De veranderingen voor werkgevers en werknemers op een rij

Het pensioenstelsel verandert ingrijpend. De pensioenleeftijd gaat omhoog en de regels voor pensioenfondsen en –verzekeraars worden strikter. Het zijn ontwikkelingen die alle betrokkenen raken. Dat wil zeggen: niet alleen de pensioenfondsen en verzekeraars, maar uiteraard ook de werknemers én de werkgevers.

Hoe dienen werkgevers nu eigenlijk om te gaan met de zaken die in het pensioenakkoord zijn opgesteld in 2011 door het kabinet en de sociale partners? Het pensioenstelsel in Nederland is uniek en het is een belangrijk bezit voor de miljoenen werknemers die ons land telt. Pensioen is voor werknemers één van de belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarden, zo niet de belangrijkste. Als werkgever is het daarom een belangrijk aspect om bij stil te staan. Niet alleen omdat de medewerkers dat verwachten, maar ook dien je als werkgever zelf tevreden te zijn met de geboden regeling. Maar ook om een andere reden is het een cruciaal thema, zeker nu. Ontwikkelingen als langer doorwerken hebben immers verstrekkende gevolgen voor de financiële situatie van een onderneming. Oude regelingen moeten daarom tegen het licht gehouden worden en daarbij dient rekening gehouden te worden met de eisen van de werknemer.

Veel vragen

Vragen die werkgevers voor zichzelf dienen te beantwoorden zijn: wat te doen als het pensioencontract bijna afloopt? Wat zijn de alternatieven en wat zijn daarvan de voor- en nadelen? Zijn de kosten en de eventuele fluctuaties daarin duidelijk? En heb ik voldoende inzicht in de verhouding tussen het risico en rendement? Medewerkers verwachten logischerwijs ook dat de werkgever hen duidelijk maakt wat de regeling precies inhoudt en wat dit voor hen betekent. Hoeveel pensioen hebben zij opgebouwd als zij afzwaaien? En is hun pensioen gegarandeerd of moeten ze toch langer doorwerken om eventuele ‘gaten’ te dichten?

Transparantie en communicatie naar de medewerkers toe zijn hierbij essentieel. Dit ondanks dat er nog veel onzeker is als het gaat om pensioenen. Het enige wat voorlopig vaststaat voor werkgevers is dat er een hoop verandert. Momenteel is er veel onzekerheid rondom de pensioenen in Nederland. “Het kabinet is momenteel druk bezig om wetgeving op dit gebied aan te passen, maar voorlopig is deze in de Eerste Kamer spaak gelopen. Over de details bestaat dus vooralsnog onduidelijkheid. Staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale zaken en Werkgelegenheid heeft daarover net weer een brief gestuurd naar de Tweede Kamer”, zegt Lans Bovenberg, hoogleraar economie aan Tilburg University.

Financiële zekerheid

Op basis van het pensioenakkoord wordt op 1 januari 2014 de pensioenrichtleeftijd verhoogd van 65 naar 67 jaar. Tevens wordt het fiscale maximum van de pensioentoezegging voor middelloonregelingen verlaagd van 2,25 procent naar 2,15 procent per dienstjaar. “Voor werkgevers is het belangrijk dat de premies voor pensioenen niet verder stijgen in de toekomst. De kosten zijn in de afgelopen jaren sterk gestegen vanwege de lage rentes en de sterk gestegen levensverwachting”, zegt Bovenberg. Medewerkers hebben door de maatregel een stimulans om langer door te werken omdat zij er anders in pensioen op achteruit gaan. “Voor veel werknemers loont het om toch één jaar langer door te werken. Dan is je pensioen al snel 8 procent hoger.” Daar staat volgens Bovenberg tegenover dat werkgevers mee moeten denken hoe werknemers aan het werk blijven in de laatste fase van hun werkzame leven. Dit vereist volgens de hoogleraar een grote mate van flexibilisering van werknemers. Een ander aspect is dat er meer loonruimte is als de kosten voor de pensioenpremie vastliggen voor de werkgever. De vraag is hoe er met die ruimte wordt omgesprongen. Overigens profiteren werknemers ook van minder stijgende pensioenpremies omdat zij gemiddeld een derde van pensioenpremie bijdragen.

Grote waarde

Pensioenverzekeraars zijn inmiddels druk bezig om deze aanpassing voor te bereiden, waarbij zij vaak voor een standaard aanpak kiezen om aan de nieuwe fiscale eisen te voldoen én om de administratieve werkzaamheden nog enigszins te beperken. Pensioen heeft voor de medewerkers echter een grote waarde, aangezien het om de financiële zekerheid en kwaliteit van leven op de oude dag gaat – en om een dure arbeidsvoorwaarde.