Het land staat de komende jaren voor een paar fikse uitdagingen. De trek naar de stad zorgt voor grotere concentraties mensen binnen de steden, de klimaatverandering en de Parijsakkoorden vragen om een energietransitie, en de infrastructuur loopt tegen het einde van de technische levensduur aan. Als gevolg hiervan moet meer dan eens goed gekeken worden hoe het Nederlandse landschap vormgegeven moet worden, waarbij een integrale aanpak essentieel is.

Nederlandse architectuur

Het is belangrijk om te realiseren dat het invullen van het Nederlandse landschap, en daarmee de openbare ruimte, erg complex is en de komende jaren nog ingewikkelder wordt, stelt Frits van Loon, universitair docent landschapsarchitectuur aan de TU Delft. Dit komt onder andere door de verschillende opgaven waar Nederland de komende jaren mee om moet gaan. Paul Roncken, universitair docent landschapsarchitectuur aan de Wageningen Universiteit, merkt daarbij op dat een systeemsprong nodig is, waarbij bepaalde netwerken (zoals het energie- en het ov-netwerk) radicaal opnieuw uitgedacht moeten worden. Het draait niet alleen om de technische aspecten van het invullen van de openbare ruimte, maar juist ook om het sociale proces: wat betekent dit voor de burger?

Van Loon: “Bij de uitdagingen moet dus niet alleen gekeken worden hoe hiermee om kan worden gegaan, maar ook wat voor consequenties dit heeft voor hoe we leven.”

Complexiteit

“We weten nog niet hoe we de vereiste 49 procent duurzaamheid gaan halen, en er moeten de komende jaren 700.000 woningen bijkomen. Dat staat gelijk aan het nog een keer neerleggen van Den Haag, twee maal zelfs”, vertelt Roncken. Daarnaast lopen de wegen en het ov, die toe zijn aan vernieuwing, dwars door het landschap heen. De schaal van het ingrijpen in het landschap is daardoor erg groot. De complexiteit van het vormgeven wordt vergroot doordat het aantal stakeholders groot is bij het invullen van de openbare ruimte. Het is dus essentieel dat goed gedefinieerd wordt wat precies de opgave voor de ruimte is, hoe het gefinancierd word, en hoe dit over twintig tot dertig jaar gezien wordt.

Ontwerpen en verbeteren

Een van de partijen die een belangrijke stempel drukt op het ontwerpen van de openbare ruimte is de landschapsarchitect. Deze is actief op ieder schaalniveau; van lokaal tot mondiaal. Als gevolg hiervan moet hij of zij werken met veel verschillende partijen en inzicht hebben in de andere werkvelden.

“Dit inzicht moet vervolgens terugvertaald worden naar de leefomgeving van de burger.” Volgens Roncken moet een landschapsarchitect gezien worden als een dokter. Zoals de dokter een lichaam beter maakt, identificeert een landschapsarchitect wat er mis is met een plein, stad of landschap en maakt hij of zij deze beter. “Het draait dus om veel meer dan enkel bepalen waar een boom neergezet wordt. Het doel is ook de leefomgeving verbeteren. Het is én-én.” Van Loon vult aan dat een landschapsarchitect daarom altijd goed moet luisteren en moet achterhalen wat de ander nodig heeft. Hij noemt dit het zoeken naar de vraag achter de vraag, want veelal spelen er andere dingen dan die je direct ziet.

Het vormgeven van Nederland bevindt zich op een historisch moment, doordat er zoveel zal veranderen de komende decennia, aldus Roncken. “Deze veranderingen bepalen onze identiteit voor de komende tien, twintig jaar, en het is als landschapsarchitect erg gaaf om hieraan mee te werken.” Van Loon beaamt dit: “Het gaat hierbij om het mede vormgeven van het karakter en de identiteit van Nederland middels architectuur.”