De invloed van IT op supply chain management is immens. En het eind is nog niet in zicht. Computers bestaan in feite pas zo’n vijftig jaar. Destijds waren ze zo groot als een klaslokaal, enorm langzaam en stand alones: er was geen verbinding met andere computers. De tijden zijn veranderd, met enorme gevolgen voor ons dagelijks leven.

Ontwikkelingen van IT in de laatste decennia

Walther Ploos van Amstel is lector City Logistics aan de Hogeschool van Amsterdam. Ontwikkelingen van IT binnen supply chain management houdt hij nauwlettend in de gaten. “De antieke computers misten rekenkracht en ze waren stand alone”, kijkt hij naar het recente verleden. “Het uitwisselen van informatie ging in 1985 nog met floppy discs. Iedereen had op zijn eigen computer de perfecte software, maar uitwisseling van gegevens was een drama voor de keten. Met een beetje geluk hoefde je het niet over te typen. Dus hele langzame processen en een grote kans op fouten.”

Met het verbeteren van de rekenkracht en de opkomst van datacommunicatie veranderde er veel ten goede. “Tegenwoordig kan een bedrijf duizenden auto’s volgen, inclusief de vracht. En door de toegenomen rekenkracht kunnen complexe planningen in enkele seconden opgelost worden.”

Rond 2000 ontstonden Supply Chain Executies, waarmee magazijnen werden ondersteund met barcodes, headsets, boardcomputers. Daarmee werd de informatie in ERP-systemen en andere systemen ineens actueel, want real time en dus betrouwbaar. Dus: “Connectiviteit, actualiteit en een enorme rekenkracht. Er ontstond behoefte om over de keten heen een planning te kunnen maken. Daar kwam speciale software voor. Dat klinkt moeiteloos, maar vergt veel datastandaardisatie.”

De kracht van transparantie

In combinatie met het tegenwoordige Internet Of Things zorgt het voor veel transparantie. Veel producten zijn anno nu uitgerust met sensoren, waardoor ze makkelijk zijn te volgen, maar ook de condities onderweg in de gaten kunnen worden gehouden. Hoewel er zeker ook nadelen aan kleven, helpt transparantie ons op termijn met goedkopere manieren van transport. Een voorbeeld. Rozen worden geïmporteerd uit Afrika en maken de overtocht naar Nederland het beste bij 1 graad boven nul om zo vers te arriveren. “Tijdens de reis gaat er een sensor mee, FlowerWatch, die de temperatuur monitort”, legt prof. Ploos van Amstel uit.

“Aan de hand van het aantal temperatuururen kan FlowerWatch de vaastijd voorspellen. De groothandel die de rozen importeert kan zo aan zijn klanten vertellen wat de vaastijd is. Voorheen moest je iedere dag naar de veiling. Het wordt zo veel duurzamer. In plaats van milieubelastende luchtvracht (die de temperatuur bovendien niet zo constant kan houden als zeevracht) schonere zeevracht. Deze technologie kun je straks doortrekken naar levensmiddelen. Zo’n dertig procent van ons voedsel gooien we weg in verband met de uiterste houdbaarheidsdatum. Maar als je weet hoe het verloop van de producten in de keten is geweest, kun je First Expired, First Out toepassen. Dat zal een enorme maatschappelijke impact hebben.”

Innovaties in de transportsector

Zo zijn er allerlei voorbeelden waarbij IT in hoge mate wordt toegepast. Om vrachtwagens slim te laten rijden kun je ze real time volgen, zodat voor het laden en lossen op locatie een team klaarstaat. Minder wachttijd, versere producten in de schappen en een betere bezettingsgraad van de vrachtwagens. De transportsector is redelijk innovatief, vindt Ploos van Amstel, zeker de grotere bedrijven.

“Ze zetten bijvoorbeeld in op papierloos transport. Dat impliceert dat informatie over de zending voordat de vrachtwagen rijdt, al bij de klant is. Je kunt daarom je processen optimaliseren. De uitdaging is dat het voor transporteurs wennen is dat de klant kan meekijken in de informatie van de transporteur. Je kunt dat proberen af te schermen, maar ook zoeken naar samenwerkingsmodellen.”

Ook met de opkomst van online verkoop (nu 10%) is die samenwerking vereist. Voor 22.00 uur besteld en morgen in huis: dat is een service die veel van de sector als geheel vraagt. “Dit zijn bedrijven die heel goed hebben nagedacht over wat digitalisering betekent. Een mooie markt in de toekomst wordt stadslogistiek. Elektrische vrachtwagens, kleinere zendingen: de stad is een ander speelveld dan heen en weer rijden tussen distributiecentra.” En in de nabije toekomst zijn goede planners data-analisten. Wie met de beschikbare informatie goede beslissingen neemt is een winnaar voor het bedrijf. Ploos van Amstel: “Op die manier kun je onderscheid maken.”

Efficiënte en schone stadslogistiek

Over stadslogistiek gesproken: de gemeente Amsterdam bereidt zich terdege voor op de veranderingen. Ger Baron is Chief Technology Officer bij de gemeente Amsterdam. “In de stad verandert veel. De online component in retail heeft een enorme impact. Denk aan leegstand en een ander gebruik van kantoorpanden. Als gemeente hebben we zelf ook een asset in de stad. We digitaliseren zelf ook en dat betekent dat we, als het om logistiek gaat, moeten gaan kijken naar stadsdistributie, wet- en regelgeving en een slimmere inzet van de mogelijkheden in de stad. We krijgen meer en meer inzicht in hoe goederenstromen door de stad gaan. Dat is essentieel. Dan ontdek je dat er half lege vrachtauto’s door de stad rijden.”

Onnodige vervuiling en verstopping van de stad zijn het gevolg. Oftewel: het kan efficiënter en schoner. “Dankzij big data kunnen we naar modellen die ervoor zorgen dat er maar één keer een auto door de straat rijdt in plaats van twintig keer per dag. Dat kunnen we op een veel slimmere manier organiseren.”

Hoe staat Amsterdam ervoor?

In de Franse stad Lyon is een dergelijke ontwikkeling al verder, maar in Nederland staat het nog in de kinder- schoenen. “In Amsterdam doen we nu experimenten, maar het komende jaar proberen we dat wat grootschaliger aan te pakken. Op basis van de gegevens die we hebben maken we analyses, geografisch door Amsterdam heen. We kennen het profiel van het gemiddelde huishouden en welke bedrijven in dit veld actief zijn. Voor welke bedrijven kan het interessant zijn om dit anders te organiseren? Daarbij kijkt Amsterdam bijvoorbeeld naar de inrichting van bedrijventerreinen. Zo willen we het aantal verkeersbewegingen in de stad en zeker binnen de ringweg A10 zoveel mogelijk beperken en daarmee de duurzaamheid vergroten.”