De termijnen voor het opmaken en vaststellen van de jaarrekening en het deponeren van de jaarstukken van grote en middelgrote rechtspersonen worden niet altijd nageleefd en de gedeponeerde jaarstukken zijn niet altijd compleet. Dit blijkt uit onderzoek van Ruud Vergoossen, hoogleraar externe verslaggeving aan de universiteiten van Nyenrode en Maastricht, en Ton Meershoek, verslaggevingsexpert bij toezichthouder AFM.

Financiën

Het onderzoek brengt verder aan het licht dat in een aantal gevallen de naleving van wettelijke bepalingen of stellige uitspraken van de Raad voor de Jaarverslag­geving gebrekkig is, zonder dat daarvan melding wordt gemaakt in de accountantsverklaring. Grote en middelgrote rechtspersonen zijn verplicht hun jaarrekening te laten controleren door een externe ac­countant. De onderzoeksbevindingen zijn voor de onderzoekers aanleiding om te pleiten voor een verplichte deponering van het bestuursverslag en voor een wettelijke verankering van het kasstroomoverzicht.

Bijzondere omstandigheden

Vergoossen zegt over het onderzoek: “Het is verbazingwekkend dat nog steeds ruim de helft van de controleplichtige rechtspersonen gebruikmaakt van de wettelijke mogelijkheid om de termijn voor het opmaken van de jaarrekening op grond van bijzondere omstandigheden te verlengen.” De onderzoekers vragen zich dan ook af welke omstandigheden daarbij als bijzonder worden gekwali­ficeerd. Op basis van de onderzochte depone­ringsstukken hebben zij dat niet kunnen vaststellen en hebben zij ook niet kunnen nagaan of de aandeelhoudersvergadering formeel heeft ingestemd met een verlenging van de opmaaktermijn.

Tekortkomingen

Meershoek vult aan: “Het komt nogal eens voor dat de inhoud van de ac­countantsverklaring niet consistent is met de gedepo­neerde jaarstukken waarop die betrekking heeft. In geen enkel geval wordt er in een accountantsverklaring gesproken over tekortkomingen in de jaarrekening. En dat terwijl ons onderzoek aan het licht brengt dat informatie die in de jaarrekening moet worden opgenomen over het verloop van het eigen vermogen, het gemiddelde aantal werknemers en de bezoldiging van bestuurders en com­missarissen, soms gebrekkig is of ontbreekt.”

Terughoudend

Meershoek en Vergoossen hebben gezien dat meer dan 60% van de contro­leplichtige rechtspersonen het bestuursverslag niet depo­neert, maar in plaats daarvan in de deponeringsstukken meldt dat het (niet-gedeponeerde) bestuursverslag ten kantore van de rechtspersoon ter inzage ligt. Het is voor de onderzoekers echter de vraag of het nog langer wenselijk is dat de Nederlandse wetgever die mogelijkheid biedt. Vergoossen: “In ons onderzoek komt naar voren dat de beschikbaarheid van niet-gedeponeer­de bestuursverslagen over het algemeen slecht is, doordat betrokken rechtspersonen vaak (zeer) terughoudend of in het geheel niet reageren op een verzoek om van de inhoud kennis te mogen nemen en dat terwijl het belang van de niet-financiële informatieverschaffing door middel van het bestuursverslag alsmaar toeneemt.”

Bron: Nyenrode Business Universiteit