De regels om huishoudens te beschermen tegen hoge schulden kunnen effectiever worden vormgegeven, stelt jurist en econoom Arien van ’t Hof in zijn proefschrift. Mensen kunnen naast hun hypotheek nog steeds flinke leningen afsluiten. Ook hebben de onafhankelijke toezichthouders te weinig bevoegdheden. Van ’t Hof onderzocht de hervormingen in het recht na de crisis in de EU, Nederland, Ierland en Duitsland en verdedigt zijn proefschrift donderdag 22 februari 2018 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Schulden

Nu de huizenprijzen weer stijgen, rijst de vraag wat er gebeurt als er een volgende crisis uitbreekt. Kunnen de hervormingen in de regelgeving van na de crisis onhoudbare schuldniveaus van huishoudens effectief voorkomen? Deze vraag stond centraal in het proefschrift van Van ’t Hof.

Overkreditering

Veel regels in Nederland zijn op een goede manier vormgegeven om gezinnen te beschermen tegen hoge schuldniveaus. De regels die de maximale hypotheek van een gezin bepalen zijn gedetailleerd en alomvattend, vergeleken met die in Duitsland en Ierland. Hierdoor zijn de regels die overkreditering moeten voorkomen moeilijker te omzeilen.

Hoge leningen

Toch is verbetering nodig om de Nederlandse regels effectief te laten zijn. Zo kan niet volledig worden voorkomen dat huishoudens naast hun hypotheek hoge leningen nemen. De normen voor consumptief krediet sluiten namelijk niet overal goed aan op die voor hypothecair krediet. Ook bieden ze een lager beschermingsniveau.

Bevoegdheid toezichthouder uitbreiden

Van ’t Hof beveelt aan onafhankelijke toezichthouders een sterke rol te geven bij het vaststellen van deze regels. In diverse landen, waaronder Ierland, is dit al het geval. In Nederland ligt deze bevoegdheid bij de minister van Financiën, terwijl de rol van DNB en de AFM beperkt is. Hierdoor missen de toezichthouders een belangrijk instrument om de financiële stabiliteit te bevorderen.

Onafhankelijkheid toezichthouder kan beter

Het onderzoek laat verder zien dat er beter aan de voorwaarden voor effectieve regels wordt voldaan als de onafhankelijkheid van toezichthouders toeneemt. Er zijn heldere, richtinggevende kaders nodig waarbinnen toezichthouders hun bevoegdheden kunnen uitoefenen. Dit helpt hen om kordaat op te treden en het verbetert de transparantie en het afleggen van verantwoording. Van ‘t Hof draagt specifieke suggesties aan om verantwoordingsmechanismes voor toezichthouders aan te passen voor nieuwe instrumenten die ze hebben gekregen. Hierbij is voor zowel de minister van Financiën als het Europees Comité voor Systeemrisico’s (ESRB) een helder afgebakende rol weggelegd. Zo zou de ESRB nationale toezichthouders in noodgevallen moeten kunnen opdragen om op te treden.

Bron: Erasmus Universiteit Rotterdam