Beleggen is aan een opmars bezig. Meer en meer particulieren komen tot de conclusie dat dit een goede manier is om bestaand kapitaal te laten groeien en voor de oude dag een reserve op te bouwen. Wat zijn zaken om in de gaten te houden? En hoe doe je het goed?

Met de rente op een op het oog stabiel laag punt, levert sparen niet heel veel meer op. Sterker nog, de renteopbrengst van sparen weegt niet op tegen de inflatie. Wie streeft naar een financieel appeltje voor de dorst of zijn of haar vermogen wil laten groeien, komt daardoor al gauw terecht bij een alternatieve oplossing. Beleggen. Het aantal particuliere beleggers in Nederland neemt dan ook snel toe. In het rapport ‘Belangrijke inzichten over zelfstandige beleggers’ uit december 2015 telde de AFM (Autoriteit Financiële Markten) al 970.000 particuliere beleggers. Uit onderzoek van Kantar NTS, eind 2017, blijkt dat dat aantal al is gestegen naar een kleine 1,4 miljoen particulieren. Anders gezegd: steeds meer Nederlanders voelen de behoefte en durven met hun spaargeld iets te doen.

“Uit onderzoek blijkt dat over het algemeen beleggen op de lange termijn een hoger rendement geeft dan sparen. Hoeveel precies is lastig te meten.”

Alternatief

Mathijs van Dijk is hoogleraar aan de Rotterdam School of Management (Erasmus Universiteit) en bezet de leerstoel Financiële Markten. Hij doet onderzoek naar aandelenmarkten over de hele wereld. “Hoe functioneren ze? Hoe komen prijzen tot stand? Hoe worden aandelen verhandeld? Dat soort vragen”, licht hij toe. Hoewel zijn interesse in het onderzoeksgebied duidelijk is, beantwoordt hij de vraag of beleggen het goede alternatief is voor sparen niet met een eenduidig ja. “Het is een heel persoonlijke vraag, die iedereen voor zichzelf moet beantwoorden. Uit onderzoek blijkt dat over het algemeen beleggen op de lange termijn een hoger rendement geeft dan sparen. Hoeveel precies is lastig te meten. Maar dat rendement kun je zien als compensatie voor het extra risico dat je loopt. De beurs kan namelijk onderuit gaan en dan raak je een deel van je geld kwijt. Of bij beleggingsproducten als opties mogelijk zelfs alles.”

Persoonlijke keuze

Van Dijk onderkent dat sparen qua rendement momenteel niet aantrekkelijk is. Maar dat wil nog niet direct zeggen dat beleggen dus extra aantrekkelijk is. In het rendement van beleggen zit een zogeheten risicopremie: dit is rendement ten opzichte van bijvoorbeeld je geld op de bank zetten. Stel dat de risicopremie op aandelen 3 procent is, dan zouden aandelen op de lange termijn gemiddeld genomen 3 procent extra rendement per jaar opbrengen ten opzichte van een spaarrekening. Als de rente op spaargeld bij de bank 5 procent is, dan verwacht je op aandelen op de lange termijn dus zo’n 8 procent. Is de rente op spaargeld 0 procent, dan verwacht je op aandelen 3 procent. Kortom, het verwachte rendement op aandelen beweegt mee met de rente. Een lage rente gaat dus hand in hand met lage verwachte rendementen op aandelen. Daarnaast bestaat altijd het risico op financiële zeepbellen die vervolgens uit elkaar spatten als de beurs onderuit gaat. Aandelenprijzen zijn de afgelopen jaren flink gestegen, hoewel de laatste maanden een correctie lijkt te zijn ingezet. Het bepalen van de fundamentele waarde van aandelen is erg lastig en dus weten we nooit zeker of we in zo’n zeepbel zitten. Het derde argument waarom het antwoord niet eenduidig is, is dat beleggen een heel persoonlijke keuze is. “Er is een enorm verschil in het risico dat mensen met hun geld willen lopen. Dat is een kwestie van karakter, sommige mensen worden helemaal gek als ze elke maand naar hun beleggingsstaatje kijken en schrikken van de schommelingen. En mensen zitten in verschillende posities om risico’s te nemen. Voor Bill Gates ligt dat anders dan voor iemand die een modaal inkomen heeft.” Voor wie belegt of wil gaan beleggen, kun je de mate van risico ook nog zelf bepalen. Beleggen in aandelen is risicovoller dan beleggen in obligaties.

