Digitalisering en duurzaamheid zijn twee verschillende trends die in essentie hetzelfde doel dienen: efficiënter omgaan met de beschikbare middelen. In de laatste decennia zijn deze trends dan ook veelvoudig in samenhang gebracht. Dit is eveneens het geval in de bouwsector, waarin steeds meer gebruik wordt gemaakt van slimme technologieën om gebouwen beter te laten presteren. Wat speelt er momenteel op het gebied van digitalisering en duurzaamheid in deze sector?

Smart buildings en duurzaamheid

“Er zijn meerdere zaken die spelen, maar een van de zaken die erg relevant is, is dat digitalisering in de bouw steeds meer vanuit een duurzaamheidsperspectief wordt aangevlogen”, zegt Michel Schuurman, directeur Politiek en Economie bij MVO Nederland. Dat gebeurt volgens hem op meerdere gebieden. Door het inzetten van slimme technologieën kan bijvoorbeeld het energieverbruik geminimaliseerd worden, wat weer resulteert in minder CO2-uitstoot. Daarnaast zorgt de digitalisering voor een nieuwe toestroom aan bruikbare data voor de circulaire economie. Een belangrijk voorbeeld daarvan zijn de RIFD-chips (radio-frequency identification), die door middel van track and trace inzichtelijk kunnen maken welke herbruikbare onderdelen en materialen er in een gebouw zitten. Met deze technologie kan de staat van deze onderdelen en materialen ook in de gaten gehouden worden zodat er tijdig onderhoud gepleegd kan worden. Dit leidt tot levensduurverlenging en duurzame inzetbaarheid van deze middelen. Momenteel gebeurt dit vooral bij het interieur van een gebouw, maar dit kan in de toekomst breder ingezet worden.

“Nu wordt er in sommige organisaties al gemonitord wat de zitintensiteit van kantoorstoelen is, zodat deze op tijd vervangen of gerepareerd kunnen worden”, vertelt Schuurman. “Zo komen er steeds nieuwe slimme technologieën die de duurzame inzetbaarheid van het gebouw en de werknemers kunnen bevorderen.” Digitale toepassingen kunnen namelijk ook profijt opleveren voor organisaties die het duurzaamheidsvraagstuk ook doortrekken naar hun werknemers. Uit meerdere onderzoeken is bijvoorbeeld gebleken dat een goed binnenklimaat en ventilatiesysteem tot lager ziekteverzuim en hogere arbeidsproductiviteit leidt. Schuurman: “De link tussen slimme gebouwen, gezonde medewerkers en een uiteindelijk beter presterend bedrijf wordt steeds duidelijker.” Hij ziet in het bedrijfsleven dan ook steeds meer organisaties de overstap maken naar gedigitaliseerde en duurzame werkplekken, maar op het gebied van wet- en regelgeving zijn er nog een aantal slagen te maken.

Ruimte voor innovatie

“Disruptieve innovaties, oftewel innovaties die niet binnen de lijntjes kleuren, hebben nog weleens de hinder dat ze moeilijk mee kunnen in bepaalde toetsingssystemen”, legt Schuurman uit. Volgens hem is er hierin een regierol weggelegd voor de overheid, die de innovatieruimte die er is niet verder dicht moet timmeren met wet- en regelgeving. Daarnaast zouden externaliteiten – maatschappelijke kosten die normaliter niet voor rekening komen van de verantwoordelijke partijen – meegenomen moeten worden in de prijs. “Als bedrijven smart buildings opleveren die energieneutraal zijn, dan dragen ze bij aan de verlaging van de CO2-uitstoot en zouden ze daarvoor beloond moeten worden”, vertelt Schuurman. Daar staat tegenover dat bedrijven die vervuilende gebouwen bezitten een CO2-belasting zouden moeten betalen. “Dit zou de businesscase voor smart buildings makkelijker maken.”

In het netwerk van MVO Nederland ziet Schuurman een snelgroeiend aantal projecten omtrent smart buildings ontstaan. Ondernemers die hier nog niet mee bezig zijn lopen volgens hem ook een achterstand op. “Dit is een oproep naar bedrijven om op de hoogte te zijn van de laatste ontwikkelingen binnen smart buildings. Het is verstandig om nu al de benodigde stappen te maken want de markt gaat er steeds meer naar vragen.”