Het inrichten van de openbare ruimte vraagt expertise uit elke denkbare vakgroep. Samenspraak en cohesie zijn daarom van groot belang, maar helaas wordt de ontwerpfase nogal eens onderschat. Dat stelt Lodewijk Baljon, directeur van LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten. “Het gaat om het integrale plaatje.”
Wat is een goed ingerichte openbare ruimte?
“Een ruimte die goed bruikbaar, maakbaar, en goed te beheren is. Dat komt tot stand door een zorgvuldig ontwerp dat goed wordt uitgevoerd. Natuurlijk leveren deze drie aspecten nog niet direct een bedrijventerrein of park op dat mensen gelijk prachtig vinden. Dat vraagt flink wat van professionals die betrokken zijn bij het ontwerp en de ontwikkeling. Zij moeten te allen tijde nastreven iets te creëren dat reageert op de context. Een plein moet bijvoorbeeld verankerd zijn in de omgeving. Het moet een comfortabele plek zijn, mensen moeten zich er op hun gemak voelen en het moet er overzichtelijk en veilig zijn. Niet iedereen is hetzelfde, en bovendien komen verschillende mensen op verschillende tijdstippen van de dag. Het inrichten van openbare ruimte is geen exacte wetenschap.”
Welke professionals zijn hierbij betrokken?
“Heel veel. Onder andere stedenbouwkundigen, verkeerskundigen, civiele technici, mensen die verstand hebben van ondergrondse infrastructuur, of bijvoorbeeld heel specifi ek iemand die zich bezighoudt met oriëntatiemogelijkheden voor blinden. Ieder heeft zijn eigen vak en de ketting is dan ook zo sterk als de zwakste schakel. Continue samenspraak is essentieel: waar de ene adviseur ervoor wil zorgen dat rioleringen, kabels en leidingen goed liggen, maakt een ander zich weer zorgen om de boomwortels die daar dan niet kunnen groeien. Er moeten voortdurend afwegingen worden gemaakt, zodat er aan de eindstreep een goed geheel ontstaat. Er is steeds meer druk op de openbare ruimte. Actuele opgaven die essentieel zijn voor het inrichten van duurzame openbare ruimte als hemelwaterberging of -infi ltratie zijn substantiële ruimteclaims die een zorgvuldige en integrale inpassing vragen.”
Wat voor rol vervullen landschapsarchitecten?
“Landschapsarchitecten weten dergelijke strijdige eisen als geen ander te combineren. Als integraal ontwerpers kunnen zij zaken bij elkaar brengen en inzichtelijk maken wat het resultaat zou zijn als alle eisen zouden worden ingewilligd. Zo kunnen de betrokken adviseurs beoordelen of dit inderdaad is wat zij voor ogen hadden. Helaas worden landschapsarchitecten vaak ofwel te laat, ofwel te kort ingezet. Vaak wordt gedacht: waarom zouden we een ontwerper inschakelen als een technicus ook tekeningen kan produceren waarmee de openbare ruimte ingericht kan worden? Het kan voor een landschapsarchitect heel vervelend, en bovendien onnodig beperkend zijn, wanneer hij of zij vervolgens pas na de ontwerpfase wordt ingeschakeld. Immers, bouwvergunningen zijn dan al verleend en heipalen zitten al in de grond, dus veel aanpassingen kunnen niet meer worden gedaan. Andersom gebeurt het ook: bij sommige projecten worden landschapsarchitecten weliswaar in het beginstadium betrokken bij het ontwerp van een project, maar wordt ervoor gekozen om technici het ontwerp verder te laten uitwerken. Architecten zijn zodoende niet meer betrokken bij de daadwerkelijke uitvoering. Een gemiste kans, aangezien juist zij relevant zijn voor de kwaliteitsbewaking.”
Wat voor positie heeft jullie bureau?
“Wij hebben een breed scala aan projecten die zeer uiteenlopend van aard zijn, van groot tot klein en zowel binnen als buiten de steden. Dat vinden we prettig, want je leert van alles wat je doet, en die variatie houdt ons alert op relevante ontwikkelingen. Wanneer we een woonwijk ontwerpen, houden we continu in ons achterhoofd wat de relatie is tussen een huis en de omgeving. Zo dwingen we onszelf vanuit verschillende perspectieven naar een project te kijken: hoe gaan mensen met hun tuin om, waar parkeren ze hun auto en wat is de positie van de huizen aan de straat? De ontwerpslag van het abstracte naar het concrete is heel belangrijk. Die bepaalt uiteindelijk de kwaliteit van de openbare ruimte, hoe die functioneert en hoe de omgeving beheerd kan worden. Kortom: of mensen er gelukkig mee zijn of niet. Anders is het hogere, abstracte idee ook nooit relevant geweest.”
Meer informatie |
---|
LODEWIJK BALJON landschapsarchitecten www.baljon.nl |