Werknemers moeten zich veel meer verdiepen in hun pensioen

Waar staan we en vooral, waar gaan we naar toe in pensioenland? Wat speelt er in pensioenland, waarom en wat gaan we er aan doen om ons pensioenstelsel houdbaar te krijgen.

Er zijn drie grote thema’s die spelen als het om pensioen gaat. Allereerst die van kostenbeheersing. Dit is nodig gezien de economische malaise waarin we nog steeds verkeren, gezien de stijgende levensverwachting en gezien de onzekerheid of we de komende decennia voldoende goede beleggingsresultaten kunnen blijven halen. De enige manier om daar mee om te gaan is over te stappen op een premieovereenkomst (dus een beschikbare premieregeling ofwel Defined Contribution). Daarmee is uitsluitend de input bepalend en dus goed beheersbaar en budgetteerbaar. Ook bijbetalingen bij waardeoverdracht worden hiermee voorkomen, zowel bij vertrekkende als nieuwe werknemers. Feitelijk is ook het nieuwe pensioencontract dat pensioenfondsen willen introduceren gebaseerd op beperking en beheersing van kosten voor werkgevers en verschuift het risico van de hoogte van het pensioen dus naar de werknemers. Door meer risicovol te beleggen kán alsnog een goed resultaat worden behaald. Dát werkgevers werknemers niet meer willen verzorgen als het om pensioen gaat, maar uitsluitend nog willen belonen – zolang ze bij die werkgever werken – is een trend die onomkeerbaar is.
Omdat werknemers aldus zowel het beleggingsrisico als het risico van ‘ouder worden’ toebedeeld krijgen, zal er anders, beter gecommuniceerd – het tweede thema – moeten worden. Werknemers moeten weten welke risico’s ze lopen – denk bijvoorbeeld ook aan een nabestaandenpensioen dat er alleen is zolang ze in dienst zijn -, welke gevolgen dat heeft en welke keuzes ze kunnen maken. Werknemers moeten zich daarom veel meer verdiepen in hun pensioen. Niet de technische details, maar wel hoe ze het ‘pensioenstuur’ kunnen bedienen.

Zowel de HR-afdelingen als Ondernemingsraden moeten hierbij een leading rol krijgen. Uitvoerders – zowel verzekeraars als pensioenfondsen – zijn immers niet in staat gebleken om pensioen ‘over de bühne’ te krijgen. Daarvoor is ‘hulp op de werkvloer’ nodig. Dat betekent dat iedereen in de pensioenketen op een hoger professioneel en deskundigheidsniveau moeten komen, het derde thema. Pensioenfondsbestuurders en toezichthouders (middels de Wet Versterking Bestuur Pensioenfondsen die per 8 augustus in werking is getreden). Zij moeten deskundig én geschikt zijn. Pensioenadviseurs, die immers per 2014 over de Wft-vergunning Pensioenverzekering moeten beschikken. Maar ook de professionals op de werkvloer dus. Daar schort het nog wel eens aan. Kennis van pensioen heeft nog lang niet het niveau van kennis van de ‘bijtelling auto van zaak’, vakantiedagen of overwerkregelingen.

Het is hierbij jammer dat er vanuit Den Haag weinig visie is. Ook de rol van de sociale partners is dubieus te noemen. Waarom zij koste wat het kost willen vasthouden aan een pensioensysteem, gebaseerd op verzorging en zekerheid – middels verplichtstelling bij bedrijfstakpensioenfondsen, collectiviteit en solidariteit -, terwijl alle deskundigen ondubbelzinnig beargumenteren en onderbouwen dat dit niet langer realistisch is, is mij en de NOPD een groot raadsel. Dat ze daarbij dus niet in het belang van ‘pensioendeelnemers’ acteren kan ik hen ook alleen maar verwijten en wijten aan een gebrek aan professionaliteit en vooral deskundigheid.
Mr. Theo Gommer MPLA is voorzitter van de Nederlandse Orde van PensioenDeskundigen en partner bij Akkermans & Partners Legal & Advice en Gommer & Partners Pensioen Advocaten.