De mens komt op allerlei manieren in aanraking met dieren; in de natuur, thuis, in de landbouw, in dierentuinen en met sport. De mens heeft het dier om meerdere redenen toegelaten in diens leven, en heeft het dier vaak ook echt nodig. Het dier is door deze nauwe relatie veelal afhankelijk van de mens wat betreft zijn welzijn. Hoe kan de juiste balans gevonden worden tussen de belangen van de mens en die van het dier?

Een van de duidelijkste relaties die een mens met het dier heeft, is die met gezelschapsdieren zoals honden en katten. Dit gezelschap geeft mensen voldoening, omdat ze ergens voor moeten zorgen, en kan hen helpen bij het tegengaan van eenzaamheid. Daarnaast kan de aanwezigheid van een huisdier leiden tot minder stress en een verbetering van de gezondheid. “Uit onderzoek is gebleken dat met het vergroten van het geluksgevoel ook de algehele gezondheid beter kan worden door het contact met een dier, op zowel mentaal als lichamelijk vlak”, vertelt Marc Naguib, hoogleraar Gedragsecologie aan Wageningen University.

Een andere duidelijke relatie die de mens heeft met een dier, is binnen de landbouw, waarbij het dier gebruikt wordt als product of als producent van een product. De relatie met vee is echter veelal niet eenduidig, legt Franck Meijboom, universitair hoofddocent Ethiek bij de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht en lid van de Raad voor Dieraangelegenheden, uit. “Wanneer iemand bijvoorbeeld tien schapen in de achtertuin heeft en deze gebruikt voor wol, melk en vlees, zal de relatie anders zijn dan wanneer iemand 100.000 kippen heeft. Toch heeft ook de kippenboer een relatie met zijn kippen.”

De mens en het dier

De meeste mensen gaan goed met hun dieren om, en er zijn veel dieren die verrassend goed met de onkunde van de mens kunnen omgaan en zich kunnen aanpassen aan de situatie, aldus Meijboom. Huisdieren worden bijvoorbeeld zo gefokt dat ze goed met mensen kunnen omgaan, voegt Naguib toe. “De hond ziet een mens echt als een social companion, en is heel blij wanneer zijn baasje thuiskomt na een lange werkdag.” Voor deze dieren is het contact met mensen heel belangrijk. Voor vee en dieren in gevangenschap, zoals in een dierentuin, is het contact met mensen minder belangrijk.

Toch heeft de relatie tussen mens en dier invloed op het welzijn bij alle dieren. Naguib legt uit dat alleen al de wijze waarop vee gehouden wordt, van belang is voor het welzijn van deze dieren. Het feit dat bijvoorbeeld kippen, koeien en varkens in grote groepen moeten leven, heeft invloed op hun gesteldheid omdat deze situatie niet altijd natuurlijk is. “Dieren hebben, net zoals mensen, bepaalde persoonlijkheidskenmerken en vaak belangstelling voor een stabiele sociale omgeving. Sommigen hebben er minder problemen mee om in een grote anonieme groep te leven, maar voor anderen kan dit leiden tot stress.” Wanneer dieren tegen hun wil in voor hun ongeschikte groepen leven, kan dat voor sommigen stress en zelfs agressie opleveren. Maar dierenwelzijn is meer dan alleen de afwezigheid van agressie. Goed welzijn wordt ook bepaald door de omgeving en positieve uitdagingen, iets waar de mens voor moet zorgen. Een omgeving zonder prikkels is bijvoorbeeld niet goed voor een dier; dieren moeten worden uitgedaagd, kunnen spelen, af en toe stress ervaren en soms ook boos worden.

Goed dierenwelzijn

Op de vraag hoe men dierenwelzijn moet nastreven, is geen makkelijk antwoord te geven. Dit komt met name doordat de waarden van de gemeenschap continu veranderen wat betreft dierenwelzijn, weet Naguib. Het is een blijvende discussie. Hij stelt dat de eerste stap het altijd respecteren van de waarde van het dier is. Ook als dieren worden gehouden voor de voedselproductie moet men, naast de economische belangen, altijd goed kijken naar het welzijn van deze dieren. Iets wat wel lastig kan zijn door prijsregelingen en de economische competitie.

Bij huisdieren staat het dierenwelzijn vaak minder ter discussie. Toch kunnen ook liefdevolle huisdiereigenaren een negatieve invloed uitoefenen op het welzijn van hun dier. Sommige baasjes willen ‘te goed’ voor hun dier zorgen, als gevolg waarvan ze hun huisdier humaniseren, vertelt Meijboom. “Zo zijn er mensen die hun katten, die carnivoor zijn, uit liefde vegetarisch eten geven of honden aankleden die geen kleren nodig hebben.” Ook zijn er genoeg dieren die obesitas hebben, omdat hun baasje het gezellig vindt als ze meesnoepen.

Volgens Meijboom draait dierenwelzijn om het goed behandelen van dieren – zonder hen te humaniseren, binnen een omgeving waarin zij zich kunnen aanpassen en een positieve ervaring kunnen beleven. Er moet altijd vanuit het dier gekeken worden. “Wil je graag een konijn, maar is er bijvoorbeeld maar plek voor één, neem dan geen konijn, omdat konijnen graag in gezelschap leven. Mensen moeten echt goed nadenken over wat nodig is voor het dier en of ze dit kunnen geven.” Pas wanneer mensen dit doen, kan men spreken van goed dierenwelzijn.