Een gezond en veilig magazijn leidt niet alleen tot minder ongevallen op de werkvloer, het werk wordt ook efficiënter uitgevoerd met als resultaat stijgende bedrijfspresentaties. Toch blijkt het in de praktijk voor veel bedrijven lastig om de juiste aanpak te kiezen om een dergelijk magazijn te creëren.

Sterker nog: zo’n 58 procent van de bedrijven in groothandel, industrie, logistiek en transport beschikt niet over een RI&E, een Risico- Inventarisatie & Evaluatie. Daardoor ontbreekt het inzicht in risico’s en de consequenties daarvan. Het ontbreken van zo’n RI&E is vaak een gevolg van laksheid, soms totale onbekendheid en daarnaast zijn bedrijven niet altijd aangesloten bij een brancheorganisatie die een RI&E adviseert en gerichte informatie kan bieden. Althans, dat is de indruk van Daniëlle Gevers Deynoot-de Booij, beleidsadviseur bij EVO.

EVO is de organisatie van ondernemers in handel en industrie en behartigt hun belangen op het gebied van goed functionerende goederenstromen, inclusief opslag. Mede daarom was de EVO, samen met de BMWT (belangenbehartiger van leveranciers van bouwmachines, magazijninrichtingen, wegenbouwmachines en transportmaterieel), initiatiefnemer om de Code Gezond en Veilig Magazijn op te zetten.

Waarom een code?

“Ondanks jaren van intensief campagnes voeren om magazijnen veiliger te maken, werden de cijfers niet beter”, motiveert Gevers Deynoot de instelling van de code. Halverwege oktober waren in Nederland dit jaar bijvoorbeeld al acht doden te betreuren door ongevallen met heftrucks. Niet uitsluitend in magazijnen, maar toch. De website van de BMWT meldt dat het aantal dodelijke slachtoffers in het eerste halfjaar van 2016 steeg met meer dan 50 procent vergeleken met vorig jaar. In 2015 bevond 13 procent van de medewerkers op de bouwplaats zich regelmatig in een onveilige situatie. Liefst 6 procent zegt dat de veiligheid niet voor elkaar is. Tegelijkertijd werden organisaties als EVO herhaaldelijk door de politiek op de vingers getikt.

Voetgangers en fietser

Na intern onderzoek gingen de partijen met het RIVM en RPS advies om tafel om nader te analyseren hoe en waar de grootste veiligheidswinst viel te maken. In opleidingen viel iets te verbeteren, maar ook het gedrag van personeel in magazijnen was een opvallend aspect. Voetgangers hebben zelf een belangrijk aandeel in ongevallen met heftrucks en voetgangers in magazijnen. Ze zijn zich vaak volstrekt niet bewust van de risico’s. Ondanks een goede opleiding en duidelijke richtlijnen, begeven voetgangers zich regelmatig buiten de aangegeven paden. Zij hebben niet tussen de oren dat een heftruckchauffeur hen in veel gevallen niet ziet.

Heftruckchauffeurs rijden te hard

Andersom rijden heftruckchauffeurs soms te hard. Op de site van de EVO en de Code-site staat een filmpje, waarop te zien is wat het zicht van een heftruckchauffeur is. “Zeer verhelderend”, vindt Gevers Deynoot. “Het werd ons duidelijk dat we daar veel moesten aanpakken.” Daarnaast is regelmatig sprake van een falende infrastructuur in magazijnen: er is geen scheiding tussen paden voor voetgangers en heftrucks, of die is onlogisch. Een onlogische scheiding nodigt uit tot overschrijdend gedrag. Op vrij simpele wijze zijn risico’s als deze te vermijden.

Integrale aanpak

Duidelijk werd ook dat een gerichte aanpak geen kwestie van één punt was: het gaat erom het volledige traject integraal aan te pakken. Kijken naar het gedrag van personeel, chauffeurs, leidinggevenden, management en de bedrijfscultuur. Een cultuur waar veilig en goed gedrag natuurlijk is, is het startpunt.

Gedragsverandering is lastig, maar daar staat tegenover dat het niet de duurste verandering is. Het vraagt om een andere mindset. Overigens gaat de code niet alleen over veilig werken met een heftruck. Samen met het bedrijfsleven hebben EVO en BMWT tien risicohotspots verzameld om te proberen het bedrijfsleven te triggeren het eigen magazijn eens onder de loep te nemen en de veiligheid en maatregelen te checken. Fouten sluipen erin: waar het al tien jaar goed gaat, vallen risico’s minder op. Ook in kleinere magazijnen.

Pure winst

En ja, veiligheidsmaatregelen kosten geld, tijd of energie, maar ze leveren ook zeker wat op. Toch leven er nogal wat misverstanden rondom het idee dat veiligheid geld kost. BMWT-directeur Jan Hommes gaat daar op de site van zijn vereniging ook op in. Hij is er stellig van overtuigd dat bedrijven die werk maken van veiligheid, het ziekteverzuim terug zien lopen, minder stilstand hebben en daarmee een hogere productiviteit bewerkstelligen. Jaarlijks worden prijzen uitgereikt aan bedrijven met het veiligste magazijn om het veilig werken te stimuleren. Twee van de winnaars van 2016 zijn ook deelnemer aan de code. Gevers Deynoot stelt vast dat deze bedrijven zo’n vijf procent productiewinst halen na aanpak van veiligheid. Gezond en veilig werken is simpelweg efficiënter. “Meer tevredenheid bij werknemers, het voorkomen van verzuim, minder missers en minder claims”, somt Gevers Deynoot op. Een samenvatting die zich duidelijk zal vertalen in de cijfers.

Uitrollen

Het plan is om de code in 2017 verder uit te rollen en onder de aandacht te brengen. De code moet te zijner tijd de standaard denkwijze gaan worden voor het handhaven van de veiligheid in magazijnen. Sommige onderwerpen zullen het komend jaar verder worden uitgediept met voorbeelden, ook voor kleinere bedrijven.

Het doel is om het aantal ongevallen terug te dringen: tussen 2004 en 2014 vonden er 1500 ernstige ongevallen plaats in magazijnen en de directe omgeving. Nederland telt zo’n 100.000 à 150.000 magazijnhoudende bedrijven, waarin zo’n 600.000 mensen werken. Niet onbelangrijk om voor hen en de betrokken bedrijven de code te handhaven.

Bedrijven die zich reeds aan de code hebben gecommitteerd, krijgen van de EVO het aanbod om een nulmeting te laten doen. Plus zij krijgen de mogelijkheid tot intervisie en bij elkaar te kijken hoe risico’s worden aangepakt en opgelost. De code is er voor elk bedrijf met een magazijn, groot en klein en niet aangesloten bij de EVO of BWMT. Omdat zij zijn verspreid over veel verschillende branches, ligt er nog wel wat ontwikkelingswerk voor de EVO en BWMT.

Via brancheorganisaties zullen bedrijven ook worden benaderd. Maar: “Het magazijn is vaak niet de core business van organisaties”, realiseert Gevers Deynoot zich. “Maar iedereen wil graag veilig werken en in dit geval kunnen wij een helpende hand bieden.” Dat uit zich onder meer in de opleiding van een speciale coach, iemand die al in het bedrijf werkt en het verbeteren van de veiligheid ter plekke kan helpen.