Anno 2017 kun je er niet meer omheen; de discussie omtrent duurzame energieopwekking en klimaat-verandering, bijna iedere dag zien we dit thema in het nieuws voorbij komen.

Koolstofdioxide ofwel CO2 is een term die iedereen tegenwoordig angst inboezemt en wordt geassocieerd met verdrinkende ijsberen en smeltende gletsjers. Hand in hand met de term CO2 gaat de discussie over duurzaamheid, schonere energie uit hernieuwbare bronnen zoals windenergie, zonne-energie of energie uit biomassa.

Miljoenen euro’s aan subsidie worden er jaarlijks in Nederland gespendeerd om te trachten duurzaamheidscriteria te gaan halen in allerlei initiatieven op het gebied van energie. Helaas zien we in de media en in de politiek erg weinig terug van de mogelijkheden die ons niet-recyclebare afval biedt, wat ingezet kan worden om het gebruik van fossiele brandstoffen terug te dringen.

Niet-recyclebaar afval

Niet-recyclebare afvalstroom klinkt als een hippe term voor vuilnis, dat we aan de weg zetten of in het weekend naar het milieupark brengen. De term behelst echter meer dan dat. In Nederland kunnen wij ons gelukkig prijzen dat we vooroplopen op het gebied van afvalmanagement.

Samen met landen zoals België, Duitsland en Oostenrijk behoren we tot de meest ontwikkelde landen op het gebied van afvalmanagement. In Nederland wordt afval zoveel mogelijk gerecycled. Dat wil zeggen dat bedrijven afval innemen en trachten zoveel mogelijk van het afval te scheiden, de zogenaamde recyclebare materialen ofwel recyclables worden uit het afval gesorteerd.

Recycables zijn bijvoorbeeld glas, hout, plastic of ferro en non-ferro stromen. Na de diverse scheidingsstappen blijven er altijd ‘non-recycables’ over. Dit zijn vaak kleinere, vervuilde of verkleefde stukjes papier en plastic, die simpelweg te lastig te scheiden zijn waardoor verdere recycling niet mogelijk is. In de jaren 80 van de vorige eeuw werd er in de cementindustrie een begin gemaakt met de inzet van deze niet recyclebare afvalstromen.

De productie van cement is een van de grootste uitstoters van CO2 ter wereld, naast bijvoorbeeld de productie van staal en de winning van energie uit steen- en bruinkool. Om het chemische proces te bereiken waarmee cement wordt geproduceerd, is ontzettend veel warmte nodig. Temperaturen tot 2.000 graden worden bereikt om het uiteindelijke eindproduct te produceren in grote, horizontale ovens, waar dagelijks duizenden tonnen in geproduceerd worden.

De cementindustrie is al ruim 30 jaar pionier geweest in het gebruik van alternatieve vormen van energie, geproduceerd uit niet-recyclebare afvalstromen. De N+P Group stond ook aan de basis van deze ontwikkeling. De as die ontstaat bij de verbranding van de brandstof, ongeacht of dit nu steenkool is of een alternatieve energiebron, wordt in het eindproduct ingesloten en dit betekent dat er bij dit proces ook geen bijkomende afvalstromen zijn.

De energie wordt dus benut, maar ook het ‘restproduct’, de as, wordt benut in het eindproduct. Er zijn cementovens in Noordwest-Europa die voor meer dan 80 procent van hun energie gebruikmaken van diverse alternatieve energiestromen, die voornamelijk op basis zijn van niet recyclebaar afval.

Fossiele brandstoffen vervangen

De N+P Group is een familiebedrijf, en is sinds de jaren 90 van de vorige eeuw gestart met de productie en levering van alternatieve brandstoffen uit niet-recyclebaar afval. Voor het Noord- Limburgse bedrijf, dat dit jaar 25 jaar actief is op de markt, is het de core business om van diverse afvalstromen een materiaal te produceren dat fossiele brandstoffen kan vervangen.

Het concept dat N+P hiervoor gebruikt is samengevoegd onder de merknaam Subcoal®. Subcoal® verbindt, met het vervangen van fossiele brandstoffen, niet-recyclebare afvalstromen in diverse energie-intensieve industriële processen. In het Subcoal®-proces wordt uitsluitend gebruikgemaakt van niet-recyclebare papier- en plasticstromen, welke normaliter verbrand of zelfs in heel veel landen nog gestort worden.

