Binnen de veehouderij neemt voeding een belangrijke rol in. Niet alleen zorgt de juiste voeding ervoor dat dieren lekkerder in hun vel zitten en hierdoor minder agressief gedrag vertonen, ook heeft het invloed op hun output. Veevoederproducent AgruniekRijnvallei is hier volop mee bezig. Met innovatieve natuurlijke voeders worden de afnemers geholpen met het beste uit hun dieren te halen. Johan Schuttert (commercieel directeur) en Dennis van Vilsteren (hoofd nutritie) vertellen.

Wat is het belang van goede voeding binnen de veehouderij?

Van Vilsteren: “Voeding heeft een hele belangrijke invloed op de darmgezondheid van een dier, en daarmee op de algehele gezondheid van dit dier. Een goede gezondheid is bij landbouwhuisdieren erg belangrijk, omdat een gezond dier een hogere output heeft. Om een dier te laten presteren, heeft het voedingsstoffen nodig. Zorgen voor de juiste voedingsstoffen verhoogt de efficiëntie van het dier. Daarnaast voelt een gezond dier zich beter, dus voeding oefent invloed uit op het welzijn.”

Schuttert: “Als een dier het voer op een goede manier verteert, en de darmen optimaal functioneren, voelt hij zich happy. En dieren die zich happy voelen, leven rustig en vertonen minder agressief gedrag. Kippen die zich niet goed voelen, omdat hun vertering niet goed werkt, zullen elkaar aanvallen en vertonen kannibalisme. Daar hebben wij als diervoederproducent dus veel invloed op. Het belangrijkste is: als de darmgezondheid goed is, voelen de dieren zich goed, is hun welzijn hoger en zijn ze productiever.”

Wat zijn de belangrijkste afwegingen bij de ontwikkeling van nieuwe diervoeding?

Schuttert: “Dat hangt helemaal af van het exacte doel dat je voor ogen hebt met het voer voor de dieren. Bij pluimvee is het bijvoorbeeld belangrijk om altijd mooie eieren te krijgen van een bepaald gewicht. Daarom zorgen wij ervoor dat de samenstelling van onze voeding zo is dat de vertering ervan optimaal geschiedt, zodat ieder ei van iedere kip precies goed is.”

Van Vilsteren: “Daarnaast is een aantal jaren geleden het kapverbod bij kippen ingevoerd, als gevolg waarvan de snavel niet meer behandeld mag worden. Het kappen van de snavel was in eerste instantie ontstaan in het kader van welzijn. Zonder scherpe snavel kunnen kippen elkaar minder makkelijk aanvallen en verwonden. Wanneer kippen wel hun hele snavel hebben, is het nog belangrijker dat zij zich happy voelen en geen ongewenst gedrag vertonen. Aan ons de taak om voer te ontwikkelen dat hiervoor zorgt.”

Wat maakt jullie pluimveevoeding uniek?

Van Vilsteren: “Dat zijn de samenstelling, structuur en grootte van de deeltjes in het voer. Binnen ons onderzoek hebben wij gekeken hoe een kip met een hele snavel eet en hoe dit verschilt van een kip met een behandelde snavel, en welk voer hier dan bij past. Ook hebben wij onderzocht welke grondstoffen goed verteerbaar zijn en welke niet. Tot slot hebben we ontdekt dat als de losse deeltjes in het voer niet van gelijk formaat zijn, kippen geneigd zijn om de grote deeltjes eerst te eten. Die zijn makkelijker te pakken en veelal lekkerder, dit terwijl in de fijne deeltjes vaak juist de goede mineralen en voedingsstoffen zitten. Daarom is het van groot belang dat iedere hap hetzelfde is. Door deze inzichten te combineren, konden wij precies het juiste voer ontwikkelen, dat gezonde hennen oplevert die allemaal mooie en goede eieren leggen.”

Schuttert: “Binnen de legkippen bestaan verschillende rassen, met ieder hun eigen specifieke behoeften. Met onze voeding houden wij rekening met deze verschillende eisen, waardoor iedere soort kip eigen voeding heeft dat precies op haar afgestemd is.”

Goede voeding maken is een proces dat nooit af is. Waarom is dat zo?

