecycled
45 miljoen ton (79%)
Omzet afvalsector per jaar
7,2 miljard euro
Werkgelegenheid afvalverwerking
30.000 mensen
Bron: CBS