De huidige generatie twintigers en dertigers (millennials) beschikt over een enorm arbeidspotentieel, maar is mogelijk kind van de rekening in een samenleving die in razend tempo verandert door de ICT-revolutie. Als we hoogleraar psychologie aan de Radboud Universiteit Jan Derksen mogen geloven wordt dit naast de agrarische en industriële revolutie misschien wel de grootste die de mens zal meemaken, met de meest verregaande consequenties. Een hiervan is in toenemende mate bij deze groep zichtbaar, te weten burn-out.
Dit blijkt uit een recente raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Maar liefst een op de zeven mensen tussen 25 en 35 jaar kampt met burn-outklachten. Deze ontwikkeling constateert Derksen eveneens in de mate van werkdruk op de psychiatrische en psychologische hulpverlening die deze groep weer tracht op weg te helpen.
Harde jungleachtige wereld
Derksen zet vraagtekens bij het label burn-out, dat zoveel zegt als uitputting door langdurige stress. De psychische klachten die tot uitval leiden zouden te maken hebben met een tekort aan vaardigheden die nodig zijn in de omgang met stressoren van de harde realiteit. Volgens Derksen ligt een beschermende opvoeding van ouders hieraan ten grondslag. Het gevolg is dat een deel van deze groep in de ontwikkeling weinig probleemoplossend heeft leren denken. “Van de blokkades waartegen men aanloopt, hebben ze vaak nooit geleerd deze te overwinnen. Hierdoor is het zelfbeeld lang niet altijd kritisch genoeg. Zodra ze terechtkomen in de harde jungleachtige wereld zijn ze niet gewend aan onverwachtse zaken en hebben moeite met feedback. Hierdoor worden ze onzeker, gaat hun zelfvertrouwen omlaag en dienen psychische klachten zich aan”, legt hij uit.
Gebrek aan identiteit
Zelfvertrouwen is iets dat vroeg in de opvoeding ontwikkeld wordt, maar door veranderde hechtingsprocessen kan dit spaak lopen. Derksen merkt op dat zeer jonge kinderen steeds vaker drie of meer verschillende verzorgers hebben waaraan zij moeten wennen/hechten. Terwijl de mens er op gebouwd is om zich in het eerste levensjaar te hechten aan maximaal twee personen. “Dit zorgt ervoor dat kinderen narcistischer worden en meer worstelen met hun identiteit”, beweert hij. Doorgaans komen hierdoor later in hun leven klachten voort zoals burn-out, chronische vermoeidheid en dergelijke.
Wat werkt nog meer een burn-out in de hand?
Iedereen krijgt in het leven te maken met belangrijke keuzes, maar bij de millennials is dat aantal zo groot, dat ze er letterlijk door worden overspoeld. De stress die gepaard gaat met het maken van de ‘goede’ keuze is er een waarmee twintigers en dertigers van nu minder goed om kunnen gaan. Neem een voorbeeld aan beroepskeuze, vertelt Derksen. “Het wordt steeds lastiger om identificeerbare beroepen te vinden. Vroeger lag het bij mensen die goed konden leren voor de hand om later een beroep als notaris, advocaat of arts te beoefenen. Nu bestaan er talloze (managers)functies, waarvan niemand precies weet welke taken ertoe behoren.”
En laat nou net beroepsidentiteit een enorm belangrijke factor zijn voor zelfontwikkeling en het ontplooien van talent. Bij jongeren wordt dit maatschappelijk niet gemakkelijk meer ondersteund door allerlei beroepen en functies. Ze moeten een eigen functie creëren, daar waar voorheen de ondersteuning was van een sociale structuur of zuil. Dat betekent afgaan op het onderbuikgevoel. Derksen: “Beroepen zijn veel diffuser geworden. Het is veel moeilijker geworden voor jongeren om te moeten kiezen in welke trein te stappen en te weten wat de eindbestemming is.”
Wat betekent dit voor het arbeidspotentieel? Het zorgt er voor dat talent minder tot bloei komt. Er vindt weinig sturing meer plaats om jongeren op weg te helpen. Hiervoor moeten culturele en sociale strategieën ontwikkeld worden, want die zijn er gewoonweg nog niet, benadrukt Derksen.
Talenten rust, veiligheid en zekerheid bieden
Millennials staan bekend als jobhoppers, ze blijven hooguit twee tot drie jaren bij dezelfde werkgever. Maar in hoeverre dit altijd uit eigen belang is betwijfelt Derksen. “Deze ontwikkeling komt voort uit een gebrek aan perspectief dat hen wordt geboden. Het is steeds meer gangbaar om flexibele contracten aan te bieden dus is het niet onlogisch dat ze continu op zoek zijn naar iets anders”, verklaart hij. Het belang van de eerder genoemde hechting als factor voor ontwikkeling valt pas terug te zien op het moment dat iemand weet langere tijd ergens werkzaam te kunnen zijn.
Dit kan door de rust, veiligheid en zekerheid te bieden, die een vaste baan met zich meebrengt. Het model van life-long employment dat Nederland vroeger kende is hiervan een voorbeeld. Dit werkt tevens veel meer creativiteit in de hand. Daarentegen is de onzekerheid van een baan ook een stressfactor die de kans op een burn-out doet toenemen.
“Plaats het personeel centraal”
Een veelgenoemd geluid vanuit de overheid en het bedrijfsleven is de economie, die weliswaar de laatste jaren weer aantrekt, als reden voor het uitblijven van meer zekerheid in de vorm van vaste contracten. Juist nu deze weer aantrekt ziet Derksen de kans om meer vastigheid te bieden. Maar hier weerhouden organisaties zich vaak toch van doordat er andere belangen zijn. Derksen: “Shareholders stellen veel meer het werk centraal in plaats van het personeel. Om hierin verandering te brengen is een taak weggelegd voor de overheid. Zij zullen meer psychologisch bewustzijn moeten kweken door te kijken naar hetgeen momenteel in het gedrag en de beleving van mensen belangrijk is. Beleidsmatig bekeken betekent dit minder economische en juridische aspecten overwegen.”
Moderne grote IT- en internetbedrijven zijn bewijs van hoe het anders kan. Zij zijn volgens Derksen meer op de hoogte van wat er speelt bij jongeren en hebben hun beleid zodanig ingericht dat het potentieel van deze groep tot zijn recht komt. In de klassieke economie is dat stukken minder en dat zou moeten opgevuld worden door kennis in te winnen. Dit kan bijvoorbeeld door een studie te doen naar de processen die veel van deze IT- en internetbedrijven inzetten om hun talentvolle personeel wel te laten bloeien.