Sinds 1 januari 2017 geldt ketenaansprakelijkheid voor de loonbetaling ook voor het goederenvervoer over de weg. Mede vanwege het grensoverschrijdend karakter van het wegtransport zijn hierover verschillende vragen ontstaan. Edith Franssen, advocaat bij Loyens & Loeff en universitair docent aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, legt uit.

Welke arbeidsrechtelijke ontwikkelingen spelen er in de logistieke sector?

“Op de Nederlandse weg rijden regelmatig vrachtwagens uit Oost-Europa, waar de lonen lager liggen dan hier. Buitenlandse chauffeurs die regelmatig in Nederland rijden, ontvangen lang niet altijd ons minimumloon.

Er is nu een discussie gaande over de vraag wanneer het Nederlandse arbeidsrecht geldt. Jurisprudentie hierover begint op gang te komen, maar er bestaan nog veel onduidelijkheden, waardoor zowel werk-gevers als werknemers niet weten waar ze aan toe zijn.”

Waarom is deze materie zo lastig?

“Rechters worstelen met name met de toepassing van twee regelingen – de Detacheringsrichtlijn en de Rome I Verordening – die bepalen welk arbeidsrecht geldt bij grens-overschrijdende arbeid. Deze regelingen sluiten niet altijd goed aan op de praktijk van ‘mobiele werknemers’ zoals vrachtwagenchauffeurs. Onlangs werd door het gerechtshof Den Bosch geoordeeld dat er geen cao-loon betaald hoeft te worden wanneer ‘slechts een zeer gering deel van de ritten in Nederland gereden wordt’.

Maar waar ligt de grens qua tijd of afstand? Een Europees minimumloon voor deze sector ligt gevoelig en de hoogte ervan is in de praktijk lastig vast te stellen. Los daarvan mag de Europese wetgever op grond van het VWEU (Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) geen Europees minimumloon vaststellen.”

Wat houdt de nieuwe wetgeving op het gebied van ketenaansprakelijkheid in?

“Opdrachtgevers kunnen door werk-nemers van hun opdrachtnemers aansprakelijk gesteld worden voor de loonbetaling. Sinds dit jaar geldt dit ook voor overeenkomsten met betrekking tot het goederentransport over de weg.

Als een supermarkt bijvoorbeeld een transportbedrijf opdracht geeft om goederen te vervoeren en het transport-bedrijf betaalt haar chauffeurs te weinig loon kunnen de chauffeurs niet alleen hun werkgever maar ook de supermarkt daarvoor aanspreken. Ook werknemers van buitenlandse opdrachtnemers kunnen de Nederlandse opdrachtgever dus aanspreken.”

Wat betekent dit voor de werknemer en voor de opdrachtgever?

“Het wordt voor de werknemer lastig als die in meerdere ketens werkzaam is en moet uitzoeken welke opdrachtgever voor welk deel van de keten verantwoordelijk is. Bovendien geldt ketenaansprakelijkheid alleen als in Nederland wordt gereden en geladen of gelost. Opdrachtgevers kunnen met opdrachtnemers in zee gaan die bijvoorbeeld een paychecked-certificaat hebben en dienen signalen over niet betaald loon direct aan te kaarten.

Ook kunnen zij in het contract met de opdrachtnemer duidelijke afspraken maken. Opdrachtgevers die zich hieraan houden, kunnen zich bij een eventuele aansprakelijkheid jegens de werknemer ‘disculperen’.”

Wat doen jullie om klanten hierbij te ondersteunen?

“Wij geven voorlichting aan onze klanten middels seminars en bijeenkomsten voor specifieke sectoren zodra er nieuwe wetgeving of belangrijke jurisprudentie is. Bij elke specifieke zaak zoeken we de beste oplossing. Dat kan in het ene geval een schikking zijn en in het andere geval moet geprocedeerd worden. We hanteren een praktische aanpak en de juridische onderbouwing van onze adviezen wordt zo veel mogelijk in gewone mensentaal verwoord.

Onze praktijkgroep bestaat uit arbeidsrechtadvocaten en fiscalisten gespecialiseerd in loonbelasting, die nauw met elkaar samenwerken. Als een klant van ons werknemers in het buitenland laat werken of met buitenlandse opdrachtnemers in zee gaat, heeft dit niet alleen arbeidsrechtelijke, maar ook fiscale aspecten. Er moet bepaald worden waar loonbelasting betaald moet worden en waar sociale zekerheidspremies afgedragen moeten worden. Hierdoor kunnen we de klant van een integraal advies voorzien.”