De anonieme digitale context waarin cybercriminaliteit plaatsvindt veroorzaakt mogelijk verschillen tussen cybercriminelen en traditionele criminelen. Zo blijkt, onder andere, de intrinsieke motivatie belangrijker te zijn voor cybercriminelen. Dit blijkt uit het promotie- onderzoek van Marleen Weulen Kranenbarg, die traditionele criminelen met cybercriminelen vergeleek.

Cybercriminaliteit vs. traditionele criminaliteit

Weulen Kranenbarg onderzocht de verschillen tussen traditionele criminaliteit en cybercriminaliteit op vier punten; namelijk daderschap gedurende de levensloop, persoonlijke en situationele risicofactoren voor daderschap en slachtofferschap, crimineel gedrag en criminele opvattingen van sterke sociale contacten en tenslotte naar de mate van overlap tussen verschillende vormen van cybercriminaliteit en traditionele criminaliteit en de motivaties van daders hiervoor.

Samenleven verlaagt criminaliteit

Uit haar onderzoek blijkt, net als bij traditionele criminaliteit, dat samenleven met een partner, of partner en kind de kans op cyberdeliquentie verlaagt en het alleen-ouderschap kan de kans op dit gedrag weer verhoogt. Deze effecten zijn zelfs sterker voor cybercrime in vergelijking met traditionele criminaliteit. Opvallend is ook dat het hebben van werk, in tegenstelling tot traditionele criminaliteit, niet per definitie een beschermende factor is. Dit is vermoedelijk omdat werk in de IT-sector juist cybercriminele gelegenheden biedt.

Geen financiële motivatie

Weulen Kranenbarg vond ook overeenkomsten tussen cybercriminelen en traditionele criminelen, zo lopen daders van beide criminaliteitsgroepen in de situaties waarin gelegenheid is voor het plegen van cybercrime ook risico op slachtofferschap. Deze situaties vinden echter wel duidelijk in een andere context plaats, namelijk in de digitale wereld versus de fysieke wereld. De motivatie voor crimineel gedrag voor cybercriminelen is ook afwijkend. Zo rapporteerden de cyberdaders in haar onderzoek bijna geen financiële motivaties. Intrinsieke motivaties, zoals nieuwsgierigheid en iets willen leren, waren het belangrijkst voor alle cybercriminelen. Extrinsieke motivaties zoals geld en aanzien waren minder belangrijk voor cybercrime in vergelijking met traditionele criminaliteit.

Ook is een opvallend verschil dat cybercriminelen, wat betreft hun criminele gedrag, minder lijken op hun sociale omgeving dan dat traditionele criminelen dat doen. Wanneer cybercriminelen die criminele contacten wel hebben neigen zij vaker naar oudere leden van hun netwerk terwijl traditionele criminelen neigen naar leeftijdsgenoten. Dit kan er op wijzen dat oudere rolmodellen belangrijker zijn voor cybercrime dan voor traditionele criminaliteit.

Toepassen van de digitale context

Weulen Kranenbarg laat zien dat cybercrimineel gedrag in zekere mate vergelijkbaar is met traditioneel crimineel gedrag, maar op elk criminologisch onderzoeksgebied zijn er ook belangrijke verschillen. Deze verschillen lijken het gevolg te zijn van de digitale context waarin cybercrime plaatsvindt. Weulen Kranenbarg geeft aan dat de huidige verklaringen en interventies die gebaseerd zijn op traditionele criminaliteit moeten worden geüpdatet naar de digitale context.

Bron: Vrije Universiteit Amsterdam