De gevolgen van de opkomst van elektrische voertuigen (EV’s) zijn vermoedelijk niet wat je verwacht. Onderzoeksbureau McKinsey analyseerde de consequenties en publiceerde de resultaten onlangs op zijn website.

1. Meer elektrische voertuigen zorgt niet voor minder vraag naar ruwe olie

Het onderzoeksbureau verwacht dat in 2030 het verkoopaandeel van EV’s zou kunnen oplopen tot 20% wereldwijd en 35% in Europa. Met zo’n significante stijging zou je denken dat de vraag naar ruwe olie drastisch zal dalen. Toch is niets minder waar, voorziet McKinsey. “Als er al sprake zou zijn van een neerwaartse druk op de vraag, is dit vooral een gevolg van een algehele gewichtsreductie van auto’s en een verbeterde efficiëntie van de motoren”, schrijven onderzoekers Russell Hensley, Stefan Knupfer en Dickon Pinner.

Sterker nog, de auteurs denken dat een wereldwijde stijging van de vraag naar ruwe olie meer voor de hand ligt. Dit zou komen door de luchtvaart, de chemische industrie en de nog altijd toenemende vraag naar traditioneel aangedreven auto’s.

Wel zou meer elektrische voertuigen gevolgen hebben voor de vraag naar andere grondstoffen. De onderzoekers berekenen dat als de helft van de auto’s in de VS elektrisch aangedreven zou zijn, de Amerikaanse vraag naar aardgas met 20% zou stijgen. Deze grondstof is daar verantwoordelijk voor 80% van de elektriciteitsproductie.

Voor energiecentrales houdt de opkomst van EV’s overigens ook in dat zij te maken krijgen met hogere piekbelastingen. Als veel gebruikers tegelijk hun voertuig opladen, kan dat de centrales aanzienlijk meer belasten dan nu het geval is. Ter illustratie: de piekbelasting van een elektrische auto die met een fast charger wordt opgeladen ligt 80 keer hoger dan die van een gemiddeld huishouden.

2. Meer elektrische voertuigen zorgt voor ruimtegebrek

Het tweede gevolg heeft betrekking op de hoeveelheid beschikbare ruimte voor het opladen van elektrische auto’s. Het simpelweg vervangen van tankstations voor oplaadpunten is niet voldoende voor de verwachte toename in het aantal EV’s, schrijven de onderzoekers. “Er zijn meerdere, snelle 120 kilowatt oplaadpunten nodig met acht uitgangen om een vergelijkbaar bereik per uur af te geven als het doorsnee benzinestation.” Bovendien heeft slechts 40% van de Europeanen een eigen parkeerplaats, waardoor thuis opladen in het merendeel van de gevallen geen optie is.

3. Meer elektrische voertuigen is niet perse beter voor de natuur

Tot slot spelen de batterijen en hun chemische samenstelling een rol bij de opkomst van de elektrische voertuigen. Op dit moment worden voornamelijk kobalt en lithium gebruikt en door de toenemende vraag zijn de kosten van deze grondstoffen sinds 2015 verdubbeld. McKinsey becijfert dat de batterijen momenteel ongeveer 40 tot 50% van de totale prijs van een elektrisch voertuig voor hun rekening nemen. Het onderzoeksbureau verwacht echter dat de kosten naar verloop van tijd kunnen worden gedrukt, doordat fabrikanten elkaar sterk zullen beconcurreren.

Niettemin vereisen meer elektrische voertuigen dus meer grondstoffen en dit heeft zijn ecologische en sociale weerslag op de gebieden waar ze gewonnen worden, met name regio’s in Afrika en Zuid-Amerika. Dus zelfs voor een groene oplossing als elektrisch rijden betalen we uiteindelijk een hoge prijs.