Op weg naar een circulaire economie en het terugdringen van de hoeveelheid afval, is het nodig om de afvalketen te optimaliseren. Daarbij spelen technologische ontwikkelingen een rol, maar lijkt het bovendien noodzakelijk om de afvalketen anders in te richten en te leiden.

Prof. dr. Raymond Gradus is hoogleraar bestuur en economie van de publieke sector aan de economische faculteit van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Daarbij heeft afvalrecyling zijn bijzondere aandacht. “Ja, op veel terreinen valt door te recyclen veel milieuwinst te boeken, maar niet overal”, vertelt hij. Het recyclen van textiel geeft bijvoorbeeld veel winst, maar van luiers juist niet. Er zijn mogelijkheden om met veel energie enige biogas te winnen uit luiers, maar de winst is te klein. Dus: er zijn goede initiatieven, maar het is niet alles goud wat er blinkt. Behalve recyclen zijn ontwikkelingen als reduce and re-use belangrijk: verminderen en hergebruik. Het beprijzen van plastic tassen heeft in dat kader zeker effect. “Soms kijken we teveel naar alleen recyclen”, vindt Gradus.

Na-scheiden in de afvalketen

Om de keten te optimaliseren is na-scheiding een opmerkelijke ontwikkeling, want lang is gemikt op vooraf scheiden. De techniek om na inzameling bijvoorbeeld plastic te scheiden is de laatste jaren sterk verbeterd. Daarmee wordt het de burger ook weer iets makkelijker gemaakt. Gradus ziet vooral in het na-scheiden van plastic veel mogelijkheden, ook kostentechnisch. Toch: “We richten ons nog te vaak op de kwantitatieve doelstellingen van afvalscheiding door huishoudens, terwijl ik liever naar de hele keten zou willen kijken om de hoeveelheid afval te verminderen of om erachter te komen wat voor hergebruik in aanmerking komt. Recyclen kan daarbij aanvullend zijn.” Zo is ook materiaalgebruik aan de voorkant van de keten belangrijk: kan de hoeveelheid milieubelastend materiaal daar al beperkt worden? Verdere innovatie en samenwerking kunnen de keten verder verbeteren.

Nieuwe leiders

“Niet alleen de afvalverwerkingsketen, maar de hele wereld verandert snel. Organisaties worden anders ingericht en dat vraagt om nieuwe vormen van leiderschap”, stelt prof. dr. Freek Peters, hoogleraar op het gebied van leiderschap en verbonden aan de Tilburg School of Humanities, faculteit van de Tilburg University. Onder invloed van een zich snel ontwikkelende techniek en digitalisering (social media) veranderen structuren. In de veranderingen is goed leiderschap essentieel, om een organisatie effectief te laten functioneren. Er zijn flinke verschillen tussen vroeger en nu. Visie is nog steeds belangrijk, maar het gaat nu meer om een contextueel uitzicht: je moet het veld kunnen overzien. Daarnaast is het belang van samenwerken veel groter dan voorheen. Dat vraagt een andere mindset en stijl. De ‘nieuwe leiders’ hebben het vermogen om te verbinden en niet per se het eigen pad te kiezen.

Hoge druk

De overgang naar een circulaire economie is voor veel leiders in de keten nieuw en onwennig. Peters: “Het is omschakelen en gedragsverandering is heel lastig. Ik zie veel leiders worstelen, velen zijn nog van een andere generatie. Het is belangrijk om ‘ego-flexibiliteit’ te hebben.” Dus: wat afstand nemen en zichzelf een spiegel voorhouden. In managementopleidingen wordt daar ook aandacht aan besteed, maar de vraag blijft of de afvalverwerkingssector die tijd heeft. De maatschappelijke druk is hoog. “En dan moet je wel. Het is goed om nu te leren samenwerken op een constructieve manier.”