Om een duurzame economie te realiseren, sluiten bedrijven, de overheid en stakeholders Green Deals. In zo’n deal worden knelpunten in de wet- en regelgeving weggenomen en wordt afgesproken om optimaal samen te werken. Er zijn in Nederland al meer dan 1200 partijen die samen 200 Green Deals hebben afgesloten. Een nieuwe stap is de Green Deal Groencertificaten. De vervanging van fossiele grondstoffen door biomassa en recyclaat is aan een opmars bezig. VNCI, de brancheorganisatie van de chemie, is vastbesloten om de ambitie van 15 procent hernieuwbare grondstoffen in de chemische industrie in 2030 waar te maken.
Biomassa in de keten van duurzame economie
Naast VNCI zijn ook de brancheverenigingen voor de kunststoffenindustrie NRK en Plastics Europe en twee grote chemiebedrijven partners in deze green deal. Op basis van duurzaamheid- en kwaliteitscriteria zijn certificeringsschema’s voor biomassa erkend, die bedrijven kunnen toepassen om te garanderen dat chemische producten en kunststoffen ook daadwerkelijk uit hernieuwbare grondstoffen zijn gemaakt en op duurzame wijze zijn geproduceerd en verwerkt. Ook adviseert de Green Deal hoe om te gaan met de chain of custody, want juist in de chemie, waarin grondstoffen en halffabricaten soms complexe eindproducten worden, is het belangrijk om goed bij te houden waar de biomassa zich bevindt in de keten van de duurzame economie. Dankzij de groencertificaten kan een producent met recht claimen dat zijn product gemaakt is met biomassa en ook hoe groot dat aandeel dan is.
Geen extra fabriek nodig
Deze publiek-private samenwerking helpt de industrie om de transitie te maken van fossiele grondstoffen naar biomassa en dus ook naar de circulaire economie, legt VNCI-directeur Colette Alma uit. “Dit kan zonder een extra fabriek neer te hoeven zetten. Geen schokeffect, maar een verduurzaming die stap voor stap verloopt, dat is handig.” De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) is een van de partners in de Green Deal Groencertificaten. De dienst ondersteunt ondernemers en zakenpartners met kennis en regelgeving en soms met subsidies. Edith Engelen, senior advisor biobased economy bij RVO, legt uit dat het gebruik van biogrondstof geen verplichting is; de duurzame ambitie komt uit de chemische en kunststoffenbranche zelf.
Er gebeurt al wat rond biomassa als grondstof, en uiteraard wil de overheid de transitie naar een circulaire economie aanjagen. Overal waar verduurzaming niet snel genoeg gaat, regels in de weg zitten of samenwerking moeizaam gaat, kan een Green Deal helpen om het proces te versnellen, aldus Engelen. “In de chemie is het extra belangrijk dat er een onafhankelijke waarborg is dat iets duurzaam geproduceerd is en dat er ketentransparantie is. Chain of custody heet dat.” RVO heeft geholpen met het opstellen van de set criteria omdat de organisatie al veel kennis heeft opgedaan over certificering van biomassa voor de energiesector.
Over de grens geldig
Nederland is een van de eerste landen die op dit niveau iets doet met certificering specifiek voor inzet van biomassa in chemicaliën en kunststoffen. De groencertificaten zijn ook over de grens bruikbaar. “Juist in een internationale sector als de chemie heb je niks aan een puur Nederlandse certificering”, aldus RVO- adviseur Engelen. Ze ziet meer hoopvolle Green Deals. Take Back Chemicals bijvoorbeeld, waarbij een bedrijf niet langer pakweg een oplosmiddel verkoopt, maar na gebruik het gebruikte oplosmiddel weer terugneemt om opnieuw te verwerken. In deze Green Deal onderzoekt de overheid of voorkomen kan worden dat het gebruikte oplosmiddelen de afvalstatus krijgt, omdat dit belemmerend werkt voor het bedrijf dat de chemicaliën wil terugnemen en opwerken.