De brutowinst voor belasting van niet-financiële bedrijven lag in het derde kwartaal van 2017 op 58,9 miljard euro. Dat was 4,8 miljard euro meer dan in het derde kwartaal van 2016 en het hoogste bedrag sinds het begin van de metingen in 1999. Dat meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

In de eerste twee kwartalen van 2017 was de winst bij niet-financiële bedrijven ook al hoger dan een jaar eerder. In het tweede kwartaal is de winst doorgaans lager dan in andere kwartalen omdat in dat kwartaal vakantiegelden worden uitbetaald.

De brutowinst voor belastingen is gelijk aan de operationele winst plus het inkomen uit vermogen, zoals renteopbrengsten en dividenden, minus de betaalde rente en enkele betalingen aan de overheid in verband met de aardgaswinning, erfpacht en de UMTS-frequenties. De toename van de winst was in het derde kwartaal voor een belangrijk deel toe te schrijven aan de winsten van buitenlandse dochters, die 2,7 miljard euro hoger waren dan in het derde kwartaal van 2016. Vooral bedrijven in de petrochemie, zoals Shell, boekten hogere winsten van buitenlandse dochters.

Operationele winst 1,7 miljard hoger

De operationele winst van de niet-financiële bedrijven was 1,7 miljard euro hoger dan een jaar eerder, ondanks een toename van de loonkosten. Die loonkostenstijging kwam overigens deels door de groei van de werkgelegenheid. De toename van de renteontvangsten was groter dan die van de rentebetalingen.

Van de brutowinst voor belasting betalen niet-financiële bedrijven belastingen als de vennootschapsbelasting. In het derde kwartaal van 2017 betaalden zij bijna 0,7 miljard euro minder vennootschapsbelasting dan een jaar eerder. De betaalde belastingen fluctueren van kwartaal op kwartaal echter flink. In de eerste drie kwartalen van 2017 samen betaalden de niet-financiële bedrijven wel iets meer vennootschapsbelasting dan in dezelfde periode in 2016.

Na betaling van de belastingen kunnen bedrijven het restant aanwenden voor investeringen en besparingen, of dividenduitkeringen aan aandeelhouders. De investeringen in vaste activa waren in het derde kwartaal bijna 0,8 miljard euro hoger dan in het derde kwartaal van 2016. De niet-financiële bedrijven hebben bijna 0,4 miljard euro meer dividend uitgekeerd. Het vorderingensaldo, het verschil tussen de totale inkomsten en de totale bestedingen, kwam in het derde kwartaal van 2017 uit op 23,6 miljard euro, tegen 17,7 miljard euro een jaar eerder.

Bron: CBS