Om en nabij olieplatforms leeft de zee vaak op, met ruimte voor bedreigde en exotische soorten. Onder de huidige reguleringen worden verouderde platforms echter altijd volledig afgebroken, zonder naar positieve ecologische gevolgen te kijken. Milieu-experts pleiten daarom voor beleidshervorming.

Dit blijkt uit een enquête onder internationale milieu-experts van universiteiten, regeringen en industrieën, mede-opgesteld door onderzoekers van Wageningen University & Research. Daarin geven bijna 95% van de experts aan dat het beter is om van elk platform afzonderlijk te onderzoeken of die moet worden verwijderd. In de komende decennia zullen er over meer dan 7500 verouderde olie- en gasplatforms wereldwijd beslissingen worden genomen.

Verouderde inzichten

‘Het beleid is nu nog erg rigide,’ stelt Joop Coolen, onderzoeker bij Wageningen Marine Research. ‘Dat heeft ook te maken met oude inzichten waarop die regels ooit zijn gebaseerd. We weten inmiddels veel meer over de positieve effecten van zo’n platform op de omgeving. Die moet je ook meenemen in een beslissing.’

Een olie- of gasplatform kan ook gedeeltelijk afgebroken worden. Veel milieu-experts, waaronder bijvoorbeeld specialisten in bodemdierenecologie, zien dat als een ecologisch betere keuze. ‘Op die manier kunnen we het leven behouden dat daar nu een plek heeft,’ zegt Coolen.

De natuur grijpt ook mensgemaakte kansen

Olie- en gasplatforms, en ook windmolenparken, ontwikkelen zich vaak tot kunstmatige riffen met veel biodiversiteit. Ze worden onderdeel van het ecosysteem. ‘Allerlei oude en nieuwe soorten floreren in de buurt van dit soort structuren,’ vertelt Tinka Murk, hoogleraar Mariene Dierecologie aan Wageningen University & Research. Overbeviste vissoorten kunnen zich er bijvoorbeeld veilig voortplanten. ‘Kabeljauw, kreeften of Noordzeekrabben vind je niet op kale zandbodems.’

‘Natuur is wat volgt op kansen, ook mensgemaakte,’ legt Murk uit. ‘We moeten natuurlijk zorgen dat er geen risico’s met giftige stoffen ontstaan. Maar laten we zo’n kunstmatig rif niet zomaar weghalen, alleen maar omdat het er door ons is neergezet.’ Ze hoopt dat de resultaten van de enquête het beeld nuanceren dat de olie- en gasindustrie profiteert van het gedeeltelijk afbreken van olieplatforms.

Een rijke Noordzee

Ook Nederland staat voor zulke keuzes, met meer dan honderd kleine olie- en gasplatforms, en windmolenparken. ‘Het geplande nieuwe windmolenpark Brossele zal natuur-inclusief worden,’ vertelt Coolen, ‘maar ook dat wordt onder het huidige regels na dertig jaar gewoon weer verwijderd.’ Daar ziet Coolen een tegenstelling in het beleid, dat zo maar deels rekening houdt met de effecten op de omgeving. Gedeeltelijk afbreken is hier misschien ook een oplossing.

Op haar beurt hoopt Murk dat er in Nederland meer geëxperimenteerd wordt met nieuw soort structuren in zee, aan de fundering van windparken. ‘Kunnen we geen slimme ontwerpen maken, waarmee we natuur terugbrengen die je nu alleen rond wrakken kunt vinden? Op die manier kunnen we de Noordzee juist verrijken met menselijk handelen.’

Bron: Wageningen University