Het algemeen pensioenfonds (APF), een nieuw type pensioenuitvoerder, biedt sinds de invoering in 2016 een aanvulling op bestaande pensioenuitvoerders zoals verzekeraars, pensioenfondsen en premiepensioeninstellingen (PPI). Bestaat er genoeg kennis en bewustzijn over deze en andere ontwikkelingen op pensioengebied? Het APF is met name in het leven geroepen voor kleinere pensioenfondsen die moeilijk het hoofd boven water houden, legt pensioenrechtadvocaat Teun Huijg uit.
Deze fondsen hebben relatief weinig vermogen terwijl de organisatie van onder meer het bestuur van de fondsen door complexe regelgeving steeds kostbaarder wordt. Bij verzekeraars vallen de pensioenpremies nu hoger uit, mede omdat zij de uitkering aan hun deelnemers moeten garanderen. Gezien deze ontwikkelingen is het APF een mogelijke verbetering. De grootste vernieuwing ligt in het financiële kader, dat voor een APF flexibeler is – het hoeft bijvoorbeeld geen uitkering te garanderen waardoor risicovoller belegd kan worden. Zo ontstaat ook meer ruimte voor indexatie.
Schaalgrootte en zeggenschap APF
Werkgevers die het pensioen eerder bij een verzekeraar onderbrachten, krijgen bij een APF meer zeggenschap, stelt Huijg, terwijl een werkgever met een eigen pensioenfonds inspraak verliest. Een ander verschil ligt in de collectiviteitskringen van een APF. Binnen één ‘kring’ zijn de deelnemers solidair; profiteren zij van elkaars vermogen, maar tussen de kringen blijven de vermogens gescheiden. Hoe meer werkgevers binnen een kring, hoe lager de kosten. Deze schaalgroottevoordelen heeft een werkgever met een eigen fonds nu niet.
Premie versus uitkering
Huijg ziet het APF door bovenstaande voordelen als een positieve ontwikkeling, maar benadrukt dat er de komende jaren een aantal zaken verder ontwikkeld zullen moeten worden. “Sommige elementen van het APF, zoals het maximaal aantal kringen dat een APF kan hebben of de strikte scheiding tussen de kringen, zijn nog onvolledig vastgelegd.” Daarnaast ontbreekt het aan duidelijke visie bij de wetgever over wat een APF is. Een ander punt van aandacht is de onafhankelijkheid van een APF-bestuur ten opzichte van de oprichter. De ruimere beleggingsmogelijkheden bij een APF kunnen gunstig uitpakken, maar dit levert ook risico’s op. Volgens Enno Wiertsema, directeur van Adfiz (branchevereniging van onafhankelijk financieel adviseurs), is het gebrek aan kennis hierover bij de deelnemers een groot probleem. “Wat als de uitkering lager uitvalt of een doorbelegging verkeerd uitpakt? Mensen kunnen deze vraagstukken niet overzien zonder hulp van een adviseur.”
Informatieplicht en advies
Werkgevers hebben een groeiende informatieplicht omtrent het pensioen om werknemers in staat te stellen een goede financiële planning voor de oude dag te maken. Wiertsema: “De werknemer moet proactief op de hoogte gehouden worden over de inhoud en uitvoering van zijn pensioenregeling en de impactvolle keuzes die hij soms vroegtijdig moet maken.” De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft onlangs een leidraad opgesteld hoe pensioenuitvoerders deelnemers moeten inlichten. Aandacht is hier geboden, want zal de eigen pensioenaanbieder belangeloos informeren over eventuele gunstige regelingen bij andere aanbieders? Het antwoord laat zich raden.
Werknemers moeten bovendien beseffen dat ook hun werkgever een belang heeft en niet alles weet. Mede daarom is onafhankelijk advies volgens Wiertsema onmisbaar, zowel voor als na de pensioendatum. Werkgevers moeten de wensen van de medewerker kennen en zorgen dat de regeling up to date blijft als iemand trouwt, scheidt of kinderen krijgt. Wiertsema: “Iedere klant wil dat het goed geregeld is, maar niemand wil er dagelijks mee bezig zijn.” Toch is het noodzakelijk dat zowel werkgevers als werknemers zich hier veel meer in verdiepen. De adviseur dwingt ze daartoe. De recente ontwikkelingen hebben in ieder geval gezorgd voor meer aandacht voor de communicatie; niet alleen de inhoudelijke boodschap, maar ook de manier van communiceren. Een goede ontwikkeling, stelt Wiertsema, want goed informeren over het pensioen is een maatschappelijke verplichting.