Het begrip duurzaamheid en duurzaam beleggen dringt langzaam door tot alle facetten van de samenleving. De beleggingswereld is daar geen uitzondering op. Particulieren die overwegen hun geld duurzaam te beleggen, hebben daar steeds meer mogelijkheid toe. Hoe gaat dat in zijn werk en – ook niet onbelangrijk – levert het wat op? 

Een waardevolle discussie over duurzaam beleggen kan niet anders dan beginnen bij de vraag: wat is ‘duurzaam’ beleggen? Universitair docent Financiën aan de Universiteit van Maastricht en de Open Universiteit Jeroen Derwall noemt het een containerbegrip waar termen als (maatschappelijk) verantwoord beleggen, sociaal verantwoord beleggen en ethisch beleggen zich onder scharen. “Strikt genomen zijn dat allemaal andere begrippen. In de uitvoering kijken een maatschappelijk verantwoorde belegger en een ethische belegger echter veelal naar dezelfde criteria. Met als gevolg dat deze manier van beleggen samengevat wordt als sustainable investing, of duurzaam beleggen. Tegenwoordig verstaat men onder duurzaam beleggen grofweg het rekening houden met een of meerdere ecologische, sociale of governance-factoren (ESG) bij het selecteren van beleggingen. ”

Duurzaam beleggen door uitsluiting en best-in-class screening van bedrijven

Hoewel het gevoel kan bestaan dat duurzaam beleggen een trend van de laatste jaren is, kozen mensen er een paar honderd jaar terug al voor om vanuit een ethisch standpunt hun geld niet te besteden aan bepaalde industrieën of sectoren. “Dat was in feite de eerste vorm van duurzaam beleggen: het uitsluiten van bepaalde beleggingen zoals die in tabaks- en wapenproducenten”, aldus Derwall. Naast investeren volgens uitsluitingscriteria, ontstonden varianten die zich juist richtten op de positieve prestaties van bedrijven: hoe scoort een bedrijf op het gebied van milieu-impact, mensenrechten of werknemersrelaties ten opzichte van concurrenten binnen dezelfde industrie? Derwall: “Dat heet ook wel positief screenen of best-in-class screenen en is gebaseerd op het idee dat het ene bedrijf in bijvoorbeeld de fossiele industrie ‘beter’ kan zijn dan het andere bedrijf.” 

Dat was in feite de eerste vorm van duurzaam beleggen: het uitsluiten van bepaalde beleggingen zoals die in tabaks- en wapenproducenten.

Particulieren die vandaag de dag overwegen duurzaam te beleggen voor rendement, zullen beide manieren van screenen nog tegenkomen. Veel beleggingsfondsen passen een of beide methoden van screening toe bij het samenstellen van de portfolio voor duurzaam beleggen. “De fondsen verschillen onderling in wat ze precies doen. Heel veel sluiten bepaalde moreel verwerpelijke industrieën uit en kijken tegelijkertijd op een beste in class-manier naar leiders binnen andere sectoren. Er zullen ook banken zijn die enkel volgens uitsluitingscriteria werken, of juist helemaal niet”, vertelt Derwall. Normen en waarden zijn echter steeds belangrijker bij duurzaam beleggen. Het verwachte rendement staat dus niet langer op nummer één. 

Persoonlijke voorkeur bij duurzaam beleggen

Welke manier van duurzaam beleggen het beste bij iemand past, hangt af van persoonlijke voorkeuren en zijn normen en waarden, stelt de universitair docent. Iemand die puur vanuit morele afwegingen en persoonlijke normen en waarden duurzaamheid in acht wil nemen bij het beleggen, wil waarschijnlijk niets te maken hebben met fossiele brandstoffen, tabak of wapens. Dan is moreel beleggen volgens uitsluitingscriteria een goede optie. Een andere belegger is misschien voornamelijk op zoek naar een goed rendement. In dat geval kan het interessant zijn om een best-in-class-screening toe te passen en te investeren in bedrijven die binnen hun sector vooruitstrevend zijn op het gebied van bepaalde duurzaamheidsproblematiek. Derwall noemt een vleesverwerker als voorbeeld. “We weten dat die bepaalde duurzaamheidsuitdagingen zal tegenkomen, dus dat geldt ook voor jouw portefeuille als je daarin belegt. Het kijken naar maatstaven die aangeven hoe bedrijven dergelijke uitdagingen op een positieve manier proberen aan te gaan, kan dan op de lange termijn financieel interessant zijn vanwege een goed rendement.”

