Grote banken hebben veel impact op de ontwikkeling van de samenleving. Door gerichte keuzes in beleggingsstrategie, financieringen en hypotheekverstrekking, kunnen ze een belangrijke bijdrage leveren aan het verduurzamen van omgeving en maatschappij. Daar ligt dus ook een grote verantwoordelijkheid. Door klanten te faciliteren en bewust te maken van de invloed die ze met hun beleggingen op een leefbare wereld kunnen hebben, kan deze impact steeds groter worden. De rendementen hoeven daar niet onder te lijden; voor de langere termijn is de verwachting dat duurzame beleggingen een vergelijkbaar rendement zullen laten zien. Duurzaam beleggen is de standaard binnen ABN AMRO MeesPierson, volgens Eran Habets, directeur products & solutions en Jan Willem Hofland, Hoofd Investment Centre Nederland.

Hoe kan de impact van banken zowel aan een leefbare wereld als aan een beter rendement bijdragen?

Habets: “Als het kapitaal van banken in de juiste richting wordt gestuurd, dan heeft dat uiteraard een grote invloed op de ontwikkelingen in de maatschappij. Die invloed kan zo groot zijn dat er een nieuwe norm ontstaat. Dat geldt niet alleen voor beleggingen, maar ook voor financieringen en hypotheken. Hoe meer banken de energietransitie van fossiel naar duurzaam financieren, hoe concurrerender wind- en zonne-energie zullen worden. Hoe gunstiger de hypotheekvoorwaarden voor goed geïsoleerde, energiezuinige woningen, hoe meer deze woningen gebouwd zullen worden. Er ontstaan dan vanzelf nieuwe normen. Dat zal zich ook in betere rendementen vertalen. Banken en hun cliënten hoeven kortom geen filantropische instellingen te zijn om toch hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen.”

Welke normen gelden voor duurzaam beleggen?

Hofland: “Die hebben zich in de loop der tijd ontwikkeld. In de begintijd, duurzaam beleggen speelde al in de vorige eeuw, ging het om een beperkte groep beleggers die per se niet wilden investeren in bijvoorbeeld tabak, wapens, kernenergie en bont. Duurzame fondsen waren primair gericht op het uitsluiten van bepaalde bedrijfssectoren en ondernemingen. Intussen zijn de criteria veel ruimer geworden en focust men op de maatschappelijke impact. De gedachte is dat men een leefbare wereld niet bereikt met alleen uitsluiten, maar vooral met stimuleren. Het gaat om het vinden van oplossingen voor de groeiende wereldbevolking, de klimaatproblemen, de verdeling van de welvaart. Het gaat om betrokken zijn en vooruit helpen. Banken hebben het gewicht om daaraan bij te dragen. Zo richten wij ons in de duurzame portefeuilles steeds meer op ‘insluiten’ van investeringen in gezond voedsel, schoon drinkwater en hergebruik van afval. Dat is een positieve ontwikkeling met een sterke impact. Overigens wordt er nog steeds niet in wapens en tabak belegd.”

Habets: “We moeten ook niet vergeten dat duurzaam niet alleen gaat om de omgeving, maar vooral om de mensen. Het gaat niet alleen om groen denken, maar juist om de samenhang tussen milieu, sociaal en governance. Deze drie elementen kunnen niet los van elkaar worden gezien in de huidige filosofie van duurzaam beleggen.”

Hoe zit het met de cliënten?

Staan zij open voor duurzaam beleggen? Hofland: “Toen wij in 2005 duurzaam beleggen gingen professionaliseren was het een relatief kleine groep van vooral idealisten en goede-doelen-stichtingen die duurzaam belegden. Zij hechtten minder belang aan toprendementen en waren zoals gezegd vooral gericht op uitsluiting. Het grote publiek belegde nog traditioneel. Dat is intussen veranderd. Het besef van de klimaatproblematiek is veel algemener geworden. Er zijn ook veel meer beleggers die geloven dat met gerichte actie verdere schade kan worden beperkt, en dat ze met hun kapitaal daartoe kunnen bijdragen. Ten slotte zijn er twijfelaars die zodra ze zien dat hun rendementen er niet onder lijden, ook overstag gaan. Vermogende particulieren vormen samen een steeds groter deel van het duurzaam belegde vermogen. Als zij hun kapitaal bij een vermogensbank onderbrengen spreken ze ook vaker hun voorkeur voor een duurzame beleggingsvariant uit. Dit gebeurt opmerkelijk vaak bij jongere generaties. Jongere cliënten zijn van nature al meer overtuigd van de noodzaak en wenselijkheid van ESG-criteria. Voor hen spreekt het vaak vanzelf dat ze hun vermogen in die richting willen sturen.”

Hoe speelt ABN AMRO Mees Pierson op deze ontwikkelingen in?

Habets: ”ABN AMRO MeesPierson neemt duurzaamheid zo serieus dat het heeft besloten om zijn maatschappelijke rol als private bank zoveel mogelijk vanuit een duurzaam oogpunt vorm te geven. Klanten die bij ons hun vermogen onder willen brengen krijgen allereerst een duurzaam aanbod. Daar hoeven ze geen gebruik van te maken, maar we moedigen het wel aan en merken dat er grote vraag naar is. Ruim 80 procent van de nieuwe klanten kiest voor een duurzaam mandaat. We hebben de mogelijkheid om te diversifiëren, en in te spelen op specifieke wensen. Zo varieert ons aanbod van algemeen duurzame beleggingsfondsen via Impact beleggen tot heel specifieke filantropie. Duurzaamheid beperkt zich niet tot de westerse wereld, veel mensen beleggen liever in opkomende markten, waar kinderarbeid en gebrek aan gezond voedsel vaak nog een grote rol spelen. Ze willen investeren in initiatieven die de mensenrechten respecteren en voor de lokale bevolking een menswaardig bestaan mogelijk maken. Voor die investeringen hebben we de afgelopen jaren samen met partners specifieke fondsen opgezet. Die ontwikkeling zet zich door. Op dit moment werken wij samen met externe vermogensbeheerders aan een duurzame oplossing voor staatsobligaties van landen uit opkomende markten en obligaties van bedrijven met een lagere kredietwaardigheid (High Yield). Dit zijn nieuwe oplossingen die nu nog niet beschikbaar zijn voor particuliere beleggers.”

Hofland: “ABN AMRO is de grootste beleggingsbank van Nederland, dat geeft verantwoordelijkheid maar ook de middelen om optimaal aan duurzaamheid bij te dragen. Als externe vermogensbeheerders merken dat we ze selecteren op basis van hun beleggingskeuzen, zullen ze eerder geneigd zijn om zelf ook duurzamer te gaan investeren. Dat betekent dat al hun beleggingen, ook die ze niet in onze opdracht doen, duurzamer zullen worden.”

Habets: “Zo wordt het een zelfversterkende ontwikkeling. Als steeds meer vermogen richting duurzaamheid vloeit, ontstaan er vanzelf meer mogelijkheden om duurzaam te beleggen. Dit zorgt voor betere rendementen, wat stimulerend werkt op nieuwe beleggers. Ten slotte werken ook de marktomstandigheden mee. Door de lage rentes zijn steeds meer mensen momenteel geneigd hun geld te beleggen in aandelen of obligaties. Als ze dat dan in duurzame beleggingen doen wordt de impact nog groter.”