In 2016 werden in Nederland 55.000 woninginbraken gepleegd. Dat is een forse daling ten opzichte van de 92.000 in 2012. Deze daling is wellicht toe te schrijven aan de extra preventieve en repressiemaatregelen vanuit de overheid en de private sector, zoals de inzet op de vervolging van en hulpverlening aan veelplegers. Toch zijn veel mensen zich nog niet bewust van het gevaar van inbraak, signaleert Coen Staal, voorzitter van de Nationale Inbraakpreventie Weken.

Emotionele schade

Woninginbraak staat bekend als een high impact crime, die veel invloed heeft op het veiligheidsgevoel van mensen, vertelt Staal. Veel inbraakslachtoffers ervaren psychologische, en soms zelfs lichamelijke klachten, zoals slapeloosheid of wakker worden van ieder geluid. Mensen geven daarnaast vaak aan hun gevoel voor veiligheid kwijt te zijn. In sommige gevallen besluiten ze zelfs te verhuizen, omdat ze zich niet meer veilig voelen in hun huis.

Aangezien de verzekering veelal een deel van de schade vergoedt, blijft de financiële schade meestal beperkt. De emotionele schade is veel groter, zegt Staal. “Daarnaast vinden mensen het verlies van bijvoorbeeld een laptop met foto’s erop heel erg, evenals sieraden van emotionele waarde. Deze dingen zijn niet meer te vervangen.”

Over het onderwerp veiligheid wordt altijd met gevoel gesproken, maar als het te duur gaat worden, is die gevoeligheid snel voorbij, merkt Pieter van Vollenhoven, voorzitter van de Stichting Maatschappij en Veiligheid (SMV). Staal wijst er echter op dat mensen na een inbraak vaak voor 1.000 of 1.500 euro aan maatregelen nemen, terwijl ze op dit moment al voor 300 euro kunnen zorgen dat mogelijke inbrekers niet binnen kunnen komen. Het scheelt dus veel geld én gemoedsrust als mensen preventief maatregelen nemen.

James Bond-methode

Dat mensen hun huis goed beveiligen is des te belangrijker, omdat 70 procent van de inbraken wordt gepleegd door gelegenheidsinbrekers. Deze inbrekers gaan wel gericht op pad, maar hebben daarbij geen vast huis op het oog en kijken simpelweg waar zich een gelegenheid tot inbraak voordoet. Zij kunnen bijvoorbeeld toeslaan als ze zien dat mensen de deur achter zich dichttrekken om snel een boodschap te doen.

Omdat de deur niet op slot is gedraaid, hebben inbrekers vervolgens maar dertig seconden om binnen te komen met de flippermethode. “Ik noem het altijd de James Bond-methode: inbrekers halen een stuk stevig plastic tussen de deur en het kozijn langs en zijn zo binnen”, licht Staal toe. Veel mensen hebben in eerste instantie niet eens door dat er iemand binnen is geweest, omdat het slot niet geforceerd is.

Om die reden is er ook geen sprake van inbraak, maar van insluiping, waardoor lang niet altijd alle schade door de verzekering wordt vergoed. Draai dus altijd de deur op slot en doe de ramen dicht, waarschuwt Staal, hoe kort je ook weg bent, of plaats een anti-inbraakstrip. Dat dit voor veel mensen niet vanzelfsprekend is, blijkt uit de cijfers, weet Sybren van der Velden, _Landelijk Projectleider woninginbraak bij de politie.

Maar liefst 15 procent van alle woninginbraken per jaar betreft insluiping. Jaarlijks kunnen dus ruim 8.000 inbraken worden voorkomen door ramen en deuren op slot te doen. Dat mensen dit lang niet altijd doen, komt wellicht deels voort uit een foutieve, maar veelgehoorde aanname: bij mij wordt niet ingebroken, want er valt toch niets te halen. Inbrekers blijken echter niet zo te denken, zegt Van der Velden. “Zij kijken vooral hoe ze zo snel mogelijk naar binnen en buiten kunnen komen, en weten dat er altijd wel iets te halen valt.”

Maatregelen

Welke maatregelen zijn er naast bovenstaand advies te nemen om het risico op inbraak te verkleinen? Van der Velden wijst op het LLL-principe: licht, lawaai, lang werk. Dat zijn drie zaken waar inbrekers een hekel aan hebben.

In het licht vallen ze veel meer op, door lawaai kunnen de buren gealarmeerd worden, en als ze langer dan drie minuten werk hebben geven ze het uiteindelijk op. Bij het beveiligen van een woning kan hierop worden ingespeeld door voor voldoende licht in en om de woning en voor goede sloten te zorgen, waardoor de woning niet eenvoudig en zonder lawaai binnen te dringen is. Lilian Tieman, adviseur bij het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), raadt daarnaast aan waardevolle spullen als portemonnees of laptops uit het zicht leggen, ook als mensen maar even weg zijn. Verder wijst ze erop dat sloten eens in de zoveel tijd toe zijn aan vervanging.

“De aanname dat je een slot nooit hoeft te vervangen, is onterecht. Net als de vloer en de keuken hebben ook sloten een afschrijftermijn.” Tijdens de zomermaanden is het vooral belangrijk om een bewoonde indruk achter te laten, benadrukt Tieman. Laat wat vuile kopjes en borden staan, vraag de buren extra op te letten en laat ze de post weghalen van de deurmat en ergens uit het zicht leggen. Zet vooral ook niets op sociale media zoals Facebook over de vakantie.

Buurtpreventiegroepen

Ook buiten de vakanties kunnen buren elkaar helpen om inbraak te voorkomen. Sinds een aantal jaar vindt een enorme stijging plaats van het aantal digitale buurtpreventiegroepen gericht op woninginbraak en veiligheid in de wijk, ziet Tieman. Als mensen een verdachte situatie zien, kunnen ze de groep erop attenderen en 112 bellen om de situatie te melden.

Onderzoek van de Universiteit van Tilburg laat zien dat de inzet van dit soort digitale buurtpreventiegroepen leidt tot een afname van woninginbraken van veertig tot vijftig procent, aldus Van der Velden. “De preventieve werking van zo’n groep is heel groot. De criminaliteit in een wijk neemt echt af als mensen actief met elkaar aan de slag gaan.”