De Wet pensioencommunicatie is ontwikkeld om te zorgen dat deelnemers in staat zijn een goede financiële planning voor de ‘oude dag’ te maken. Alle informatie die pensioenuitvoerders geven moet aansluiten op de behoeften van de deelnemers en correct, duidelijk en evenwichtig zijn.

Wat staat er in de nieuwe Wet pensioencommunicatie?

Persoonlijke risico’s worden duidelijk benoemd en pensioenregelingen zijn transparant zodat het eenvoudig is om de verschillende regelingen te vergelijken. Keuzemogelijkheden worden duidelijk aangegeven zodat de deelnemer tot op zekere hoogte zelf beslissingen kan nemen over de invulling van zijn pensioenregeling.

Informatie rond pensioenen moet antwoord geven op de drie belangrijkste vragen van de deelnemers: Hoeveel krijg ik. Is dat voldoende. Wat kan ik doen als dat niet genoeg is. De antwoorden op die vragen worden inmiddels duidelijk vermeld. Soms zelfs te duidelijk. In de meest recente Uniforme Pensioen Overzichten (UPO) wordt het pensioenbedrag tot op de cent nauwkeurig vermeld.

Volgens Gerard Riemen, directeur van de Pensioenfederatie, is het niet verstandig te werken met exacte getallen. “Dat wekt ten onrechte de indruk dat je de hoogte exact kunt voorspellen. Het is beter om in de UPO nog duidelijker aan te geven dat de hoogte van het pensioen kan schommelen.”

Kennis over pensioen ontbreekt vaak

Dat pensioen niet waardevast is, en dat de opbouw van pensioen in de tweede pijler is beperkt, heeft het afgelopen jaar veel aandacht gekregen. Dat betekent niet dat iedereen beseft wat daarvan de consequenties zijn. Menigeen denkt dat hij na de pensioendatum 70% van het laatstverdiende loon zal ontvangen. De werkelijkheid is vaak anders. “Als je binnen de huidige fiscale kaders pensioen opbouwt, kom je uiteindelijk tot een pensioeninkomen van hooguit 50% van het laatst verdiende inkomen en daar is de AOW bij inbegrepen”, stelt Harold Herbert, directeur van het Verbond van Verzekeraars. “Die boodschap moet nog duidelijker worden overgebracht.”

Instrumenten voor verbeterde pensioencommunicatie

Er is een aantal uitstekende instrumenten ontwikkeld. Een van de belangrijkste is Mijnpensioenoverzicht.nl. In dit overzicht wordt duidelijk vermeld wat iemand bij welke pensioenuitvoerder(s) heeft opgebouwd. Behalve de bruto bedragen wordt ook aangegeven wat de te verwachten netto uitkering is, inclusief AOW. Ook staat aangegeven wat nabestaanden krijgen op het moment dat de deelnemer overlijdt. Jaarlijks organiseert de sector, met medewerking van werkgevers, tijdens de Pensioen3daagse, voorlichtingsbijeenkomsten en bieden adviseurs gratis pensioenspreekuren.

En natuurlijk is er inmiddels ook Pensioen 123. Vanaf 1 juli 2016 is de toepassing van dit instrument verplicht en ontvangen alle nieuwe medewerkers die deelnemen aan een werknemerspensioenregeling deze informatie in plaats van de traditionele startbrief. Pensioen 123 biedt gelaagde informatie over de pensioenregeling. In Laag 1 worden ‘in vijf minuten’ alle belangrijke onderdelen genoemd. De tweede laag gaat dieper in op die onderdelen en de derde laag bevat detailinformatie.

Voorlichting voor werknemers en werkgevers

Werknemers zien hun werkgever als de meest logische bron van informatie. Een grote werkgever met een professionele HR-afdeling kan in die informatiebehoefte voorzien maar voor MKB-ondernemers is ondersteuning daarbij van groot belang. Pensioenuitvoerders en -verzekeraars zijn altijd bereid om voor groepen werknemers een voorlichtingsbijeenkomst te organiseren. De Pensioen-federatie en het Verbond bieden binnenkort een ‘werkgevers checklist’. “Aan de hand van dat overzicht kan de werkgever bepalen of hij voldoende informatie heeft gegeven en alles heeft verteld”, legt Riemen uit. “Het is een heel praktisch hulpmiddel.”

De impact van belangrijke gebeurtenissen

Goed naar je pensioen kijken is met name van belang bij gebeurtenissen met een grote impact. Als je van baan wisselt, trouwt, kinderen krijgt, een huis koopt, een hypotheek aangaat of gaat scheiden zouden werkgevers maar ook financieel en hypotheek adviseurs, notarissen en advocaten moeten wijzen op de eventuele gevolgen daarvan voor de ‘oude dag’. “Het is van groot belang dat mensen beseffen wat zo’n stap betekent voor hen over 10, 20 of 30 jaar”, stelt Riemen. “Alleen dan kunnen ze bewust met hun financiële planning aan de slag.”

Verantwoordelijkheid ligt bij de werknemer

Uiteindelijk is zorgen voor een goede financiële toekomst de verantwoordelijkheid van de werknemer. Werkgevers en pensioenuitvoerders bieden de informatie op basis waarvan hij of zij beslissingen kan nemen. Die informatie is het afgelopen jaar enorm verbeterd. Volgens Herbert is het pensioenbewustzijn nog meer gediend bij het snel uitvoeren van de hoofdlijnenbrief van het kabinet dan van de Wet pensioencommunicatie. “Als mensen een ‘persoonlijke pensioenpot’ hebben en pensioenregelingen per bedrijf in overleg tussen werkgever en werknemers worden vastgesteld, dan voelen zij zich meer verantwoordelijk en kunnen zij hun verantwoordelijkheid ook nemen. Die stelselverandering geeft het pensioenbewustzijn pas echt een impuls. Het heeft nu terecht de hoogste prioriteit.”