Het is onmogelijk om verduurzaming aan je voorbij te laten gaan. Toch blijkt het in de praktijk lastig om er de hoogste prioriteit aan te geven en van een passieve houding een actieve te maken. Volgens Frans Melissen, lector Sustainable Business Models, verbonden aan Breda University of Applied Sciences, heeft dit met twee zaken te maken: we vinden het ingewikkeld en het sociale dilemma. “De sterke tegenstelling tussen het kortetermijngerichte eigenbelang en collectieve belangen op lange termijn, weerhoudt ons ervan verduurzaming voorop te stellen. Dat is eenmaal de menselijke aard”, aldus Melissen.

Om te stellen dat we ons kop in het zand steken, is niet helemaal waar, want er gebeurt steeds meer op het terrein van duurzaamheid. In de komende vijf tot tien jaar zal dit op basis van gestelde klimaatdoelen toenemen. Hier is Rob van der Rijt, directeur van het kennisplatform Klimaatplein.com, zeer van overtuigd.

Maatregelen

Het klimaatakkoord is nog niet helemaal rond, maar er zijn al een aantal dingen concreet. Er gaat vanaf januari 2019 een informatieplicht gelden ten aanzien van energiebesparing. Bedrijven tonen hiermee aan welke energiebesparingsmaatregelen ze hebben genomen met een terugverdientijd van vijf jaar. De prijs op veroorzaakte CO2-uitstoot door grijs stroomverbruik gaat fors omhoog en loopt jaarlijks op om ervoor te zorgen dat bedrijven sneller op zoek gaan naar hernieuwbare energievormen, en daarnaast gaat de energiebelasting op aardgas ook stijgen. Tegelijkertijd zal dit de circulaire economie stimuleren want de energiekosten om te produceren gaan omhoog. Er zal dus meer gefocust worden op hernieuwbare producten.

Kansen

Dit laatste kan als grote kans worden beschouwd. De overheid let namelijk steeds meer op de CO2-voetafdruk van producten en heeft ten doel duurzamer in te kopen. Ook consumenten spenderen steeds meer aan duurzame producten. Bedrijven die nu niets doen, zakken straks door het ijs. Melissen: “Het zal niet zo zijn dat morgen het gehele aanbod duurzaam is, maar de kans is klein dat ondernemers de komende tien tot twintig jaar duurzaamheid kunnen negeren.” Van der Rijt voegt hieraan toe dat er verschillende groene financieringsmogelijkheden en subsidies zijn. De financiële bezwaren van veel MKB-ondernemers noemt hij ongegrond en hij raadt hen aan een adviseur in te schakelen om volledig geïnformeerd te zijn.

‘Het verschil maken’

Alle lichten staan op groen om te profiteren van duurzaam ondernemen, het is alleen een kwestie van doen. Zowel Melissen als Van der Rijt wijzen op het belang van ‘samen doen’. Binnen en buiten organisaties en sectoroverstijgend. Intern is het volgens Melissen de truc duurzaamheid te verkopen als iets wat leuk en spannend is en de toekomst heeft. Voor Melissen liggen de kansen bij het omarmen van een rol als voorloper op het gebied van duurzaamheid en zo hiermee andere bedrijven warm te maken. Tegelijkertijd is het zaak af te stappen van de traditionele gedachte om de concurrentie af te troeven. Uiteindelijk wordt dan gezamenlijk op slimme wijze een gemeenschappelijk doel bereikt. Slaagt dit op het vlak van duurzaamheid, dan ook op andere vlakken en wordt het verschil echt gemaakt.

Praktijkvoorbeeld

Dat klinkt als de gewenste realiteit, hoe valt dit echter te realiseren? Van der Rijt is van mening door te leren van praktijkvoorbeelden en deze uit te rollen. Een goed voorbeeld komt van de bedrijventerreinen, waarbij ondernemers met elkaar om tafel gaan om kennis en expertise uit te wisselen en bijvoorbeeld uitzoeken hoe ze elkaar kunnen voorzien van warmte en energie. Om dit op grote schaal te doen zou de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) er goed aan doen om in samenwerking met marktpartijen energieregisseurs aan te stellen die met de ondernemers van een bedrijventerrein in gesprek gaan. “Het is dan essentieel om met elkaar keiharde doelen te stellen, zodat men niet in een passieve houding blijft hangen”, besluit van der Rijt.