Transport en logistiek vormen samen een van de topsectoren van Nederland. Nederland is met name goed in ketenregie, ofwel het ondersteunen van verschillende ketens met dezelfde middelen: infrastructuur, slim organiseren en logistieke kennis. Maar dat wil niet zeggen dat de sector niet moet blijven vernieuwen.
De rest van de wereld kijkt naar Nederland, zegt Arthur van Dijk, voorzitter van branchevereniging voor de transport en logistieke sector TLN. “We scoren goed, maar dat moet over 10 jaar ook nog zo zijn.” Volgens Van Dijk behoort Nederland met de logistieke sector in de top-10 wereldwijd. Om in die top te blijven, is het volgens hem belangrijk dat de processen maximaal efficiënt worden uitgevoerd; optimaliseren in de keten is de andere opdracht voor de sector.
Het bundelen van vrachten gecompliceerd
Dat twee partijen hun vrachten bundelen opdat geen van beide met halflege vrachtwagens de weg op gaan, gebeurt al. Maar om echt te optimaliseren, tussen verschillende partijen en vervoerskanalen, is er meer nodig, zegt Van Dijk. “Het is gecompliceerd. Een voorbeeld: weg, water- en luchtvervoer kennen verschillende regelgeving. Het is heel lastig om dat allemaal op elkaar te laten aansluiten.”
Het zogeheten 4C-concept, dat staat voor cross chain collaboration center, is een soort ideaalbeeld volgens Van Dijk. Een soort verkeerstoren waarin aanbod en vraag aan elkaar worden gekoppeld, door informatie- en goederenstromen van verschillende verladers te combineren.
Mindshift nodig
Er is al het nodige geprobeerd om het 4C-concept van de grond te krijgen, vertelt Albert Veenstra, directeur van Nederlands Instituut voor Geavanceerde Logistiek TKI-Dinalog. Maar succesvolle samenwerkingsverbanden zijn er nog niet veel. TKI-Dinalog zet kennisprojecten op en jaagt innovatie in de sector aan.
Het is wellicht wat te veel als een planningsprobleem benaderd, zegt Veenstra, “als het optimaliseren van een logistiek vraagstuk dat inzicht vereist in de data van alle partijen, terwijl de verladers ook concurrenten van elkaar zijn.” Wat nodig is, is een mindshift, vindt hij. Waarin de noodzaak om samen te werken meer wordt gevoeld door de economische belangen die ermee gemoeid zijn, waardoor het wantrouwen juist wat naar de achtergrond raakt. En die mindshift, daar zit de sector nu middenin.
Leren loslaten
Toch zijn er al verschillende voorbeelden van initiatieven waaruit blijkt dat het wel kan: het combineren van vrachten, zodat chauffeurs zowel heen als terug zoveel mogelijk met volle wagen rijden. Neem logistiek dienstverleners die hun vrachten voor grote supermarktketens combineren met andere ladingsstromen om hun eigen ritten aan te vullen.
Daar springen partijen op in die dergelijke ladingsstromen voor hen regelen, legt Veenstra uit. Een rol voor TKI-Dinalog is er ook, vindt hij. Er kunnen mededingingsvraagstukken aan de orde komen, waarbij het zinnig is als het kennisinstituut met de Autoriteit Consument en Markt gaat praten. Van Dijk spreekt de wens uit dat de overheid op dit vlak leert loslaten als het de ambities van de sector deelt. “De markt gaat zorgen voor vernieuwing als de overheid zorgt voor administratieve verlichting en de juiste randvoorwaarden.”