Mannen die in hun eerste zes jaar op de arbeidsmarkt vaker een reeks van atypische arbeidsrelaties hebben, vinden zichzelf minder gezond. Dat blijkt uit een studie van Ioana van Deurzen en Sonja Bekker.
Discussies omtrent flexibele banen
Er worden in Nederland steeds meer kritische vragen gesteld over flexibele arbeid, bijvoorbeeld in discussies over de voorgenomen Wet arbeidsmarkt in balans. Maar welke impact heeft atypische arbeid op de gezondheid van mensen die nieuw op de arbeidsmarkt instromen? Deze vraag staat centraal in het onderzoek Ioana van Deurzen en Sonja Bekker.
Zij volgden werkenden in de eerste zes jaar dat zij actief zijn op de Nederlandse arbeidsmarkt. Heeft een langdurig verblijf in atypische arbeid, zoals tijdelijke contracten en zelfstandig ondernemerschap, een negatief effect op hoe gezond werkenden zich voelen?
Genderverschillen in flexwerk
Uit de analyse blijkt dat mannen die in hun eerste zes jaar op de arbeidsmarkt vaker een reeks van atypische arbeidsrelaties hebben, zichzelf minder gezond vinden. Voor vrouwen geldt dit verband niet. Meer onderzoek is nodig om deze resultaten te verklaren. Heeft het te maken met het kostwinnersmodel of het anderhalfverdienmodel en de verwachting dat mannen voor een stabiel gezinsinkomen zorgen? Of laat een andere meting van gezondheid andere resultaten zien?
Lees meer over het onderzoek in: Ioana van Deurzen en Sonja Bekker (2018), Who suffers from the cumulation of atypical employment? A longitudinal analysis based on Dutch data