Een circulaire economie staat in Nederland nog in de kinderschoenen. Samenwerking is het devies. “Polderen is geen vies woord, maar juist een pré om de transitie naar een volledig circulaire economie te maken”, aldus Erick Wuestman, bestuurder van Stichting Circulaire Economie.

Circulair ondernemen wordt in Nederland steeds populairder, blijkt uit onderzoek van Nederland Circulair, een publiek-privaat initiatief. Elke maand komen er gemiddeld vijf tot tien nieuwe circulaire initiatieven, producten of diensten bij. In 2016 zou het aantal circulaire ondernemingen met 50 procent zijn toegenomen ten opzichte van 2015. Ook de overheid heeft forse ambities.

In 2050 moet Nederland volledig circulair zijn. In 2030, over dertien jaar, moet er 50 procent minder verbruik zijn van primaire grondstoffen zoals mineralen, fossiele brandstoffen en zeldzame metalen. Een Grondstoffenakkoord, naar het voorbeeld van het Energieakkoord, is eind januari door een groot aantal brancheorganisaties ondertekend.

Kapot concurreren

Maar waarom is een circulaire economie nodig? Een terechte vraag, aldus Michel Schuurman, senior programmamanager bij MVO Nederland. Volgens hem zijn er drie goede argumenten voor een circulaire economie. Allereerst is er in de huidige, lineaire economie sprake van ‘elkaar kapot concurreren op marge’.

Door die ratrace is er minder tijd én geld voor échte innovatie. Ten tweede groeit de middenklasse wereldwijd de komende vijftien jaar van twee naar vijf miljard mensen. Die nieuwe welvaart leidt tot verdere vervuiling en uitputting van de aarde, terwijl sommige metalen nu al schaars zijn. Denk aan een magneet die je mobiel of elektrische tandenborstel laat trillen. Ten derde leidt schaarste tot een toename van politieke en militaire spanning.

Schuurman zegt: “Met een circulaire economie – met ketensamenwerking – wordt er collectief een beter economisch, ecologisch en sociaal perspectief gecreëerd.” Wuestman ziet dat circulair ondernemen gewoon gaver is. De voordelen in een notendop: meer product-en dienstinnovatie; langetermijnrelaties met klanten, toeleveranciers, collega-bedrijven én concurrenten tot gevolg; blijvende verantwoordelijkheid voor de gebruikte grondstoffen na het technische leven van een product. Wuestman zegt: “Daardoor wordt er vooraf meer nagedacht over het ontwerp en de kwaliteit ervan. En dat is winst.”

De voorwaarden

Nederland is al goed in recycling. Zo wordt 80 tot 90 procent van ons papier, karton en metaal gerecycled. Niet genoeg, aldus Schuurman. Volgens hem voldoet écht circulair ondernemen aan drie criteria: kan het product hergebruikt worden? Is het (logistieke) proces circulair georganiseerd? Met andere woorden: beland een circulair product aan het einde van zijn cyclus toch niet in de kliko? En tenslotte, is er een financiële prikkel om het product op te halen, en opnieuw als product, onderdeel of grondstof in te zetten?

Volgens Wuestman kan de overheid als belangrijke opdrachtgever met circulair aanbesteden het verschil maken. De overheid koopt jaarlijks voor 75 miljard euro aan producten en diensten in. Hij zegt: “De markt kan al veel circulaire danspasjes, maar opdrachtgevers zetten vaak niet de juiste muziek op. De sleutel ligt dus bij de opdrachtgever.”

Koffietender Enschede

Goed voorbeeld doet dan volgen. Zo heeft de gemeente Enschede onder meer haar koffie- en theevoorziening circulair aanbesteed. Dat gaat volgens een inkoopmethodiek die door de Stichting Circulaire Economie is ontwikkeld, het zogenaamde Rapid Circular Contracting. Wuestman is als adviseur betrokken bij deze tender: “De directies van de grootste koffiemerken wilden bij de aankondiging van deze aanbesteding aanwezig zijn. Men wist dat in Enschede een circulair marktvoorbeeld in gang is gezet dat door vele andere gemeenten gevolgd gaat worden.”

Wat is er nu anders aan? De gemeente Enschede heeft elke stap in het proces zo circulair verantwoord mogelijk ingevuld: duurzame warme en koude dranken; gezonde bijdragen aan het land van herkomst daarvan; koffiedrab waarvan voedsel wordt gemaakt; recyclebare bekers en stimuleren van hergebruik; mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt actief betrekken bij verschillende stappen in de keten, en levensduurverlenging en hergebruik van koffiemachines.

Wuestman zegt: “Het is gaaf om te zien hoe de grootste koffiemerken mét elkaar en andere ketenpartners aan product – en dienstinnovatie deden. De markt wordt innovatiegericht uitgedaagd op basis van stevige circulaire ambities, in plaats van aanbieders af te rekenen op het voldoen aan minimale eisen”. De Stichting Circulaire Economie gaat dezelfde inkoopaanpak toepassen op onder meer ICT, facilitaire zaken, interieur en de afvalservice.

Bouwsector

Een ander voorbeeld is de bouwsector. Circa 40 procent van ons afval is afkomstig uit de bouwsector. Schuurman heeft in een werkgroep van MVO Nederland samengewerkt met een aantal koplopers uit de bouwwereld. Volgens hem leiden circulair (ver) bouwprojecten door hun ketensamenwerking tot fors lagere faalkosten.

Het gevolg is dat bouwprojecten binnen budget blijven of zelfs budget besparen. Schuurman legt uit: “Dat komt doordat álle partijen, van de architect tot aan de tegelzetter, vooraf met elkaar aan tafel zitten en elkaars wensen en eisen begrijpen.” Hij geeft als voorbeeld het stadskantoor in Venlo, waar met een afnemend budget toch een circulair kantoor is gerealiseerd.

Polderen 2.0?

Samenwerking is en blijft het sleutelwoord, ook bij circulair ondernemen, aldus de experts. Innovatie gebeurt namelijk samen en in een ketensamenwerking. Keiharde eisen en een gemeenschappelijke mentaliteit kunnen goed samengaan, aldus Wuestman. “Polderen zit in ons bloed. Die mindset om samen de schouders eronder te zetten, speelt in Nederland sterk en dat geeft ons een voordeel.”

Volgens Schuurman heeft Nederland een prima voedingsbodem om ‘collectief impact te maken, onderling begrip voor elkaar te tonen en soms water bij de wijn te doen’. Afsluitende tip Nog een tipje van de sluier voor bedrijven die morgen met circulair ondernemen willen starten? Volgens Wuestman moeten bedrijven het vooral niet te complex maken en zich aansluiten bij bestaande initiatieven zoals een Green Deal Cirkelstad, waar steeds meer gemeenten en partijen in de bouw bij zijn aangesloten.

Binnen Cirkelsteden leert men van elkaar, wetend dat er alleen al een opgave ligt om honderdduizenden woningen circulair verantwoord te renoveren. Hij zegt: “Als marktpartij moet je willen trappelen om daarbij aanwezig te zijn.” Schuurman: “Creëer de wil om te veranderen. Waar een wil is, is een weg. Bedrijven die denken dat het hun tijd wel duurt, beleven hun Kodak-momentje.”