Totaalwaarde duurzaam beleggen in Europa €12.3 biljoen

Dat duurzaam beleggen in verschillende soorten en maten bestaat, blijkt ook uit de rapporten over duurzaam beleggen van de Global Sustainable Investment Alliance, een internationale samenwerking van duurzame beleggingsorganisaties. Sinds 2012 brengt het samenwerkingsverband iedere twee jaar een rapport uit over de wereldwijde staat van duurzaam beleggen, waarbij maar liefst zeven verschillende classificaties onderscheiden worden [zie kader]. De meest recente versie (2018) stelt dat duurzame beleggingen binnen de vijf grote markten – Europa, Verenigde Staten, Japan, Canada en Australië/Nieuw-Zeeland – begin 2018 in totaal $30.7 biljoen waard waren, een toename van 34 procent ten opzichte van 2016. Die waarde laat zich vertalen naar een marktaandeel variërend van 18 procent in Japan tot 63 procent in Australië en Nieuw-Zeeland. In Europa groeide de totaalwaarde van duurzame beleggingen ten opzichte van 2016 met 11 procent naar €12.3 biljoen, maar nam het marktaandeel af van 53 tot 49 procent. 

Duurzaam beleggen nog sterk in ontwikkeling

Het rapport stelt dat de afname in het marktaandeel op papier veroorzaakt zou kunnen worden door strengere regels en definities met betrekking tot duurzaam beleggen. Zaken die volgens Derwall juist nog wat extra aandacht behoeven. “Het genoemde marktaandeel zou misschien wat genuanceerd moeten worden. Het is voor bedrijven en fondsen niet al te moeilijk om zich als duurzaam te classificeren, maar de vraag is: hoe duurzaam? Is het vermijden van investeringen in tabak voldoende of is er meer voor nodig?” Hij wijst erop dat de regelgeving die moet helpen dit soort vragen te beantwoorden continu in ontwikkeling is. Zo is het voor veel beursgenoteerde bedrijven in Europa al verplicht om een duurzaamheidsverslag uit te brengen en komt er vanuit de Europese Unie een verplichting voor assetmanagers om te rapporteren over duurzaamheidsrisico’s. “Er komt vanuit regulatoren meer druk op bedrijven en beleggers om te laten zien wat men met duurzaamheid doet. Dat zal ertoe leiden dat duurzaam beleggen nog verder zal professionaliseren.”

Minder rendement bij duurzaam beleggen niet altijd een probleem voor belegger

Duurzaamheid is klaarblijkelijk niet meer weg te denken uit de beleggingswereld. Dat de motivatie om duurzaamheid als factor mee te nemen verschilt per persoon, benoemde Derwall al. Zo zijn er mensen die van duurzame beleggingen verwachten dat ze wat meer kosten en dat een duurzaam fonds meer kosten in rekening brengt. Zij zijn bereid om rendement op te geven omwille van hun normen en waarden. Er zijn echter ook veel mensen die in beginsel beleggen om een zo hoog mogelijk rendement te verdienen, waarvan een aantal denkt dat te kunnen bereiken door duurzaam te beleggen. Het empirische bewijs geeft beide groepen gelijk. Er zijn studies waarin is aangetoond dat duurzame beleggingen beter renderen dan niet-duurzame, terwijl andere studies het tegenovergestelde concludeerden. Wel denkt Derwall dat er voldoende wetenschappelijke argumenten zijn die in ieder geval het milieuaspect van duurzaam beleggen ondersteunen. “Extreme droogte veroorzaakt reële risico’s en een stijging in kosten voor sommige bedrijven. Daar kun je uit concluderen dat klimaatverandering gevolgen heeft voor de financiële prestaties van die bedrijven binnen een duurzaam beleggen portfolio.”

Extreme droogte veroorzaakt reële risico’s en een stijging in kosten voor sommige bedrijven. Daar kun je uit concluderen dat klimaatverandering gevolgen heeft voor de financiële prestaties van die bedrijven binnen een portfolio.

Zoek de juiste informatie bij duurzaam beleggen

Het kiezen voor een ‘duurzame’ portfolio is voor veel beleggers niet makkelijk als het gaat om duurzaam beleggen. Wat de motivatie ook is, over de daadwerkelijke impact van duurzaam beleggen is nog te weinig bekend om uitsluitsel te geven, vertelt Derwall. De vraag is bijvoorbeeld of het uitsluiten van een industrie uit een portfolio die industrie duurzamer maakt. Wel zorgt het ervoor dat het onderwerp meer aandacht krijgt, hetgeen ook resulteert in meer en beter gestructureerde informatie voor potentiele beleggers. Zo verschaffen ratingbureaus tegenwoordig data over het duurzaamheidsprofiel van een onderneming. Omdat de hoeveelheid informatie overweldigend kan zijn, adviseert de universitair docent particulieren om bedrijven te beoordelen op de duurzaamheidsuitdagingen die relevant zijn voor die sector. “Die hoeven voor een hotelondernemer niet hetzelfde te zijn als voor een vleesverwerker”, stelt hij. Gewapend met relevante informatie kan ook de beginnende belegger zich op de duurzame markt begeven, hopend op een beter rendement, een betere wereld, of misschien een beetje van allebei.  

Auteur: Laura Fransen