Een vak?

Met de komst van veel nieuwe particuliere beleggers op de markt, ontstaat de vraag of beleggen een vak is. Ook hier is het antwoord voor Van Dijk niet eenduidig. Beleggen is een complexe zaak, nuanceert hij. Er zijn veel mogelijkheden en tienduizenden verschillende aandelen, obligaties en derivaten. “Als je daar iets van wilt weten, vraagt het wel om enige opleiding en tijd. Veel kennis is voorhanden en nodig om echt goed te beleggen. Maar anderzijds ben ik zelf het bewijs dat veel kennis niet per se een betere belegger oplevert. Veel kennis geeft niet automatisch succes.” Zelf begon Van Dijk in 2007 met beleggen, zo ongeveer het meest ongelukkige moment om in te stappen sinds jaren. En dus speelt de factor geluk ook een rol. Wie op het juiste moment aandelen koopt van een bedrijf dat op het punt staat snel te groeien, is spekkoper.

Veiliger beleggen

Het onderzoek van Kantar NTS noemt het opvallend dat een grote groep beleggers meent dat beleggen steeds veiliger is geworden. De stabiele beursontwikkeling in 2017 zal daar mede aan hebben bijgedragen. Ook de AFM constateerde in 2015 al in het eerder genoemde rapport dat “een aantal aanbieders al ondersteuning biedt aan hun beleggende klanten; de een op grotere schaal dan de ander. Zo zijn er aanbieders van beleggingsdienstverlening die risicovolle producten uit het assortiment hebben verwijderd. Er zijn aanbieders die slecht presterende klanten voorzien van feedback en hen wijzen op andere beleggingsstrategieën en andere vormen van dienstverlening. Er worden dashboards aangeboden waarbij het risico van de portefeuille wordt afgezet tegen de risicobereidheid van de klant. Lopen deze niet in de pas? Dan ontvangt de klant een waarschuwing en wordt hij geholpen bij het aanbrengen van spreiding. Er zijn aanbieders die hun klant aanmoedigen hun beleggingsdoel inzichtelijk te maken waarna de kans op het behalen van dat doel inzichtelijk wordt gemaakt. Een stap verder gaat het als aanbieders eenvoudige producten aanbieden voor mensen met een bepaald doel; bijvoorbeeld pensioen.”

“Als je je voortdurend zorgen maakt over je aandelen, dan moet je het gewoon niet doen.”

Tips voor beginners

Tegelijkertijd constateert Van Dijk dat veel particulieren zélf initiatief nemen. Ook voor hen zijn er een aantal zaken om goed in het oog te houden. “Allereerst, en dit is een heel oude tip: spreiden. Denk aan een paar honderd verschillende aandelen, ook internationaal. Tegenwoordig is dat prima te doen met een index tracker. Zo kun je van een deel van het risico van beleggen afkomen.” Ten tweede adviseert Van Dijk beleggers met weinig tijd om te beleggen in passieve beleggingsproducten, en niet in actieve beleggingsfondsen. Hij ziet maar weinig bewijs dat actief beleggen of stock picking meer oplevert. Bovendien zijn de kosten hoger. Over kosten gesproken. Tip drie is om daar goed naar te informeren en ook tussen verschillende aanbieders te vergelijken, iets wat de AFM ook voorstaat. Van Dijks vierde tip: “Denk aan je nachtrust. Als je je voortdurend zorgen maakt over je aandelen, dan moet je het gewoon niet doen. Je moet er ook niet te vaak naar kijken. Aandelenkoersen schommelen altijd en als je van alle neergaande lijnen wakker ligt, helpt het je niet. Beleggen is altijd een kwestie van de zaken de tijd gunnen. Denk gerust aan tien of twintig jaar.”