Van alle importen die plaatsvinden in de EU, wordt een kwart via Nederland afgehandeld. Het aandeel van Nederland in de Europese export bedraagt ruim tien procent. Enorme hoeveelheden, die ervoor zorgen dat in Nederland hoge eisen worden gesteld aan software voor aangiftes. En de goederenstroom wordt alleen maar groter. “De Douane is de manager van het grensoverschrijdende goederenverkeer”, zegt Frank Heijmann, Hoofd Handelsrelaties bij de Douane.

Een algemene opmerking die veel impliceert. De Douane houdt toezicht op de in-, uit- en doorvoer van goederen die de buitengrenzen van de Europese Unie overgaan. De invoertarieven zijn in alle landen van de EU gelijk; de Douane controleert niet alleen op invoerbelasting, maar op bijna 2.000 wetten die toezien op de in-, uit- en doorvoer van goederen. De EU schrijft het laatste decennium steeds meer voor wat de douane moet doen, met name als het gaat om toezicht op veiligheid en automatisering. De wetten zijn zo vaak aangepast, dat het slimmer leek om een compleet nieuwe wet op te stellen, het Unie Douane Wetboek, dat op 1 mei 2017 werd toegepast.

4 pijlers voor effectiever import en export bij de douane

“Als Douane Nederland zijn we al jaren voorloper in innovaties en het vinden van een juiste balans tussen toezicht, controle en facilitatie, waarbij we er naar streven het bedrijfsleven te helpen om sneller en effectiever handel te drijven”, aldus Frank Heijmann. De Douane bouwt daarbij op vier pijlers. Allereerst vertrouwen. “Gerechtvaardigd vertrouwen en daar zijn zelfs kaders voor. We noemen dat AEO, wat staat voor geautoriseerde marktdeelnemer, een certificeringssysteem voor bedrijven die op betrouwbaarheid zijn beoordeeld.

Ten tweede een hoge mate van dienstverlening: transparant in onze communicatie en veel informatie delen. De derde pijler is risicogericht: als je gaat controleren, doe dat dan slim en kijk naar de achtergronden van een zending. En systeemgericht controleren. Veel bedrijven hebben al strenge interne controlemaatregelen om hun eigen belang te dienen. Wij kijken of we daar mede op kunnen leunen.” De vierde pijler is samenwerking in de driehoek overheid-bedrijfsleven-wetenschap op drie gebieden: in de uitvoering, in onderzoek en in onderwijs en kennisontwikkeling.

De ontwikkeling van AGS

De pijlers zijn van belang voor de ontwikkeling van nieuwe aangifte-systemen voor opslag, invoer en uitvoer. Sinds 2008 wordt gewerkt aan een nieuw systeem, AGS. In 2012 kwam AGS I voor opslag. Kort daarna kwam AGS II voor de verwerking van aangiften ten invoer. De ingebruikname van AGS II ging niet zonder slag of stoot. Het oude invoersysteem DSI (Sagitta) moest worden vervangen door AGS. Daarbij werd gebruik gemaakt van nieuwe datastructuren en werden credibilitychecks ingevoerd, waarbij al ‘aan de voorkant’ veel onlogische elementen werden gecontroleerd.

“We deden een aantal zaken tegelijk en dat was achteraf wellicht iets teveel van het goede. Uiteindelijk zijn alle bedrijven gefaseerd aangesloten op AGS, maar het had wat voeten in aarde.” Belangrijke lessen werden geleerd, die van pas komen bij de komende uitrol van AGS III voor export. Heijmann: “Het gaat om 2.200 bedrijven, waarvan we hopen dat die eind 2016 zijn aangesloten op AGS III. Het wordt gefaseerd uitgerold en we starten niet met alle functionaliteiten tegelijkertijd. Eerst standaard aangiftes en daarna verder naar meer complexere aangiftes en eerst met bedrijven die ervaring hebben met invoer.”

Bedrijfsproces aanpassen aan douane aangiftesysteem

Moeten bedrijven die im- en exporteren hun hele bedrijfsproces aanpassen aan het nieuwe aangiftesysteem? “Dat is sterk afhankelijk van het bedrijf. Het kan een mooi moment zijn om het hele systeem aan te passen, maar je moet een afweging maken van de kosten en impact. Het is ook een mooi moment om te bekijken of je als bedrijf douaneaangiftes zelf moet doen of dat deze beter kunnen worden uitbesteed.” Dennis Heijnen is beleidsadviseur internationale handel bij EVO, de ondernemersorganisatie voor verladers. “Een deel van onze leden doet zelf aangifte, anderen besteden het uit. Het implementatietraject van AGS II heeft lang geduurd. Er waren technische problemen, waardoor ook het vertrouwen afnam, wat op zijn beurt voor nieuwe vertraging zorgde”, vertelt hij over de ervaringen in de branche. “Daarnaast liet het oude systeem alle aangiftes door. Deze werden pas achteraf bekeken. Dit nieuwe systeem heeft checks aan de voorkant. Het bedrijfsleven moest daar duidelijk aan wennen”, doelt hij op de credibilitychecks.

De invoering van AGS

De voorbereiding op de invoering van AGS III gaat voorspoedig. “We hebben aangedrongen op een gefaseerde invoering. Als bedrijf kun je je voorbereiden door te kijken in welke fase je zelf zit. Er hangen geen data aan, maar de volgorde is wel bekend.” Een concurrentievoordeel valt niet direct uit AGS te halen, maar meer douanebreed is de visie van de Nederlandse Douane in dat kader wel belangrijk, bijvoorbeeld door het gepaste vertrouwen te geven aan bedrijven met het genoemde AEO-certificaat en zoveel mogelijk aan te sluiten bij de behoeften van het Nederlandse bedrijfsleven. Tegelijkertijd hoopt Dennis dat de nieuwe wetgeving zorgt voor meer harmonisatie binnen Europa. “Maar er ontstaat ook het risico dat er naar beneden wordt geharmoniseerd, dus dat de voordelen van de Nederlandse Douane op internationaal niveau verdwijnen.”