Beter en duidelijk communiceren over pensioen is nu belangrijker dan ooit.

In de Pensioenwet staat dat de informatie die de uitvoerder aan deelnemers verstrekt, duidelijk, begrijpelijk, juist en volledig moet zijn. Maar ook voor de werkgever is een belangrijke taak weggelegd. Met alle wijzigingen op komst wordt pensioencommunicatie steeds belangrijker, maar zeker niet eenvoudiger.

De mate van pensioenbewustzijn heeft veel te maken met de manier van communiceren en de mate van informatieverstrekking. Nu het Nederlandse pensioenstelsel al enige tijd in het teken staat van veranderingen en deelnemers en gepensioneerden in onzekerheid verkeren, is communicatie nog belangrijker. Deelnemers moeten begrijpen wat er gaande is en wat er voor hen verandert om zo vertrouwen te houden in de pensioensector. Het lijkt heel simpel, “maar pensioen is en blijft ingewikkelde materie die niet gemakkelijk uit te leggen is”, zegt Kène Henkens, als hoogleraar pensioensociologie verbonden aan het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NIDI) en de Universiteit van Amsterdam (UVA). “Vooral jonge mensen die aangesloten zijn bij een pensioenregeling vinden het meestal wel prima. Ze begrijpen doorgaans toch vaak niet precies wat de regeling inhoudt, dus zijn ze snel geneigd akkoord te gaan. Het is maar goed dat pensioenen in handen zijn van kundige mensen.”

Duidelijke taal

De communicatie-inspanningen omtrent het pensioen blijken niet altijd het gewenste effect te hebben; de meeste informatie-uitingen zijn onvoldoende begrijpelijk en niet duidelijk. Bovendien geven ze veelal een te rooskleurig beeld van de hoogte van het pensioen, geen inzicht in onzekerheden en zetten ze deelnemers daardoor op het verkeerde been, zo beredeneerde voormalig minister Henk Kamp van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De werkgroep ‘Pensioencommunicatie’, onder leiding van Kamp, kwam daarom vorig jaar met het rapport ‘Pensioen in duidelijke taal’, dat moet leiden tot verbetering van de pensioencommunicatie aan deelnemers. Het rapport bevat aanbevelingen met betrekking tot communicatie over koopkracht en risico’s en over communicatie over pensioenafspraken en –rechten. Maar ook communicatie over de gevolgen voor het aanvullend pensioen van belangrijke gebeurtenissen in het leven van mensen en communicatie met betrekking tot de keuze voor een nieuw pensioencontract komen aan bod. Volgens Kamp is het vertrekpunt in de pensioencommunicatie het perspectief van de deelnemer.

Uniform Pensioenoverzicht

Een stap in de goede richting als het gaat om het verbeteren van de pensioencommunicatie werd gezet met de komst van het verplichte Uniform Pensioenoverzicht (UPO) in 2008. Het UPO maakt verschillende pensioenoverzichten beter vergelijkbaar. Het jaarlijkse overzicht is een hulpmiddel dat helpt bij het maken van verantwoorde keuzes op pensioengebied en vertelt precies hoeveel de uitkering bedraagt bij pensionering, overlijden en arbeidsongeschiktheid. Het UPO was bedoeld om meer inzicht te creëren voor deelnemers, echter blijkt uit onderzoek van de AFM dat de meeste consumenten zelfstandig niet goed in staat zijn het UPO te begrijpen. Wordt de deelnemer geholpen door een deskundige, dan blijkt het UPO wel een duidelijk overzicht te geven van het pensioen. Sinds vorig jaar is het model van de UPO daarom aangepast in het belang van de deelnemer, maar ook in het belang van de pensioenuitvoerders.

Taak van werkgevers

Aanvullende informatie blijkt dus de sleutel tot succes. Niet alleen voor pensioenuitvoerders en deskundigen, maar zeker ook voor werkgevers is hier een taak weggelegd. Uit onderzoek van de Stichting van de Arbeid (STAR) blijkt echter dat de pensioenkennis van werkgevers ook te kort schiet en zij daardoor niet voldoende antwoord kunnen geven op vragen van hun werknemers. “Werkgevers moeten nu echt hun uiterste best doen om zo begrijpelijk mogelijk te communiceren over pensioen”, aldus Henkens. “Belangrijk is in ieder geval dat mensen niet al te hoge verwachtingen hebben als het gaat om hun pensioen. Werkgevers spelen daarin vooral een belangrijke rol.” Volgens de STAR is bij pensioencommunicatie de rol van de pensioenuitvoerder leidend, maar dient er wel een goede samenwerking te zijn met de werkgever. Voornamelijk omdat de werkgever het eerste aanspreekpunt is als het gaat om arbeidsvoorwaarden en omdat de werkgever vaak als eerste op de hoogte is van veranderingen in het privéleven van de deelnemer. Belangrijk is dat werkgevers over een basiskennis van de pensioenregeling beschikken en dat de pensioenuitvoerder hem de juiste voorlichting geeft. De STAR komt nog dit jaar met aanbevelingen op dit gebied.