Besteed nu al aandacht aan toekomstige pensioenveranderingen.

De AOW-leeftijd gaat geleidelijk omhoog, naar 67 jaar in 2021. Dat heeft het kabinet Rutte-Asscher besloten. Hoewel het op papier een niet al te rigoureuze maatregel lijkt, blijft de verhoging niet zonder gevolgen. En daar krijgen ook werkgevers mee te maken.

De boodschap van het kabinet is duidelijk. De verhoging van de pensioenleeftijd is noodzakelijk om de kosten voor de AOW de komende jaren op te kunnen hoesten. De groep werkenden, de mensen die het bedrag moeten betalen, wordt namelijk steeds kleiner. Langer doorwerken is een logisch gevolg. Het kabinet wil de AOW-leeftijd verhogen naar 66 jaar in 2018 en in 2021 heb je pas vanaf 67 jaar recht op AOW. De aanpassing wordt stapsgewijs ingevoerd om te voorkomen dat ouderen die vlak voor hun pensioen zitten, nog twee jaar langer moeten doorwerken. Niet iedereen zal dus wat merken van de maatregel.

Gevolgen voor werkgevers

Maar welke gevolgen heeft de verhoging van de AOW-leeftijd voor werkgevers? In het merendeel van de arbeidsovereenkomsten staat op dit moment dat het dienstverband eindigt vanaf de eerste van de maand waarin de werknemer 65 jaar wordt. Met het wijzigen van de AOW-leeftijd zijn deze bepalingen niet meer actueel. Daarvoor moeten wel de arbeidsovereenkomsten aangepast worden. Het is voor werkgevers verstandig om de geldende arbeidsovereenkomsten en collectieve arbeidsovereenkomsten na te lopen en met het oog op de verandering van de AOW-leeftijd te wijzigen. De regering heeft bovendien aangegeven dat het een wettelijke regeling in wil voeren dat een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van rechtswege eindigt bij het bereiken van de AOW-leeftijd, tenzij partijen andere schriftelijke afspraken hebben gemaakt.
Een gevolg van de verhoging is ook dat naar pensioenregelingen gekeken moeten worden om te voorkomen dat medewerkers met een pensioengat te maken krijgen. Hierbij moet vastgesteld worden of de richtleeftijd die in de regeling wordt gehanteerd naar 67 jaar gaat – of dat deze lager wordt – en welke opbouwpercentages voor het pensioen van toepassing worden. Dit kan flink wat tijd in beslag nemen, daarom is het voor werkgevers van belang al vroeg met werknemers om tafel te gaan om vast te stellen hoe de pensioenregeling eruit gaat zien.

Maar er zijn meer gevolgen van de verhoging van de AOW-leeftijd. Werknemers zullen langer in dienst blijven en dus langer inzetbaar moeten zijn. Daarom wordt het voor werkgevers nog belangrijker om aandacht te besteden aan de werkomstandigheden en de gezondheid van medewerkers. Dit kan bijvoorbeeld door het aanbieden van aangepaste werkzaamheden voor oudere werknemers, maar ook door personeel te stimuleren om gezond te leven en te sporten.

Begin op tijd

De gevolgen van de AOW-verhoging lijken nog ver weg en vooralsnog wordt er nog niet heel veel werk van gemaakt. Heel vreemd is dat niet, de meeste zaken zullen pas op langere termijn merkbaar zijn. Toch is het voor werkgevers belangrijk nu al stil te staan bij de verandering. Niet alleen om personeel goed voor te lichten en optimaal voor te bereiden op de toekomst, maar ook omdat het praten over en het wijzigen van arbeidsvoorwaarden en pensioenregelingen een tijdrovend karwei is.