Positieve effecten van wereldhandelsakkoord enorm voor Nederlandse bedrijfsleven’

Onderhandelaars van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) slaagden er in december in om een akkoord te bereiken dat de wereldhandel flink vereenvoudigde. Dit akkoord, een primeur in het achttienjarig bestaan van de organisatie, is goed voor het aanzien van de WTO. Maar nog belangrijker: het levert het bedrijfsleven flink wat besparingen op.

Het begon allemaal in 2001. Toen spraken alle landen die lid zijn van de WTO af te gaan onderhandelen over vrije wereldhandel. In de onderhandelingsagenda stonden tal van taaie onderwerpen, zoals het verlagen van invoerrechten, het synchroniseren van technische standaarden en het vereenvoudigen van douaneprocedures.

Deelakkoord

Tijdens de onderhandelingen bleek het erg lastig om tot een akkoord te komen dat al deze onderwerpen adresseert. Heel verrassend is dat niet – er is een enorm belangenverschil tussen alle betrokken landen. Vooral tussen rijke en arme landen. Toen een bijna-akkoord in 2008 op het laatste moment klapte,koosde WTO in 2012 voor een strategiewijziging. De WTO richtte zich vanaf toen opeen deelakkoord, de zogenoemde ‘Bali-package’. Een verwijzing naar de plaats waar in december 2013 allemaal moest gebeuren.

Voorafgaand aan het topoverleg in Bali werd een deelakkoord verwacht op douaneprocedures en landbouw. Het zou een historisch akkoord zijn – de eerste in het achttienjarig bestaan van de WTO. De euforie was dan ook groot toen de WTO het verwachte deelakkoord daadwerkelijk presenteerde. ‘Dit is historisch, we hebben de wereld weer in de Wereldhandelsorganisatie teruggebracht’, jubelde WTO-voorman Roberto Azevedo.

Besparingen

De grote vraag luidt natuurlijk: wat betekent dit concreet voor het bedrijfsleven? Volgens onderzoek van de Internationale Kamer van Koophandel (ICC) kan het akkoord de wereldeconomie maar liefst één biljoen dollar (!) opleveren. Besparingen die vooral worden bereikt door het vereenvoudigen en standaardiseren van douaneprocedures wereldwijd. Enige jaren geleden is berekend dat deze douanevereenvoudigingen voor Nederland veertig procent van de winst van het totale akkoord vertegenwoordigen.

Het mag dan ook geen verrassing zijn dat het Nederlandse bedrijfsleven enthousiast op het akkoord reageerde. Voorafgaand aan de WTO-top had het bedrijfsleven haar wensen reeds kenbaar gemaakt. De hoofdboodschap: een vereenvoudiging van douaneprocedures levert het bedrijfsleven grote besparingen op. Volgens berekeningen kosten deze procedures namelijk vier tot vijf procent van de totale kosten van internationale handel. Vertragingen van de goederenstromen door gebrekkige douaneprocedures zijn dan nog niet eens meegerekend. Een vertraagde container kost bedrijven zomaar duizend euro per dag.

Pijnpunten

Ik weet het: ‘douaneprocedures’ klinkt erg taai. Maar het gaat om concrete pijnpunten waar bedrijven die internationaal handelen dagelijks tegenaan lopen. Het wegnemen van die pijnpunten levert bedrijven veel winst op. Denk bijvoorbeeld aan het aanpakken van dubbele controles aan de grens. Als de verschillende overheidsdiensten die controles uitvoeren beter samenwerken, oftewel intensiever informatie uitwisselen, kan het aantal inspecties flink worden teruggebracht. Maar denk ook aan de invoering van een maximum aan de tijd dat de goederen mogen stilstaan aan de grens. Ook moet informatie die vanuit export reeds is aangeleverd,bij de import nogmaals gebruikt kunnen worden. Of neem douaneformulieren – die moeten altijd in het Engels beschikbaar zijn. Tot slot moet de corruptie van douaniers worden aangepakt door duidelijkheid te verschaffen over de redenen voor de inspectie van goederen.

