Waar vriend en vijand het over eens zijn, is dat het huidige pensioenstelsel onbetaalbaar is geworden, vertelt Hans Van Meerten. De hoogleraar Internationaal pensioenrecht kijkt naar ons pensioenstelsel met een internationale, zo je wilt Europese blik. Nederlanders hebben nogal de neiging om de Brusselse bemoeienis met weerstand en wantrouwen te beantwoorden, zegt hij. Dat heeft veel met de onderliggende belangen te maken. Want de inflexibiliteit van ons huidige stelsel geeft de pensioenfondsen alle macht en weinig kansen op de Europese interne markt. Deze inflexibiliteit is niet in het belang van de pensioendeelnemer. Van Meerten: “Een pro-Europese benadering geeft daarentegen juist kansen voor de deelnemer en de op deze markt opererende aanbieders. Daar staan we te weinig bij stil.”

Financieel onhoudbaar pensioenstelsel

De gedachte overheerst dat we het beste pensioenstelsel van de wereld hebben, waar ‘Brussel’ vooral vanaf moet blijven, legt Van Meerten uit. Maar met een dekkingsgraad die onder de 90 procent is gezakt, want zo laag is deze inmiddels voor enkele fondsen, is het de vraag of ons pensioenstelsel wel zo solide is. Wat aan de ene kant als een verworvenheid van het naoorlogse poldermodel kan worden bezien, is aan de andere kant een rigide, ondoorzichtig en complex stelsel dat bovendien dus financieel onhoudbaar is geworden.

3 op de 4 Nederlanders wantrouwen pensioenstelsel

Ook hoogleraar Risk Management Theo Kocken is een criticaster van het huidige stelsel. De nadelen zijn genoegzaam bekend, stelt hij. De huidige collectieve pensioenpot maakt het niet mogelijk om het risico per generatie toe te wijzen. Ouderen lopen daardoor veel renterisico en jongeren juist te veel inflatierisico. Iedereen voelt zich dus verliezer, zegt Kocken. Er kan zonder dat expliciet te maken, door een kleine aanpassing in de methodiek, neem de rekenrente, enorme waarde worden verplaatst van jongeren naar gepensioneerden. Ook dat is onwenselijk, net als het gebrek aan transparantie. Door het wegvallen van de werkgever als garantsteller is de complexiteit in tien jaar bovendien enorm toegenomen. Met die complexiteit zijn ook het toezicht en de kosten toegenomen. Mensen waren al wantrouwend over het pensioenstelsel, maar door deze ontwikkelingen en de ondoorzichtigheid van het stelsel, wantrouwen drie op de vier Nederlanders inmiddels het instituut pensioen. Bovendien is het opgebouwde pensioen erg immobiel, verklaart Kocken. Een voorbeeld heeft hij ook. “Als het pensioenfonds een te lage dekkingsgraad heeft, kan een werknemer bij verandering van werkgever, zijn pensioen niet overhevelen naar een ander pensioenfonds. Dat geldt momenteel in theorie dus voor miljoenen mensen.”

Goede elementen pensioenstelsel

Laten we echter niet vergeten dat er wel goede elementen in het huidige stelsel zitten, doceert Kocken. Daarin vindt hij Van Meerten aan zijn zijde. Het collectief beheren van het vermogen en de administratie, het voldoende kunnen sparen en het delen van individuele risico’s zoals het langlevenrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico zijn drie belangrijke voordelen aan het huidige stelsel. Maar, zegt Kocken, we delen niet alleen individuele risico’s, zoals het niet van tevoren kunnen weten of we korter of juist langer leven dan de gemiddelde levensverwachting. De risico’s die we ook delen met elkaar zijn systematische risico’s zoals marktrisico en rente- en inflatierisico. Dit noemen we intergenerationeel risicodelen, deze risico’s treffen ons allemaal even hard en zijn dus niet collectief te herverdelen. Ook hier geeft Kocken een voorbeeld. Als de aandelenmarkten dalen, dan treft dat iedereen. Dat risico kun je dus niet delen. Maar het huidige collectieve stelsel is wel gebaseerd op het kunnen opvangen van dergelijke risico’s. Dat is een illusie en door er krampachtig aan vast te houden maken we het erger.

Pech- en gelukgeneratie

Het collectief willen herverdelen van de pot is ook voor Van Meerten een struikelblok. De recente voorstellen van de SER lijken in beginsel een stap in de goede richting, maar zijn dat vooralsnog niet, vindt hij. Er is weliswaar sprake van een ‘individuele rekening’, maar wel met in de basis een ingewikkelde collectieve herverdeling. En dat is waar we juist vanaf moeten, om de problemen die er zijn het hoofd te bieden. Wat we eigenlijk allemaal willen, is het voorkomen van een pech- en gelukgeneratie, dat wat nu het geval is. Maar dat realiseren we nooit als we de onvoorspelbare financiële markten blijven afdoen als een collectief herverdelingsvraagstuk. Want wie zegt dat toekomstige generaties mogen rekenen op een herstellende financiële markt?

Individueel eigendomsrecht

Collectief beheer is goed, benadrukt Van Meerten, maar er moet een individueel eigendomsrecht gaan gelden, waarmee iedere individuele Nederlander een eigen bestemming mag kiezen voor de opgebouwde pensioengelden. Het aflossen van de hypotheek of voor toekomstige zorgkosten: mensen zouden vrij moeten zijn in de besteding van het opbouwde pensioen. Zonder overboord te gooien wat mensen nu aan opgebouwde rechten hebben. Van Meerten: “Daar moet een oplossing voor komen. Ik vermoed echter dat het afschaffen van het oude stelsel zoveel gaat opleveren, dat daar in ieder geval een deel uit gefinancierd kan worden.” Individueel eigendomsrecht is dus wat anders dan een individuele rekening, waarschuwt Van Meerten, die de individuele rekening in de voorstellen van de SER oude wijn in nieuwe zakken vindt.

Solidariteitsvoordeel

Ook Kocken pleit voor een nieuw stelsel waarbij mensen individuele aanspraken hebben, binnen een collectief pensioenfonds dat collectief belegt en beheert en dus vermogen opbouwt. Die individuele aanspraak op het vermogen heeft een verwacht inkomenspatroon gedurende pensionering, maar er is dus geen verdeelregel meer nodig voor hoe het geld verdeeld moet worden. Het geld is immers al via individuele aanspraken gescheiden per individu, zegt hij. “Dit kapitaal heeft duidelijke individuele eigendomsrechten, maar heeft ook de solidariteitsplicht en dus solidariteitsvoordeel om onder andere individueel langlevenrisico te delen, hetgeen de garantie oplevert dat aan het einde van ieders kapitaal niet levensjaren in armoede resteren.”

Serieuze volgende stap houdbaar pensioenstelsel

In grote lijnen zijn de hoogleraren het wel eens. Maar belangrijker vinden beiden dat een nieuw stelsel goed wordt aangepakt. Het proces duurt al tien jaar en er moet nu echt een serieuze grote stap worden gezet naar een houdbaar stelsel. In plaats van te strijden over het bestaande foute contract, is het beter energie te steken in toekomstige oplossingen, vindt Kocken. “Helaas gaat dat pas gebeuren als de wal het schip keert, dus als alle weeffouten ook daadwerkelijk resulteren in ellende voor de deelnemers.” Maar daar zijn we nu wel aangeland, vindt hij. Van Meerten benadrukt de urgentie. Ook bij de staat als werkgever: het ABP is veruit het grootste pensioenfonds. De tijd dringt.