Hoe kunnen we als land met kleine tot middelgrote steden tóch profiteren van de economische productiviteitsvoordelen van een grote stad? En hoe beïnvloeden hoogopgeleiden het loon van laagopgeleiden? Deze vragen waren de aanleiding voor het promotieonderzoek van Paul Verstraten aan de VU.
Voor Nederlandse begrippen is onze hoofdstad een grote stad. In vergelijking met buitenlandse steden valt dat echter sterk tegen. Amsterdam wordt op zijn best gekwalificeerd als middelgrote stad. Kan Nederland zonder grote stad wel economisch concurreren op mondiaal niveau? Of kunnen verschillende middelgrote steden samen een sterk economisch blok vormen? Paul Verstraten nam deze vragen onder de loep in zijn onderzoek voor het Centraal Planbureau (CPB). Wat bleek? Economische voordelen zijn niet alleen voorbehouden aan de steden zelf, maar kunnen grotere afstanden overbruggen. Steden leiden tot forse productiviteitsvoordelen op afstanden van 10 á 20 kilometer, en in mindere mate zelfs op 40 á 80 kilometer.
Wel de lusten, niet de lasten van grote stad
Concreet betekent het dat kleinere steden die in de nabije omgeving van grotere steden liggen, ook genieten van de productiviteitsvoordelen van de grote stad. Utrecht en Amsterdam kunnen dus, ondanks de tussenliggende afstand, heel goed van elkaar profiteren. “Wij hebben veel kleine tot middelgrote steden die op korte afstand van elkaar liggen,” zegt Verstraten. “Daarmee heb je niet de nadelen van een grote metropool, zoals weinig groen en veel congestie, maar wel de economische voordelen.” De voordelen van verstedelijking reiken zo ver dat wat de ene gemeente doet, effect heeft op de omringende gemeenten. Samenwerking tussen gemeenten kan dus positief uitpakken voor de productiviteit.
Hoogopgeleiden en laagopgeleiden profiteren van elkaar
Stedelijke productiviteitsvoordelen ontstaan bijvoorbeeld doordat korte afstanden tussen personen leiden tot meer en betere kennisoverdracht; een onderwerp waar Verstraten in zijn proefschrift ook onderzoek naar doet. Hij constateert dat alle werknemers profiteren van hoopopgeleiden binnen een bedrijf, omdat dit positief uitpakt voor de verspreiding van kennis en ideeën. “Als je investeert in je opleidingsniveau, dan ben jij niet de enige die daarvan profiteert, de samenleving profiteert daar ook van.” Uit het onderzoek bleek dat wanneer het aandeel hoopopgeleiden binnen een bedrijf met 10 procentpunt toeneemt, het loon van de gemiddelde werknemer toeneemt met 1,5%. Laagopgeleiden profiteren het meest van de samenwerking met hoogopgeleiden. Zij profiteren namelijk niet alleen via kennisoverdracht, maar ook omdat ze over vaardigheden beschikken die een goede aanvulling vormen op de vaardigheden van hoogopgeleiden. Laagopgeleiden verdienen tot 1,8% meer loon voor elke 10 procentpunt toename in het aandeel hoogopgeleiden.
Landsgrenzen vormen een belemmering
Interessant is dat de voordelen van verstedelijking echter níet over landsgrenzen gaan. Nederland is een relatief klein land, en steden in het buitenland zijn daardoor ook relatief dichtbij. Denk aan Keulen, Brussel of Antwerpen. Daar plukken kleinere gemeentes vlakbij de landsgrenzen jammer genoeg níet de voordelen van. “Het duidt erop dat, ondanks de Europese integratie, landsgrenzen nog steeds een grote belemmering vormen om economische relaties op te bouwen.” Dit komt bijvoorbeeld door verschillen in taal en cultuur, maar ook doordat de weginfrastructuur vaak minder goed op elkaar aansluit. “Gemeentes aan de grens zijn vaak krimpgemeentes, die zouden kunnen profiteren van het wegnemen van deze grensbarrières. Verschillen in taal en cultuur zijn echter lastig te slechten.”
Bron: VU Amsterdam