Inderdaad: een hele waslijst. Al deze pijnpunten hebben een plek gekregen in het akkoord. Dit betekent dat het internationale bedrijfsleven resultaten mag verwachten.

Kritiek

Zijn met dit akkoord alle problemen opgelost? Critici zetten hier vraagtekens bij. De uitkomsten van het akkoord zijn immers niet van de één op de andere dag gerealiseerd. Zomoeten veel landen nog flink investeren om de douaneprocedures naar het gewenste ‘niveau’ te tillen. Dat 159 landen met dit akkoord de intentie hebben uitgesproken dit te doen,is winst voor het bedrijfsleven. Maar vooralsnog is het afwachten.

De gemaakte afspraken zijn echter geen vage toezeggingen, maar harde verplichtingen. Verplichtingen die zijn onderworpen aan het zogenoemde systeem van ‘bindende geschillenbeslechting’, dat al jaren goed werkt in de WTO. In deze geschillenbeslechting kunnen landen elkaar aanspreken op het gevoerde handelsbeleid. Wijkt dit beleid af van de WTO-regels, dan corrigeert de WTO landen die zich hier niet aan houden.

Ontwikkelingslanden

Ontwikkelingslanden zijn in deze onderhandelingen voor het eerst volledig betrokken. Kenners zeggen dat hun belangen richtinggevend geweest voor het resultaat. De ontwikkelingslanden krijgen vrijwel volledige flexibiliteit om in het eigen tempo aan de verplichtingen van het akkoord te voldoen. Tegelijkertijd krijgen ze procedurele en financiële steun om te voorkomen dat deze flexibiliteit omslaat in vrijblijvendheid. Naast het akkoord op douaneprocedures hebben de ontwikkelingslanden ook vergaande afspraken gemaakt over hun recht om staatssteun te verlenen aan de landbouwsector ten behoeve van de voedselzekerheid. Ook zijn er afspraken gemaakt over de invoertarieven voor de handel in elektronica. Minister Ploumen van Buitenlandse Handel bepleitte zelfs dat de minst ontwikkelde landen profiteren van de afspraken uit het akkoord. Omdat de belemmeringen in de internationale handel daar het grootst zijn, hebben deze landen volgens haar het meest baat hebben bij het opheffen van belemmeringen.

Toekomst

Hoewel de euforie van WTO-voorman Azevedo goed voor te stellen is, kan de organisatie daar niet te lang in blijven hangen. De voordelen van de afspraken die nu zijn gemaakt beteken voor het bedrijfsleven slechts veertig procent van het totale akkoord. Als het aan het bedrijfsleven ligt wordt de overige zestig procent binnen niet al te lange termijn gerealiseerd. Dit kan bijvoorbeeld door vergaande afspraken te maken over standaardisatie van de technische eisen van producten, zoals kwaliteitseisen. Door grote afwijkingen op dit punt kunnen producten niet de hele wereld over worden verhandeld. Ook afspraken over een verdere algemene verlaging van invoertarieven zijn belangrijk voor het internationale bedrijfsleven. Want hoewel de invoertarieven de afgelopen dertig jaar tot tien procent van de oorspronkelijke waarde zijn gereduceerd, gaat er nog veel geld om in deze belasting.

Zo’n breed akkoord kan volgens kenners bereikt worden door hetzelfde onderhandelingsmodel te hanteren dat tot succes leidde in Bali. Voorheen is er binnen de WTO altijd geprobeerd een compleet akkoord te bereiken – zonder resultaat. De gevolgen van een volledig pakket overzien is simpelweg te complex.

In de toekomst mogen we wat mij betreft meer deelakkoorden van de WTO verwachten. Akkoorden die stuk voor stuk een positieve impact hebben voor het bedrijfsleven omdat ze de handel vergemakkelijken, invoerrechten verlagen en zo de kosten van het internationale handelsverkeer verlagen. Voor een land als Nederland, dat met zijn economie voor een groot deel draait op handel, is dit van essentieel belang. De materie mag dan af en toe taai zijn, toch moeten we de WTO de komende jaren goed in de gaten houden. De positieve effecten voor de Nederlandse en wereldeconomie zijn namelijk te belangrijk om te laten liggen.