In de nacht van zaterdag 28 op zondag 29 april werd Schiphol getroffen door de gevolgen van een stroomstoring in Amsterdam-Zuidoost. Vermoedelijk veroorzaakte het uitvallen van twee verbindingen een zogeheten spanningsdip waardoor het inchecksysteem van de luchthaven tijdelijk buiten gebruik was. Het resultaat: ruim zestig geannuleerde vluchten, tijdelijk afgesloten toegangswegen en een grote hoeveelheid gedupeerde reizigers. “We leven in een samenleving waar in toenemende mate via ICT wordt gecommuniceerd en grote hoeveelheden data – al dan niet bedoeld – digitaal worden vastgelegd”, vat het meest recente jaarlijkse CBS-rapport ICT, kennis en economie samen. Het rapport stelt dat een plan B hierbij niet altijd meer beschikbaar is. Wanneer ICTsystemen uitvallen, is overschakelen op de oude manier van doen niet altijd mogelijk, omdat ICT daarvoor inmiddels te cruciaal is.

Beperkt bewustzijn

Volgens Stijn Grove, directeur van de Dutch Datacenter Association (DDA), was de situatie op Schiphol een mooi voorbeeld dat aan de ene kant liet zien hoe ver de digitalisering zich ontwikkeld heeft en wat daarmee mogelijk gemaakt wordt, maar aan de andere kant ook hoe snel men weer terug bij af is wanneer er iets niet werkt. Het besef dat de samenleving zo sterk afhankelijk is van digitale diensten is nog niet voldoende doorgedrongen. Daaruit volgt dat men zich ook niet altijd realiseert hoe onmisbaar de infrastructuur is waar die diensten op draaien. Zo stonden er in 2017 alleen al in de regio Amsterdam 49 multi-tenant datacenters en 53 datacenters met één huurder. Toch zullen maar weinig mensen zich bewust zijn van de locaties of wat zich erbinnen afspeelt.

Tot op zekere hoogte is dat beperkte bewustzijn te verklaren door het feit dat men in het algemeen geen kennis hoeft te hebben over de technologie achter de diensten die men gebruikt. Zo kunnen burgers en bedrijven prima gebruikmaken van een online bankomgeving zonder te begrijpen hoe deze achter de schermen tot stand komt. Ook beleidsmakers en besluitvormers hoeven geen diepgaand verstand van datacenters te hebben. Wat wel nodig is, is het bewustzijn dat er alles aan gedaan moet worden om die datacenters zo goed mogelijk te laten draaien.

Data in de hoofdrol

De digitalisering is namelijk nog niet klaar. Het CBS-rapport stelt dat ICT een steeds prominentere positie bekleedt in het dagelijks leven. Omdat data hierbij de hoofdrol spelen, moet Nederland de datacentersector serieus blijven nemen. Het land heeft tot nu toe een koppositie gehad, maar deze dreigt te verdwijnen wanneer bepaalde uitdagingen niet worden aangepakt. Zo moet meer geïnvesteerd worden in de aanleg van een stroomnet dat aan de groeiende vraag van datacenters kan voldoen. “Alles wat online gebeurt, staat en draait ergens en gebruikt dus stroom”, aldus Grove. Daarnaast moeten er voldoende mensen zijn die over de juiste kennis en kunde beschikken om datacenters te bouwen, onderhouden en beheren. Er bestaat bijvoorbeeld een toenemende vraag naar elektrotechneuten. Om de groeiende tekorten terug te dringen, moet de onderwijssector daar snel op inspelen. En dit is essentieel, want enkel met behulp van een goede digitale infrastructuur kan Nederland de kansen blijven benutten die digitalisering met zich meebrengt.