Door het materiaal op een slimme manier te bewerken en uiteindelijk in pellets te persen, worden de eigenschappen opgewaardeerd. Hierdoor krijgt het materiaal zowel chemisch als fysisch vergelijkbare eigenschappen als steenkool. Nadat de niet-recyclebare afvalstromen door het proces bewerkt zijn, vervangt ongeveer 1.000 KG Subcoal® ca. 800 KG steenkool. De Subcoal® bevat dan nog ruim 50 procent biomassa, wat uiteraard bijdraagt aan minder CO2-uitstoot. Hoewel er plastic in Subcoal® aanwezig is, laten studies zien dat door het gebruik van Subcoal®, emissies van diverse industriële processen niet slechter worden maar juist verbeteren.

Daarbij dient opgemerkt te worden dat ‘plastic’ een geraffineerde vorm van aardolie is, en niet per definitie slechter is dan steenkool of andere fossiele brandstoffen. Subcoal® kan worden toegepast als vervanger van fossiele brandstof, zonder dat er gebruik gemaakt dient te worden van subsidies. Zelfs met de huidige lage prijzen voor fossiele brandstof is Subcoal® commercieel aantrekkelijker om te gebruiken dan steenkool. Omdat Nederland weinig cementindustrie heeft, wordt Subcoal® momenteel in het buitenland ingezet.

Toepassing op grote schaal

Waarom gebeurt dit dan nog niet op grote schaal? Subcoal® is een bewezen technologie en wordt al ruim 5 jaar geproduceerd en afgezet in diverse industrieën in Europa. Het grootste probleem is het predicaat afval dat nog altijd op dergelijke materialen wordt gedrukt. Ondanks het feit dat het ‘afval’ al diverse scheidingsstappen heeft doorlopen, en nogmaals door een productieproces gaat om als beoogd eindproduct vervuilende fossiele brandstoffen te vervangen, wordt Subcoal® nog als afvalstof gezien.

Het is begrijpelijk dat veel mogelijke gebruikers niet graag naar lokale overheden toegaan om toestemming te vragen om ‘afval’ te verbranden, laat staan de lokale bevolking die natuurlijk niet zit te wachten op een bedrijf dat ‘afval’ gaat verbranden. N+P werkt daarom aan een oplossing om een status te krijgen die het makkelijker maakt voor bedrijven om hun fossiele brandstoffen te vervangen zonder moeilijke discussies te moeten voeren. Uiteraard dienen er controlemechanismen te blijven, in verband met mogelijke schadelijke emissies.

Maar de drempel om afval te gebruiken om fossiele brandstoffen te vervangen, is momenteel onnodig hoog in Nederland en daarbuiten. Als alle Nederlandse kolencentrales 10 procent van hun steenkool zouden vervangen door Subcoal®, praat je over enkele honderdduizenden tonnen steenkool per jaar, en ruim 50 procent besparing op de CO2-uitstoot. Niet alleen elektriciteitscentrales kunnen gebruikmaken van Subcoal®, ook hoogovens kunnen een deel van hun steenkool vervangen en Subcoal® inzetten als reductiemiddel voor de productie van ruw ijzer. Ook hier ligt de potentie qua verdringing van steenkool hoog.

Deze manier van alternatieve energie is helaas een relatief onbekend fenomeen in Nederland. Nederland is een biomassaland, groene energie winnen wij uit houtpellets, veelal geproduceerd in Noord-Amerika en Canada. Per zeeschip komen deze pellets naar Nederland en worden in elektriciteitscentrales bijgestookt onder een ‘duurzaam’ subsidie regime. Miljoenen euro’s belastinggeld worden zo jaarlijks letterlijk verbrand.

Stopt de subsidie dan stopt de bijstook. N+P hoopt met haar Subcoal®- concept een alternatieve manier te kunnen aanbieden voor het duurzaam produceren van energie of warmte. Het mes snijdt hier aan twee kanten: afval wordt zo toch nog ‘hergebruikt’ en het gebruik van fossiele brandstoffen, en daarmee de uitstoot van CO2, wordt teruggedrongen.