Een tandenborstel die verbinding maakt met uw smartphone en tijdens het poetsen vertelt hoelang en op welke plekken er moet worden gepoetst. Een koelkast die een berichtje stuurt dat de melk op is of een kopieerapparaat dat aangeeft dat het een servicebeurt nodig heeft. Niet alleen mensen zijn online, ook dingen, zoals apparaten of machines, zijn steeds vaker verbonden met het internet en met elkaar. Ze nemen taken van ons over, denken voor ons en kunnen gegevens uitwisselen. Met elkaar vormen ze het Internet der Dingen, oftewel het Internet of Things (IoT).

Informatieuitwisseling Internet of Things

Nu al gebruiken veel mensen hun smartphone als afstandsbediening en de verwachting is dat over niet al te lange tijd de meeste apparaten in onze huizen verbonden zijn met het internet. Waardoor we van afstand kunnen inloggen op ons beveiligingssysteem, de temperatuur kunnen regelen of alvast de wasmachine kunnen aanzetten. Een andere verwachting is dat het Internet of Things in de nabije toekomst productieprocessen zal verbeteren en oplossingen kan bieden op het gebied van bijvoorbeeld milieu, veiligheid, gezondheidszorg of onderwijs. Zo kunnen systemen en apparaten informatie uitwisselen om energie te besparen of het verkeer beter te laten doorstromen.

Machines nemen beslissingen

Volgens Rommert Dekker, Professor of Management Science, Logistics and IT aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam, is het principe van het Internet of Things dat chips in dingen, zoals voertuigen of machines, communiceren over data die door sensoren worden gegenereerd. Die data worden bewerkt en vervolgens via kanalen als gsm of satelliet gecommuniceerd via internet. Was het een tijdje geleden nog baanbrekend dat machines op afstand konden worden gestuurd, tegenwoordig kunnen ze ook zelf beslissingen nemen op basis van data die ze zelf verzamelen. Volgens Dekker gebeurt dat al op vrij grote schaal. Bijvoorbeeld binnen de scheeps-en luchtvaart, waar de nieuwe ontwikkelingen een grote vlucht nemen. “Van alle schepen en vliegtuigen op de wereld kunnen we zien waar ze zijn, waar ze naar toe gaan en hoe volgeladen ze zijn. Er worden heel veel data door vliegtuigen gestuurd naar controlecentra die de vliegtuigen in de gaten houden. Een volgende logische stap is dat trucks dat ook gaan doen. Zodat we een precieze voorspelling kunnen krijgen wanneer een leverancier bij ons langs komt. Dan stuurt niet de leverancier of bestuurder van de auto een berichtje, maar de auto zelf. De verwachting is dat dit snel gaat gebeuren, zeker gezien de enorme groei van de e-commerce.”

Technologische vooruitgang

Nieuwe diensten als Airbnb of Uber, die we tot het Internet of Things kunnen rekenen, zijn in korte tijd enorm populair geworden. En niet voor niets. Via je smartphone bestel je een taxi en op het scherm kun je de route van de auto naar je huis volgen en weet je hoeveel het gaat kosten. Veel meer nieuwe ontwikkelingen zijn al mogelijk, maar kunnen nog niet worden toegepast. Bijvoorbeeld dat je op je smartphone of op een scherm kunt zien waar de lege plaatsen in een trein zijn en waar je moet instappen. Dat zou gedrang op het perron en enorm veel tijd schelen. Technisch is het mogelijk, via sensoren die voelen of er iemand op de stoel zit of niet (in de auto hebben we dit al, denk aan het waarschuwingssignaal als de veiligheidsgordel niet omgedaan wordt), maar het implementeren is te duur. Dan zouden we allemaal nieuwe treinen moeten aanschaffen en dat zal niet zo snel gebeuren. Dekker verwacht wel dat we binnen niet al te lange tijd een andere veelbelovende toepassing van het Internet of Things kunnen begroeten: de zelfrijdende auto. “Voor drukbevolkte steden en gebieden is het voorlopig nog niet aan de orde, maar in afgelegen buitengebieden waar niet veel mensen wonen, bijvoorbeeld in Australië, zullen we waarschijnlijk snel onbemande voertuigen gaan krijgen.”

Zakelijke omgeving

Ook op het kantoor en in het bedrijfsleven is het Internet of Things geen nieuwigheid meer. Zeker bij onderhoud en service wordt het gebruik van sensoren al redelijk toegepast. Apparaten geven aan dat er een probleem is en dat een monteur moet komen, of dat ze een servicebeurt nodig hebben. Machines melden dat hun temperatuur te hoog is en automaten geven aan dat ze aangevuld moeten worden. Dekker verwacht dat we binnen niet al te lange tijd onbemande winkels gaan krijgen, waarbij een chip in het schap aangeeft dat de koffie aangevuld moet worden en tegelijkertijd online de bestelling doet.

Slimme toepassingen

Dr.ir. Marinus Maris is hoofddocent HBO ICT aan de Haagse Hogeschool en is gespecialiseerd in technische informatica, robotica en computernetwerken. Volgens Maris bestaat het Internet of Things al zo’n twintig jaar, maar de laatste jaren heeft het pas echt een vlucht genomen. Vooral omdat grote commerciële telecomaanbieders nieuwe technologieën en communicatiesystemen met een laag energiegebruik hebben ontwikkeld zoals LoRa (Long Range Low Power), Narrow-Band Internet of Things of WebRTC, waardoor nu relatief eenvoudige Internet of Things-toepassingen ontwikkeld kunnen worden. Bovendien zijn cloudservices en -opslag heel toegankelijk geworden voor een lage prijs. Zo wordt het mogelijk om steeds slimmere toepassingen te realiseren. Dat gecombineerd met de lange levensduur van sensoren, die wel tien tot vijftien jaar meegaan, maakt dat het Internet of Things zo interessant is geworden. Zowel voor de aanbieders als voor degene die de data analyseren. Maris: “Een aardig voorbeeld is het waterpeil in Nederland dat via sensoren wordt gemonitord. Overal in de polders zijn peilbuizen geplaatst die de hoogte van het grondwater meten. Door de data die deze sensoren verzamelen te combineren met data van andere sensorsystemen, bijvoorbeeld weersatellieten, en te analyseren, kunnen we bijvoorbeeld voorspellen of er al dan niet gevaar dreigt voor overstromingen. Als je ook nog de ontwikkeling in de tijd volgt, zie je of er verandering is en kun je daarop sturen.”

Toekomstmuziek

Wat kunnen we de komende vijf à tien jaar aan nieuwe ontwikkelingen verwachten? Met het fenomeen Smart Homes zijn we al bekend. Huizen die zijn uitgerust met sensoren waarmee we bijvoorbeeld de temperatuur op afstand kunnen regelen, het licht aan of uit kunnen doen en de ramen en deuren kunnen bewaken, en dat allemaal via onze smartphone. Waar je ook bent, je kunt zien wat de situatie in je huis is. Vooral voor ouderen heel handig omdat mantelzorgers hen zo kunnen monitoren, waardoor ze langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Een interessante ontwikkeling is het ontstaan van zogenaamde Smart Cities. Dan moet je denken aan slimme lantarenpalen die meer licht gaan geven als ze beweging detecteren, verkeer dat automatisch wordt omgeleid als er een file is, een systeem dat de bestuurder helpt bij het vinden van een parkeerplaats of autowegen met speciaal asfalt dat energie op kan wekken. Stuk voor stuk praktische toepassingen die bijdragen aan een zuinige, schonere toekomst. Laat het Internet of Things maar komen.