Tijdens de financiële crisis van 2008-2012 heeft de bankensector op grote schaal vertrouwen verloren van de maatschappij, politiek en toezichthouders. De gedragscodes van banken en het financieel toezichtrecht zijn hierna ingrijpend veranderd. Maar kan alleen financieel toezicht het vertrouwen weer herstellen? Of is er ook een rol weggelegd voor de banken zelf? Mark D.H. Nelemans, promovendus bij de Open Universiteit, heeft een onderzoek gedaan naar de verhouding tussen overheidsregulering en de zelfregulering van de bankensector. De uitkomsten van zijn onderzoek naar de maatregelen en wetgeving die na de financiële crisis zijn ingevoerd vanuit nationaal en Europees perspectief zijn opgenomen in het proefschrift ‘Financiële regulering: de verhouding tussen interne governance en extern toezicht’. De promotie van Nelemans vindt plaats op vrijdag 23 maart 2018 bij de Open Universiteit in Heerlen.

Serieuze bedreiging voor de economie

Het financiële gedragstoezicht was vóór de crisis voornamelijk gericht op de benadering en bejegening van klanten en de marktparticipatie, maar niet op de interne bedrijfsvoering en ondernemingsstrategie van financiële instellingen. Tijdens en na de crisis heeft in snel tempo een transformatie plaatsgevonden van zelfregulering naar overheidsregulering. De motieven voor deze ontwikkeling zijn politiek en economisch gezien begrijpelijk. De crisis is een bedreiging gebleken voor de reële economie, maar ook voor de stabiliteit van de Euro en voor het voortbestaan van de EU in de huidige vorm. Tachtig procent van de geldende financiële wetgeving in Nederland is immers van Europese afkomst.

Kwetsbaarheden van ‘Too big to fail’

De crisis ontstond natuurlijk met het faillissement van de Lehman Brothers en de implosie van de hypothekenmarkt. In één klap was de hele wereld op de hoogte van financiële systeemrisico’s en het fenomeen ‘too big to fail’. Met ongeloof ontaarde de crisis in een economische recessie en in Europa tot een staatsschuldencrisis. Kwetsbaarheden werden blootgelegd zoals de verwevenheid van financiële instellingen en staatsfinanciën. Sinds 2010 heeft in de EU de financiële regulering stapsgewijs een formeel wettelijke basis gekregen en is de Europese Bankenunie opgericht. Dit betreft een uniek en veelomvattend wetgevingsproces dat de interne markt, de euro en de stabiliteit van de Europese lidstaten moet beschermen.

Terugkeer van het vertrouwen

Een bepalende factor in de transformatie van zelfregulering van banken naar overheidsregulering is het wegvallen van het vertrouwen. De vrijblijvendheid van de naleving van regels en het gebrek aan intern toezicht zijn aangeduid als oorzaken. Eigenschappen en kenmerken als integriteit, betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid zijn juridisch gezien lastig te duiden. Desondanks is er sprake van een toegenomen gebruik van moraal-ethische normen in de financiële toezichtwet- en regelgeving, gericht op de regulering van gedrag en cultuur in banken. Nelemans: ‘Dit hoort traditioneel gezien echter in de sfeer van zelfregulering en bedrijfsethiek van de banken thuis. Een terugkeer naar het vertrouwen in het zelfregulerend vermogen van banken is nodig omdat meerdere doelen en normen het best bereikt en gewaarborgd kunnen worden door de sector zelf.’

Bron: Open Universiteit