Stonden apparaten en objecten vroeger nog offline en op zichzelf, tegenwoordig worden zij steeds vaker aan het internet verbonden. Het zogenoemde internet of things (IoT), ofwel ‘internet der dingen’, lijkt haar stempel op de toekomst te drukken.

IoT

Een ontwikkeling met enorm veel mogelijkheden, aldus Mariëlle Stoelinga, hoogleraar Quantitative risk assessment of software systems aan de Radboud Universiteit en Universiteit Twente. Zo kan het IoT het dagelijks leven een stuk makkelijker maken en een legio aan saaie taken gaan overnemen. Denk bijvoorbeeld aan thermostaten of wasmachines die van een afstand te besturen zijn, koelkasten die zelf aangeven wanneer de melk op is, een tas die waarschuwt wanneer je je sleutels vergeten bent of verkeersapps die gebruikers sneller door de files heen kunnen sturen. “Deze toepassingen zijn al veelvuldig in de samenleving te vinden en zullen in de toekomst alleen maar toenemen. Uiteindelijk wordt alles aan elkaar verbonden en besturen we alles vanaf onze smartphone.”

Volgens het rapport van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatie Centrum (WODC) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie is de verwachting dat in 2020 20 tot 30 miljard objecten deel uitmaken van het IoT. Het kan hierbij gaan om kleinere objecten zoals lampen en deursloten, maar ook om grotere zoals auto’s en gebouwen.

“Eigenlijk krijgt alles een internetaansluiting, zodat alle producten en services altijd en overal beschikbaar zijn. Smart everything, anywhere, anytime”, zegt Stoelinga. Ook zal het IoT een belangrijke impact gaan hebben op de economie, consumenten- en industriële markt. In dat kader wordt ook wel van het industrial internet of things (IIoT) gesproken. Door met camera’s en sensoren te werken, kan op afstand worden bekeken of alle productieprocessen op orde zijn en wanneer er voorraden aangevuld moeten worden. Hierdoor hoeft de operator dus niet meer in de fabriek aanwezig te zijn om controles uit te voeren. Kosten zullen dalen en de weg wordt vrijgemaakt voor nieuwe mogelijkheden.

Industrie 4.0

Het IIoT wordt bovenal vaak geassocieerd met een nieuwe industriële revolutie, ofwel industrie 4.0. Een van de meest veelbelovende toepassingen is predictive maintenance, een toepassing waarmee fouten sneller voorspeld kunnen worden, aldus Stoelinga. Door een combinatie van slimme sensoren en data analytics, kan een IIoT-netwerk steeds monitoren wat de stand van zaken is in de fabriek of productieproces. Sensoren meten onder meer trillingen, de luchttemperatuur en vochtigheid in de ruimte. Door middel van big data analyses kunnen zij een abnormale conditie in een pijpleiding of robotarm opmerken, dan kan direct worden ingegrepen. Machines kunnen zelf automatisch kapotte onderdelen vervangen, terwijl een monteur op de hoogte wordt gesteld.

De sensoren leiden er ook toe dat productieprocessen kunnen worden geoptimaliseerd. Door onderdelen aan processen te koppelen, weten machines automatisch welke handelingen zij in welk onderdeel moeten uitvoeren. Ook is er ruimte voor flexibiliteit en personalisering, vervolgt Stoelinga. “Denk bijvoorbeeld aan muziekinstrumenten op maat of unieke kledingstukken die kunnen worden uitgeprint. Er worden dingen mogelijk die hiervoor niet denkbaar waren.”

Risico’s

Het verzamelen van grote hoeveelheden data en de inzet van verbonden apparaten heeft echter ook een schaduwzijde. Zo zijn er grote privacy- en cybersecurity-risico’s aan het IoT verbonden, aldus Stoelinga. Elk object kan in principe smart gemaakt worden, want het enige wat hiervoor nodig is, zijn sensoren. Maar om het vervolgens ook secure en hacker proof te maken, is een tweede. “Van fabrikanten van smart speelgoed of dildo’s is al gebleken dat zij hier niet goed over na hebben gedacht, terwijl dit zaken zijn die zij uiterst serieus moeten nemen.” Stoelinga vindt het dan ook opvallend dat hoewel er voor safety allerlei keurmerken bestaan, er in het geval van security nauwelijks toetsing plaatsvindt. Een situatie die veranderd zal moeten worden om de veiligheid te garanderen.

Daarnaast blijkt uit het onderzoek van het WODC dat IoT-toepassingen op verschillende wijze inbreuk kunnen maken op het recht op privacy. Ze genereren immers enorm veel gegevens waarvan het gebruik als een ongewenste inmenging in de persoonlijke levenssfeer kan worden ervaren. In het extreemste geval kan dit ertoe leiden dat mensen hun gedrag aanpassen doordat zij het gevoel hebben constant door het netwerk in de gaten te worden gehouden. Zo kunnen zij plekken gaan vermijden of overheidsdiensten negeren.

Goed voorbereid

Om de vruchten van het IoT te plukken is het dan ook belangrijk om zowel oog te houden voor de kansen als uitdagingen die het netwerk met zich meebrengt. Software, data analyse en artificiële intelligentie gaan steeds belangrijker worden, concludeert Stoelinga. “Heel ons leven zal veranderen, of dat nu in de thuissituatie is, op het werk, in het ziekenhuis of op vakantie. En daar kunnen we maar beter goed op voorbereid zijn.”