Van Vilsteren: “Allereerst omdat welzijnseisen continu veranderen, evenals de manier van het houden van landbouwhuisdieren. Zo heeft een kip die buiten loopt andere behoeften dan een kip die in een klein hokje zit. Daarnaast verandert wetgeving, bijvoorbeeld over wat wel en niet in het voer mag zitten. Zo is het niet meer toegestaan om standaard antibiotica toe te voegen. Tot slot verandert ook de genetica van dieren, en blijven kippenrassen zich ontwikkelen. Kippen worden steeds beter en efficiënter, en ook dit vraagt om een ander soort voer.”

Hoe gaan jullie op dit gebied te werk?

Schuttert: “Wij kijken altijd naar de ontwikkelingen in de wereld; wat zijn de eisen en waar gaat het naartoe? We gaan altijd te werk zoals bij het kapverbod; toen deden wij al proeven voordat het verbod inging. Je weet dan nooit 100 procent zeker of iets doorzet, maar op die manier ben je er klaar voor. Zo kun je fungeren als voorloper omdat je al ervaring hebt op het gebied van de ontwikkelingen. Om dit mogelijk te maken hebben wij een onderzoeksbedrijf. Hier testen we ontdekkingen in de praktijk.”

Van Vilsteren: “In dit proces zijn de voerafnemers onze partners. Wij stemmen onze werkwijze af op individuele bedrijven, waarbij iedere afnemer eigen voer krijgt. Het begint altijd bij een theoretisch verhaal dat we vervolgens uitrollen naar de praktijk. Een recent voorbeeld hiervan is het voer aanpassen aan de behoefte van een dier gedurende de dag. Zo heeft een kip in de ochtend meer energie en eiwit nodig, en in de avond juist meer calcium. Door het voer hierop af te stemmen, kun je meer bereiken met minder voer en met minder verlies van mineralen.”

Jullie hebben een groot deel van de biologische markt in de pluimveevoersector veroverd. Wat onderscheidt AgruniekRijnvallei?

Schuttert: “Wij hebben heel vroegtijdig echt serieus onderkend wat de veranderingen in de markt waren, en goed gekeken naar wat we anders moesten doen om mee te kunnen bewegen met deze veranderingen. Met betrekking tot ons innovatieve pluimveevoer hebben we echt geïnvesteerd in onze biologische fabriek, waarbij we ons productieproces hebben moeten aanpassen, evenals onze apparatuur binnen de fabriek. In het begin was dit wellicht niet de meest efficiënte keuze, en heeft het veel geld gekost, maar nu is het het allemaal waard en levert het ons veel rendement op. We kijken bij de ontwikkelingen altijd naar waar onze afnemers bij gebaat zijn. Omdat zij allemaal andere wensen hebben, wordt het voer op bestelling geproduceerd en hebben we niets op voorraad. De aanpassingen die we gedaan hebben voor biologisch voer hebben we doorvertaald naar de productie van ons reguliere voer. Ook daar werpt het zijn vruchten af.”

Hoe zien jullie de toekomst in de diervoedersector in Nederland?

Schuttert: “De kwestie rondom dierenwelzijn zal steeds groter worden, en zal veel invloed uitoefenen op de voedersector. Het welzijnsniveau van de dieren moet worden afgestemd op de wensen van de consument, en hier speelt voeding dus een grote rol bij. De sector moet hier energie in steken, omdat gekeken moet worden hoe een hoger dierenwelzijn mogelijk gemaakt kan worden zonder ingrepen. Dus hoe zorg je ervoor dat de dieren verzadigd zijn en een goede spijsvertering hebben, zodat ze geen agressief gedrag vertonen? Ook het meer naar buiten laten gaan van dieren vraagt om aanpassingen binnen de sector. Als gevolg van deze ontwikkelingen wordt het werk uitdagender; je moet er echt verstand van hebben. Maar dit maakt het werk juist leuk. Het kunnen leveren van succesvolle producten aan onze afnemers; daar halen wij veel voldoening uit!”

AgruniekRijnvallei

Meer informatie
http://www.argroep.nl/
info@argroep.nl
0317-49959