Het draagvlak voor de energietransitie neemt steeds meer toe, maar er moet nog heel wat gebeuren om de gestelde klimaatdoelen te behalen. Roland Pechtold, directeur van GroenLeven, legt uit.

Waar komt de roep om een energietransitie vandaan?

“Eigenlijk waren de eerste tekenen al te zien in het midden van de jaren 90. Denk bijvoorbeeld aan Diederik Samson bij GreenPeace, of Jan Rotmans die inmiddels al twintig jaar bezig is op het gebied van circulaire economie.

Daarnaast kunnen Feike Sijbesma en Paul Polman vanuit het bedrijfsleven worden gezien als voorvechters van het klimaatdebat. Langzamerhand is de aandacht voor het onderwerp steeds meer gaan toenemen. Nu zijn we in een fase beland dat de energietransitie breed gedragen wordt. ”

Roland Pechtold

Roland Pechtold

Wat zijn de laatste ontwikkelingen?

“Recent geleden heeft ons land de klimaatwet omarmd, waar zowel jubelend als sceptisch over is geschreven. Het blijft echter een feit dat we in Europa onderaan bungelen als het gaat om de energietransitie. In cijfers betekent dit dat we nu gemiddeld op 6,6 procent duurzame energie zitten, terwijl dit aantal in 2020 al naar 14 procent moet zijn toegenomen. Dit wordt gevolgd door 16 procent duurzame energie in 2023 en 32 procent in 2030. Doelstellingen waarvan ik me grote zorgen maak of ze op korte termijn wel behaald kunnen worden. Willen we hier toch voor gaan en de curve in gang zetten, dan zal een snelle verandering met name uit grootschalig zongebruik moeten komen.”

Welke uitdagingen zijn er als het gaat om de energietransitie?

“De eerste uitdaging heeft te maken met de subsidies die nu voor duurzame energiebronnen bestaan. In het ideale geval zou de noodzaak hiervoor wegvallen, met daarvoor in de plaats betalende consumenten. Ik geloof dat de CO2-discussie in dat opzicht overeenkomsten heeft met die over bijvoorbeeld bio-producten en hardhout. Wordt de noodzaak uiteindelijk duidelijk, dan zullen steeds meer mensen welwillender worden om te betalen voor de waarde die groene energie vertegenwoordigd. Een andere uitdaging zijn de netwerkaansluitingen. Er kunnen nog zo veel zonneparken en windmolens worden aangelegd, de energie moet wel allemaal van A naar B kunnen gaan. Het grootste knelpunt zit daarbij niet alleen in de capaciteit van het netwerk, maar vooral in de technici die de aansluitingen verzorgen. Hier dienen er genoeg van te zijn en dat vergt de benodigde samenwerking. Ten slotte speelt het vraagstuk over ruimtegebruik een rol. Zonnepanelen moeten ergens liggen, en in mijn ogen vormen de beste plaatsen degenen die dubbelfuncties betrekken. Dit zijn vierkante meters die eigenlijk al in beslag werden genomen door iets anders, zoals vuilnisbelten en parkeerplaatsen.”

Waar zal het uiteindelijk heengaan met de energietransitie?

“Ik ben ervan overtuigd dat we over tien jaar veel meer in een waterstofeconomie zitten en decentrale opwekking zullen hebben. Ook zal er in toenemende mate gebruik worden gemaakt van slimme netwerken en digitalisering.”

Hoe dragen jullie bij aan de energietransitie?

“Momenteel zijn wij wat subsidies en zonnevelden betreft de grootste in de sector, met de teller op zo’n half miljoen zonnepanelen. In de aankomende jaren zullen hier waarschijnlijk nog dertig keer zo veel bijkomen. We proberen groene stroom op een zo goed mogelijke manier te verhandelen en willen dit bereiken door het bewijsbaar te maken. In dit geval kunnen we exact aantonen van welk zonnedak of zonneveld de energie komt die op dat moment wordt gebruikt. Een belangrijke en eervolle taak. Elk paneel is een stapje naar een betere wereld.”

Meer informatie
www.groenleven.nl
info@groenleven.nl
0513-200959